
 
        
         
		5>I  B e s c h r y V i n g   v a n   d e 
 noch  aan de kanten  rondom  gefchaard  :  in het Hoog-  
 dmtfeb  L euszbaum ,  ook  wel  Faulbaum  :  in  het  .  
 Franfch. A ulne  no ir  ;  en  in het Italiaanfch  A lno 
 B oomen,  I  B oek,  91 
 X   L   I .  H O O F D S T U K . 
 PAPENHOUT. 
 NERO. 
 Waarnee-  Deeze  Boomen  beminnen  uyt  eygener  aart  een  ge-  
 “ inS-  meene  zandige,  liever vochtige,  als een andere drooge  
 o f  kleyige  grond-.  een  o p a ie ,  luchtige  en  vrye zoo  
 wel  als  eên  donkere'of fchaduwachtige plaats,  en veel  
 Wat?r.  .  •  vc-rv;.-  v,':.  "  \ Wt'lShsS 
 Blëcrtid  Ieder jaar .bloejcnz,e,  in  't laatfte van Maert,  ofbe-  
 Vrucbten.  gin vm -dpril  i  gewsn-in den H a ffi  volkomene  rijpe  
 f'ruchte».: verdragen geeme fterke  fo r fi,  en andere on-  
 gelccgenthpcdcn  der Winter. 
 Aanwin-  .  Óp  ^ e  jyerfcheydene wijzen  werden ze aangewon-  
 ning.  „ e„ .   waai; ontrent men op  dc volgende manier moettc  
 werk gaap.,  '  .  . 
 Ecrft, door  ,  Ferji,  door haar Zaad,  't welk niet dieper,  als ter  
 haar Zaad.'gree^  y 3tl cen vinger  |   yvcrd.gezayd  ,  een weynig  na  i  
 de volle Maan van Februarins o f  Meien,  in  een goede,  
 .bofte,  luchtige,; doch vochtige grond,  opeen donke-  i  
 iii  re plaats.: ÓOihiet u y t  voörtgekomene  Boomtjens moet  <  
 nren  niet  reppen  ,. voor- datze in  ’t vierde  jaar hebben  
 . .  jitil gejkan  yjeegens haar noch al te teeder H o u t: Dan  
 ■  'mag:menze opneemen,  en  verzetten.  .  ■ 
 Ten  aprié-'  7c» anaean. iopr de; jonge Xj»te»,  welkebij  o fb o -   •  
 ren,  door  ^ n f eW e r t f l  uytfchieten-.Deeze werden, meteen Mes  :  
 n ju *   ten halyen van ’t  W t  ingéih'eeden,  gelijk men de Z n -  •  
 i  eltei rg J jA lt  (  als ze  daar  na  Wortelen hebben g evat,  
 werden zerih ’ t tweede jaar van de oude  afgenpnjen.;  en  !  
 met een volle Maan van Maert op  een andere plaats ge-  '  
 zet;  opk‘ rijk«hjkmetE.eegerftwatèr  begoten',; op  dat  1  
 ,: Deeze  Boom is vercierd met  twee verfchey dé Rdften:  i  de middenfte,  o f  Hever onderfte,  die naaft aan’t hout  
 z it,  is g eel;  en  geeft, van zich  een aangename Sa£fraan-  
 Baden.  ze  diés  tb  b'eèter mochten beklijven. 
 Wortelen,  yerwe,  niet onvermakelijk te zien. 
 De Wortelen  werden  van  de wilde Varkens en  Bee-  j  
 •  £  .  ren  zeerbemind;  derhalvenvan  haar ook.zeer gezogt.  j  
 Om  dèzelye  te bekomen,,  wroetende  groote  en  diepe  j  
 kuylen  rondom den  Boom -,  maar ook hier  door  veiTa-  ;  
 'd e n z e   haar  zelven  ;  zoo  datze,dikmaal  van  de Jagers  ;  
 gevangen werden. 
 K R A C H T E N . 
