zo o , lauw zijnde, op het pijnlijke Podagra, op de op-
dmyllighcyil' des .dangczichts, op de Roos, en andere
ontfttekmgeu des Ligchaams gelcgt, verzachten niet alleenlijk
aï dceze qualen, maar doen ze ook dikmaal geheel
vergaan.
C C C X C V H O O F D S T U K .
G A N S E R I C H .
Nxmeo. Nders ook in *t PLecderlandfch genoemd
m m m G e n s e r ic k , o f G e n s r y c k , en van
veele Z i l v e r k r u y d , wcegens de blin-
kende verwe van dit Gewas. Word
in her Latijn geheeten A r g e n t in a >
POTENTILLA, o f A g RIMONIA SYL-
v e s t r is , in *t Hoogduytfch G r ensich , o f G en s e -
r i c h ï in *t Franjch A rgentine , B e cq^.d O y e , o f
ook T a n e s ie s a u v a g e : in het Italiaanfch A r g e n t
i n a , gelijk in het Latijn.
Grond. $ Deeze Plant bemind uyt eygener aart, een zandi-
• ge j gebouwde, en ook ongebouwde, vette, o f magere
grond; liever veel W a te r , als matige vochtig-
heyd : immers zoo zeer een opene, luchtige, vrije,
weigeleegene, als een fchaduwachtige plaats. Vergaat
niet haaft, maar. blijft eenige jaren in ’t leeven. Geeft
Zaad. meeft den tijd in den Herffi volkomen rijp Zaad. Kan
felle koude, en alle andere ongeleegentheeden der Winter
geduldig uytftaan.
Aanwin- W ó rd overvloedig aangewonnen en vermeenigvul-
ning. dia d j zoö door haar Zaad, \ welk met een waüénde
Maan van September o f Maert niet diep de aarde word
aanbevolen , o f ook van het neergevallene genoeg van
zelfs opflaat; als door hare kruypende jonge Scheut jens,
welke men met een waflènde Maan in .April van de oude
afneemt en verplant.
K R A C H T E N .
Aart. V'' ^ jinfèrich, GenzaCrik^, o f Potentilla, is koud in
f - y den eerften, droog in ’t laatfte van den tweeden
^ g r a a d ; en te zamentrekkende van aart.
Lonlc. Lx. In Wijn gezoden , en daar van gedronken, doed
f.319. het geronnene Bloed fcheyden. Is goed voor de geene,
i)ur*nt. ^ door een hoogen val zich inwendig o f uytwendig
fol yj6^t’ verzeerd hebben ; ook teegens ’ t Graveel, inwendige
Matth.L*. Wonden; de overvloedige witte Woeden der Vrouwen;
c- 37* voor perfoonen , die ter Stoel willen gaan , doch niet
kpnnen: voor ’t Colijkj, Rugge-fmerten ; de Gefcheurd-
heyd, en de Bloedfpouwing. Doed het geklonterde Zog
in der Vrouwen Borflen zich fcheyden : zuyverd de
Wonden; geneeft de roode hopende O ogen', de zwelling
van het Tandvleefch ; de Tandpijn ; en neemt
wech de Zomer-fproetelen, daar mee gewafïchen zijnde.
Stild het Bloed, en ook een onnatuurlijke Buykz
loop.
Camerar. Het uytgeparftte Zap der Bladeren met Wijn ver-
• 4-c- 39* ? en jjj allerley Wónden; ook op de zeer en der
heymelijke Leeden gedaan, geneeft de zelve.
Dol. 1. 20. Het Poeder der gedroogde Bladeren op de opene lóuyd,
f**3- o f ’t afgewreevene vel der Poerden, Ojfen, Edelen, en
anderer Beeften gelegt, doed de Wonden Jluyten, en
nieuw vel daar over groeyen.
C C C X C V I H O O F D S T U K .
V L O O K R U Y D .
Namen. Beft in het ILcederlandfch dien naam gee
l Eg kreegen , om dat het Zaad dcezer Plant 3 IsJel E de gelijkenis eener Vloo niet qualijk ver-
toon^* Word in het Latijn geheeten
Ps y l l ium , o f H brba po luc a ris ï ‘ in het Hoog»
duytfch Psy lienkr au t , o f F lohkraut ï in het
Franfeb H erbe des P ülces s in het Italiaanfch
PsiLLIO.
