d t y B l L Z E t f K R U Y D .
P rruVi a NUS ANGu s t if o i , i a , o f Bib c en kp u -jd u y t jj
P e r u m e t fm a l le B la d e r t» , ’ t welk ook dê’naam draagd
van N ic o t ia n a m a jo r a n g u s t if o l i a , ó f sm a l * \
e c a p e R ig e T a b a k . . Beyde de laatfte werden ook
wel genoemd B e t uMs o f H e r b a s a n c t a , weegens
harft d e u g d z am e k r a ch te n . Niet jlle lijn ze van de zelve
\ Bottw in g en W a a rn e em in g.
rt Het H yó scY Amus NIGER, o f a v a r t 'B iU e n k r u y d i
Bton- en A l b u s r o t u n o if o l iu s , o f W it B iU e n k r n y d m e t
kruyden rm j e B la d e r e n , beminnen uyt eygener aart zoo wel
B Ü g een drobge als bequamelijk gemeftte grond : een ppe*
Bier«' ne, luchtige , v r ije , wel-gejeegene plaats > en matige
VQchtigheyd. Verdragen felle k o u d e , en alle andere
ongcleegeutheeden der IV ta t e r . B ie e je n in het tweede
jaar; geeven rijp Z a a d , en verfterven daar meê, wijl zé
niet langer in ‘t leeven konnen blijven. ' Moeten :der»
haluea om ’t andere jaar., roet een waffende M a e n f c h e
Maan, . weer op nieuws gezayd zijn ; o f komen ook
wel, door 't neergevallene Z a a d , van zelfs genoeg op,
inzönderheyd het xrw a r t. Alleenlijk op deeze wijze
konnerjze: y e rm e em g v I tld ig d werden.
IfitBil- ' Het H yo sc yam us a l b u s C r e t ic u s e l o r e au»
j lenkruyd'; REOj o ^ v j i t R ih - e r tk rm d m e t e ew g o u d -g e e le B lo em ; en
W B M ê F e o r e au r e ó P. A l p in i , ó f m e t cen "g o u d -g ee le
„ S j : B le em d m n .P r o f ie r A lp in m . , beminr.öi êen goedezan»
; gtcic dige. aarde., doormengd!. met een weynig twee-jarige
KBloem: en paerdemiffj een luchtige, warme, wel-gpjeegene plaats.
I HMHM zijn teeder van aart. Kotinemgeeiierley k o u d e , H e r f f ik
jjttie r e eg en en , o f V b r fi verdragen. Moeten derhalven, in een
B^emran g eze t, ,'s; W in t e r s binnens huys op een luchtige
. plaats gebragt , en .met maar weynige. vochtigheyd
voorzien werden , ::niet alleenlijk in deeze tijd , maar
eok in de Z om e r . I n ’.t laatfte van M a e r t , o f ’t .be»
gin van A p r i l , fte ldjnenze , met een zoete Reegen ,
weer buyten- In deeze Landen geeven zc de tweede
Zomer volkomen Z a a d , eh verfterven dan. ’t Zelve
moet met éen.waffende Maan van M a y weer gezayd
zijn-in eeroPot, niet d iep, maanhol en luchtig. Al»
leenlijk hier door kan men ze aanwmnen.
rtiMmf - Met Hyoscyamus Pr r u v i a n u s N icot iana ,
I Bilien- P e t üM r o f T a b a c u m , P e r u v ia a n f c h B il^ en k ru r / d ,
T a b a k j, zoo wel met br e ed e a l s fm a lle 12la d e*
[ S a t ' r e n , beminnen een góede , gemeéne', ■ ;mét twee-jarige
Paerdemift wel voorziene grond : efcn warme, vrije ,
bequaam ter Zon geleegene plaats ,• en veel W ater.
Kpnnen geenerley V b r jl o f W m t e r -k g u d c uytftaan. Indien
de Z o m e r niet zeer goed en warm i s , zoo verfterven
ze.', zonder eenig rijp Z a a d na re laten. Is derhalven
geraadzaam , van deeze foorten een o f twee P la n ten
\ W in t e r s in een Pot binnens huys te brengen, op
een luchtige plaats; droogachtig onderhouden. Daar
na in het midden van A f r i l de zelve, met de gehéele
klomp aarde,weer op een warme plaats in te zetten; zoo
geeven: ze in den H e r f t rijp en overvloedig Z a a d : het
welk met een waffende Maan van A p r i l weer gezayd
werd , niet diep ; hol en luchtig. Door geen ander
middel: als dit konnen ze a angew onn en werden.
Kleyne ' De N i c o t i a n a m i n o r , k je jn e la b i ik ., o fH v o -
T ib i, of SCYAMUS LUTEUS , B ih o e n -k r u y d m e t g e e le B lo em en ,
H U bemind dezelve aarde , plaats, en veel water. Blijft
[ geele niet meer dan eene Zomer in ’t leeven. Geeft voor de
Bloemen.! W in te r volkomen Z a a d , en verfterft daar meê., Behoefd
niet weer gezayd te werden,; want daar ze eens
heeft geftaan, flaatze, door het neergevallene Z a a d ,
van zelfs genoeg op; en kan hier door overvloedig v e r -
tu e en ig v u fd ig d werden. *
jjocmoa W il iemand T a b a k winnen , om dezelve tot veeleiwUcrr”
# nuttigheyd te gèbruyken , die plukke de B la d e r en
' a f , wanneer ze een Weynig geel beginnen te werden
(want dan zijn ze rijp): en leggeze dik op malkander in
een Kelder, o f donker-vochtige plaats; zoo beginnen ze
te zweeten. Als zulks agt o f tien dagen heeft geduurd,
moet men ze weer van den anderen leggen op de Zol-
der ophangen, om te drogen , en dan voorts bewaren.