Hier van zijn mij in haren aart bekend geworden twee Twee
bijzondere foorten; te weeten ï ' . fooric^*
I. P s y l l iu m a n n u u m , o f alle jaar vergaande
Vlookruyd. II. P s y l l iu m r a Di c b p e r e n n i o f
altijd-durend Vlookruyd; 't .welk zelden meer als an*
derhalve o f twee voeten hoogte opfehiet; doch zeer
ruyg van Bladeren groeyd. Zijn niet van eenerley
Botswing en Waarnecjning, maar zeer daar in verfchil-
lende.
Beminnen nochtans beyde een goede, gemeene,' zan- Grond,
dige, varfch. omgefmeetene , en met twee-jarige Paer-
demift matig voorziene grond*, een luchtige, vrije, wel
ter Zongeleegene plaats, en tamelijk veel vochtigheyd. Zaad.
Geeven ook ieder jaar, inzonderheyd bij goede drooge
tijden, volkomenvrijp Zaad.
Het P s y l l iu m a n n u u m , o f maar een jaar du- Een jaar
rende Vlookruyd, vergaat in den H e r ffi; na dat het ^®n<*
haar Zaad tot volmaaktheyd 'heeft gebragt. Moet
derhalven ieder Voorjaar, met een waffende Maart van
Ma er t, wederom op nieuws , niet diep, gezayd zijn.-
Komt anders ook van zelfs genoeg op van ’t uytgeval-
lene : en hier door kan deeze foort overvloedig aangewonnen
worden.
Het P s y l l iu m p e r e n n e heeft veel teederder Blo- Langdu-
dertjens, boven malkander voortkomende in een ontel- rendvioo*
bare meenigte aan beyde de zijden van hare ronde, ^ru^d*
niet zeer dikke, doch houtachtige, meenigvuldige, en
uyt den bruynen grijs-verwige Steeltjens; welke ze onder
geheel omhelzen. Zijn een vingerlid o f daar on- Bladeren,
trent lang; niet dikker als een draad van Stikzijde; donker
groen-verwig; niet rond, maar gelijk als driehoekig
; het platfte boven met veele ruyge Hayrtjens bekleed,
en voor gantfeh fpits toegaande. Tuffehen Knopjens.
welke, in *t opperfte van de Tak jens, doch niet regt
uyt ’t Hert der zelve, voortfehieten eenige Knopjens ,
gemeenelijk zes digt bij malkander gefteld, en tezamen
ruftende op een dun Steeltje, ruym een lid eener
vinger lang; in welke Knopjens kleyne Bloemt jens wor- Bloemen.
' den gezien.
Deeze foort blijft lange jaren in ’t leeven. Is hard Hardheyd.
van aart, zoo dat ze , ’s Winters buyten blijvende,
lichtelijk verdraagd fterke Vorfi, en alle andere ongeleegentheeden
des tijd s : doch tot ouderdom gekomen,
word ze door de zel ve van ’t leeven beroofd. Geeft
ook zelden, ten zij met heete, drooge jaren, volkomen
rijp Z a a d ; 't welk een weynig langwerpig-rond,
en bleek-bruyn van verwe is .E c h t e r kan men’er goed
en in alles volkomen Zaad van winnen, wanneer men Zaad.
z e , ( met een waffende Maan van April in een Pot geplant,
’s Winters binnens huys bfengd; daar met matige
vochtigheyd onderhoud, en ’s Zomers op een warme
plaats zet.
Niet alleenlijk door dit Zaad, pp de gemelde tijd ge- Aanwia-
zayd zijnde, kan ze vermeenigvuldigd, maar ook aan- nlnS*
gewonnen worden door hare dunne en teedere rijsachtige
Takjens; welke men op dé wijze der Zlngelieren, voorzichtig
met een Pennemes ten halven infnijd; met aarde
aanvuld, o f bedekt, en als ze Wortelen hebben gekree-
gen, op de zelve genoemde tijd van ólq oude afneemt
en verplant.
K R A C H T E N .
H E t Zaad van Vlookyuyd, o f PJyllium, *t welk Galen, lih
van deeze Plant alleenlijk in gebruyk is, doch s‘ml'
niet dikmaal inwendig mag ingenomen Worden,
zonder groot gevaar, is koud in den tweeden, en droog
in den eerften graad.
Het zelve Z a a d eerft een weynig gebraden, o f ge- Dol.hr
droogd, daar na maar eeven gekneufd, en zoo lang ip 'ef } u
• Water
* f * ter ( ,e gelegt, tot dat het " e è E S
v»r*»tu « geworden; dan ingenomen, verzacht allerley .w e»'!
f ® . e" ° ° k de r a w iL y d va»
fil.379. de Tong. Matigt de brand der Koortsen, m i e Derft.
Verdrijft de fmerten des Ingewand*. Is goed teegens
de Xoodeloof, en maakt een soachte Steeloanr-, inzonderheyd
vermengt zijnde met wat Syroop van bleek-
® ° ° w " 002en‘ D n ,ft ook uyt de Z“ le
s £ . !% . cl ™ r ef , C welke men noemd M a c
1 Ê ï a J - J S Ê WOrd In ^p°th“ kl» gemaakt een
EUananum o f Slikkmg, zeer gepreezen tot het uyt-
drijyen der Galachtige vochtigheyd-, geneezing van /« -
te Koortsen, pij? en draying des Hoofdi » de verhitting
Va» de Zeever; en van de GeeUncht, drie, vier, o?
rlin 1 16 Vrachmen «aar van ingenomen,
t. r ' J ' J 2eJve ■ Mxwgo gelegt op een ttytpuylende Navel,
Diofc. 1 .4. »rentten.der Darmen, allerley verhittine, ’t rprenkt
„70. rn u r , de Roos >t Flereftjn, o f 't Podagrl d oo f hitm
veroorzaakt, Klieren, * weeringen, waterige Gezwellen,
en verftnykte Leeden, geneeftze; neemt’ei de brand en
ptjn van wech*
Het uytgeparftte Zap der Bladeren ia de Ooren ee-
daan^ dood de daar in zijnde Wormen.
M M 3' , Tw e Ie1,o f dne druppelen van ’t gediftilleerde Water
y ia n t de Oogen gedaan, neemt de ftner, en
brand der zelve wech.
C C C X C V T I H O O F D S T U K .
k e u k e n k r u y d .
Namen: aardig Gewas, dus in het Necdcrg
f p fm Ë m ™ landfeh genoemd, word in het Latijn
Wm geheeten (ook m\Ital,amfch)VvLSh-
^ ^ 1 TIlea., o f ook H hrba v e n t i , om
™t het Z a a d , rijp zijnde , door de
“ wind word wechgenomen; gintfeh en
herwaarts gedreeven: in ’t Hoegdnytfeh K uchenkraut :
m t Franfch C oqjjelourdes.
Drie on- Hier van zijn mij in haren aart bekend geworden drie
dme&OT v ? anderlllke foorten; te weeten: 8
rèn.” F u l sa t il la flore s im p e ic i , o f Kenkenkrtnd
W Êm sm Ê fcm I r - floRE J
NO, o f Keukenkruyd met een dubbele Bloem. I I I p nL
SATIEEA APlt FOLIO o f Keukenkruyd met Bladeren
va„ Peterzede. A llez .jn ze van de zelve Bouwmo en
Maarneemtng. *
Gmnd. Zij beminnen een goede, gemeene, geheel zandige,
en zeer weynig o f gantfeh niet gemeftre aarde : « n
luchtige, vrije, wel ter Zon geleegene , niet minder
dan een donkere o f fchaduwachtige plaats; en niet
Veel Reegen. Blijven eenige jaren in 't leeven, en gee-
■ t en’ warm !?eftd,d “ inde, gemeenelijk ieder jaar vol-
1,d- komen njp Zaad. Verdragen felle koude, en dier-
Ih ade 0ngdceSentheedcn der Winter, zonder groote
I K0nn,en " “ f anders vermeenigvuldigd en aanrewon-
‘ ■ r J ° J ’ 3hdom h3^ Z a a d ; 't wflkmeteTn waffende
Maan van M a er t, niet boven een ftroobreedte
- diep, de aarde word aanbevolen; en zomrijds met Ree-
genwatet begoten moet zijn. De hier uytvoortko-
mende jonge Planten geeven in het vierde en vijfde
Noemen, aar daar na hare eerfte -Bloemen-, welke men niet alleen
purpur en bleek-purpur-verwig, maar ook bij
na geheel wit z ie t, onaangezien zij uyt eeven’t zelve
Zaadj zijn voortgefprooten. Zeer nauw moet
men op de inzameling van dit Zaad letten, vermits
m n>P geworden zijnde, door de Wind fchielijk
KRACHTEN.