HïPECOON, <SjO
Het S t o f f o f P o e d e r , van deeze T a b ak s d is voor alle en doöf
Liefhebbers der Kruyden en Hoveniers zeer dienftig. Tabaks-
Want zoo men ’t ftroyd op de aarde , daar ’t een o f ’t ^>edejf
ander gezayd is i zoo zal *t opgekoraene niet befehadigd bewaren
werden van W o rm en , S ie b t e n * o f u ia r d v lo j e n ; want voor alle
deeze öngedierten vlieden’er voor wech. D e W orm en j ongedier*
daar aan komende, fterven terftorid. De S ie b t e n zweU cnj
len’er van op , als o f ze van de VVaterzugt waren geplaagd
; en die’er niet van fterven, kruypen wech; derven’er
niet weer ontrent komen 5 inzönderheyd als ^nen
dit een tijd lang ieder week tweemaal doet.
De K ru y s - o f Doornbeexaienboomen , K oolp la n ten d o f ook alter*.
K ru y d e n ,, welke van de gemelde fchadelijke D ie r e n g e * ley Plan^
plaägd en gefchonden werden , kan men van de zelve.tcn |
yerloflen eh bevpijdeh, als men die eerft een- twée-
p f driemaal begiet fhet Reegen-water , waar in opregte
‘ V ir g in ifc h e T a b a b s -b la d e r e n , v ijf o f zes in getal, öpge*
kookt zijn geweéft, en dan, terwijl ze noch nat zijn y
fto f van de zelve T a b a kL daar. op ftroyd.
De K a r j fe b o om e n , ‘t zij kleyn o f g ro o t, ook andere Kars en
i foorten, welker teed e r e T a k k e n door Luys*- o f andere ändere*
' jonge F l ie g e n y groote ovérlaft lijden, vermits ze, door
dê daar om zittende meepigte , vah haar nodig voédzel
werden beroofd, • en daar door ligtelijk komen te verfterven,
met ’t gedagte Water vier, v ijf , o f zes dagen
agter malkander , ieder dag tweemaal, als het vochtig
weer,is > anders maar eens, begoten , en met *t zélve
ppeder beftroyd werdende , zullen’er in weynig tijds . .
van bevrijd zijn» Indien men naderhand dit ongediert
weer daar aan verneemt, zoo moet men dit middel hervatten.
.
Alle O r a n je - L im o e n * Citroen * én andere B o om e n , 0ok Oran*
welker B lo em e n , ook n ieuw e S c h e u t je n s , van de M i e r e n jé- Gi-
dikmaal niét alleen befehadigd, maar ook wel gantfch ^ g êu jk*
afgeheeteh worden , kan men al meê voor dit quaad ß00men.
hewaren, als men aan de Stam een ring van twee o f drié
vingeren breedte T a b a k ^ ß o f legt, en boven over de B lo *
^mwheenen ftroyd. Want hier voor vlieden .de M i e *
r en fnelHjk w e ch , en komen ook niet weer , Zoo lang
de gedagte T a b a b j - c i r k e l daar om leggen blijft.
. Daarenboven, wil iemand in zijnen H o f geheele n e f* OmMfe-
t in d e r M i e r e n verftoren , die ftnijte de aarde , waar ren-neftert
onder zij zich verborgen houden, om verre, en ftroye ^ cr °’
het gemelde T a b a k s -p o ed e r daar in , drie- o f viermaal.
Doe o o k , als hiyde grond weer effen en gelijk gemaakt
heeft, *t zelve Stof wat dik boven op de aarde ; zoo ver*
laten ze al hare Èyeren, en, zoo veel als’er niet fterven *
vertrekken na een andere plaats»
K R A C H T E N .
ALle foorten van Bil*>enkruydyo £ H y o fc y am u s , vah Luß t - *• 4*
welke de w i t t e foort, o f H y o fc y am m a lb u s y voor 7%‘
de befte, de zw a r t e ^ o f H y o fcyam u s nigeri, vóór strm. u
de flimfte werd gehouden, zijn verkoelende van aart, Gal- llb-
in den derden Graad. *
De B la d e r en , Bloem en , S te e len , Wor telen , en het m f i. p[.
Z a p tf verwekkenflaap-y verkoelen alle verhitting, uyt- cap. 314.
wendig, doch matig, en niet te Veel o f te lang
bru yk t; anders zouden 2e aan de uytwendige Leeden in
meer quaad als goed doen- Moeten inwendig gantfeh- somt.
lijk niet meenomen werden ; want dan zouden ze bey- de
de Beeften en Menfchen dolzinnig maken; ook geheel 2l'j
om ’t leeven brengen. Diofi. I4,
Eevenwel, de B la d e r en geftotefi , met eenig Vet «9.
en Wijn vermengd , en Plaafters-wijze gelegt op G e -
navellen en ontfteekingen , ;zoo der h e im e li jk e als a n - Lm ;c„ x
d e r e L e e d e n ; defgelijks op de fcharpe en heete Z m - , . c„f .y8.
hingen d e r O o g en :, doen dezelve vergaan;. Gqneezen
ook de beeten en f ie e k e n der Sp in n en , s id d e r e n , en.
S la n g en . i h , ’
Het uytgeparftte Z a p der B la d e r en op het Vel def
Menfchen, en deHuyd der Honden geftreektn, doen
de L u y s -en en V lo ten fterven.
S f j ‘t Zelve