K i J f A ’ o f « heet en droog tot „
indenderclen graad; ook zeer fcharp van fm ïak; £ j T S ,
verendc0tenn|ï^eni^e> du"makende' verteerende, z u y - f i jS a .
raadzaam doork” ag ende ™n aart; derhalven nietge-
raadzaam is, t zelve inwendig te gebruyken. 8
o f T w e f Z A Wl,D g? oden’ ™ d“ t van gedronken; W a .
tele m van ^et Poe^ der gedroogde Wor- *72.
J p A A Ingenomen > word zeer gepreezen teegens
S S * " & ) de van vergiftige Die.
ren, en de beeten van dolle Honden. &
i P V m Ê F en van buyten opgelegt, mat
e L kW n PRltS/ WeeSenSr baren brandend«!aait,groo- , . t 4‘
te en ltleyne Bladeren , o f Bleynen. 6
Het uytgeparftte Zap der Bladeren , op de hól - tv» i ,
^ Wratten gedafn , verteerd d f
wof f etv gediftlllecrde Watcr der Vaderen en Bloemen
géeveifin n,et„ voord« 1 f ordoneen en inge- '
geeven in Keortzen, welke nu en dan ophouden.
C C C X C V I I I H O O F D S T U K .
SLEUTELBLOEM.
S Iet alleen cfcs genoemd in het Nee-VerfcW-
aerlandjeh , maar ook van veele He- de namen.
, , r , - SIS > o f Faraeytica : in het A o f .
dujtjeh ScHLUSSELBLUM, HlMMELSCHLtlSSEL « 1
n T c n r PETERSKDRAt'T: m ’t Franfch Coctt, Pbayes
p L C ' en PRimevere: in 't Italiaanfch Herba
Paralisi , en Fior di Primavera.
Hier van zijn mij in haren aart bekend geworden u a
l h Ch°0ne\ ’’“ ^waardige, verander- «feffig
^ k e foorten van verwen, binnen weynige jaren, u y t <*>£»
Zaad, door vlijtige oeffenmg van mij aangeteeld, w e l - r ? " ï er'
ker getal in verfcheydentheyd noch dagehjks vermeer- ten' f°°r'
derd : zijnde voorzien met alleen met enkele , maar
ook met dubbele en ^ee-voudige Bloemen, o fB lo Z
uyt -Bloem. A l de zelve onderfcheydene foorten hier
e willen verhalen, acht'ik onnodig, en zou te langval-
len. Houde genoeg te zijn eenige daar van den Leezer
hier voor te ftellen; namentiijk *
I . PRTMULA VERIS FLORE PLÊNO StfLPHURÈO .
o f geele dubbele Sleutelbloem. I I . F lo r e L v r l ó Z ^
pleno tlMBELLATO, o f »>« een geele dubbele, Kroont.
^ veele op eene Steel bij malkander gevoegde Bloem. III. Flore gemino toto albo magnö , ó f mee
een groote fpter-wute Bloem uyt Bloem. IV . Florp
gemino iuagno roseo grato , of met een erootc
~eer Mnz e**mcr K’ ^verwige Bloem uyt Bloem. V .
P u r p o r e o , o f van eeven zoodanige J met een pur
pure couleur voorzien. V I . R u b r o , öfW e . V IL
L ö t e o , o fgeele. V I I I . O b s o l e tO , o f met een oeliik
als verouderde gecolenrde Bloem. IX. F e r r u g in e o „ „
° f met een Bloem, van z a l f een verwe « « i S Ï
rooft aan het Tzer. X. Flore variegato, o f me’ een “ “ derley
bonte Bloem uyt Bloem. XI. Ca ule folioso, o f met een W°rdea
gebladerde Steel, & c. XII. Primula veris alpina a S P '
folio rotundo, of Terg-Sleutelbloem met een rond
Blad; ook genoemd Sanicula alpina , Verbas-
CULUM ALP1NUM, en PaRALYTICA ALPINA Bprir ■
sanikel. 5311. Primula veris alpina iol’io o!
Lo n g o , ö f Berg-Sleutelbloem met langwerpige Blode-
ren. X IV . P r im u l a v e r i s a l p in a f l o Re p r o i t
fbro o f Berg-Sleutelbloem met Bloem uyt Bloem, „ e-
meenelijk d n e , o f twee, boven een ujt malkander
voortkomende; en dan noch veel meer andere, tot
G g g 1 Cgclijk