 .Maitfrifc  ___   r  -  _ 
 l u 'T   \ E   buytenfte  Bpfi  deezes  Booms,js  te  zamen-  
 I   1 trekkende ;  daar  teegens. de  inwendige  geelge-  
 ^ ^  verwde openende van aart ,  volgens’t  berigtvan  
 Dodo». /i4."MATTHrO*LU^’»  U"  '  7  1   .-v.vV 
 y?  cup. jj-. .  Werd derhalven  alleen  inwendig  g eb ruykt,  inzon-  
 'Camer. lib.  derheyd tot grove  Ligchamen,  of. die  zwaren  arheyd  
 XMatthiol.  gewoon  zijn.  De  zelve binnenfte B ajl,  nóch groen ,  
 lib.  4.  cup. ‘in Water geweykt,  en daar van  gedronken,  drijft uyt  
 ,ï<58.  a]Je Jlijmerige  en  galachtige  vochtigheeden :  doed  ook  
 braken.  Doch  in  ’t   Voorjaar  op een  fchaduwachtige  
 plaats  gedroogd,;  werkt  veel  zachter.  Met  gemeen  
 Boelkehs^kruyd, Roomfche AlfTem, Agrimonie,  Cuf-  
 i  c,..  cuta, Hop ,'Caneel, wortelen van Pieterfely,  van Venkel  
 ,'eriEndivie gekookt:  daar van v ijf onzen  (nadat  
 het  drie  dagen  gemaakt  is  geweeft,  en men  eerfteen-,  
 Purgatie  gebruykt,  ook  wel  een  Ader  doen  openen  
 heeft)   ingedronken  ,  is  zeer goed  yoor de, Geluw  en  
 WaterzoUgf'.  want het  z.uyverd zonder eenige ongelee-  
 gentheyd,  rëynigd en'verfterkt  de Leever fmzskt goede  
 etteüs-luft ';  en  neemt wech  alle  inwendige 'uerflop-  
 fing.  Daarenboven,  met Endivie,  Olfertong,  Weeg-  
 ,  bree  ,  Zuring en Venkel-wortelen gezoden  ,  en  zom-  
 tijds  daar van gedronken, is goedteegensdt derde-daag-  
 Ta&enu-  ^-oorts. 
 mont.lib.%.  Met Harts-tpng,   Tamarifcus,  baft  van  Cappers-  
 eap. 78.  wortelen,  Epithymo,  en  Pieterfely-wortelen gezoden,  
 is  zeer nodig voor de Miltzu chtig e: want het verfterkt  
 de A f i f i :  en o f ’t  fchopn  geen  opening  maakte,   zoo  
 veroorzaakt het eeYenwel een grage Aiaag. 
 ■ E rd ,  mijns wcetens,  met  geen  andere Verfchey. 
 als deeze naam in  ’t Nee der landfch ge- ^cnamcn‘ 
 het Hoogduytfch  Spindelbaum  ,  o f  
 Hahnhodlein :  in het Franfch Fu-  
 sain ,  o f  Bonnet de prestee  j  en  
 in  het ftaliaanfeh Fusaria,  silio,  ofFusARO. 
 Hier  van  zijn  mij  in  haren  aart  békend  geworden DrI©  
 drie verfcheydene foorten,  te zamen mijne zorge onderworpen  
 geweeft j  namèntlijk: 
 I, E uonymus T heophrasti,  of ’t Papenhout, verfchey.  
 van  T heophrastus • befchreeven.  I I .  E uony-mus  foor:  
 LATiFOLius  of Papenhout  met  breede  Bladeren. 
   II.  E uönymus  serratto  folio j  of Papfn-  
 hout  met  gezaagde  o fgetandde  Bladeren.  A l-   
 „le  zijn ze  van  eeven -dezelve  Bonwing  en  Waarnee~ 
 • ming. 
 Zij,beminnen een Zandige,  gemeene,  ongeméftte ; Waarnc-  
 ook  een kleyige *,  o f  fteenigé  ,  en  welgemeftte  aarde ': miDS-  
 zoo lie f een  donkere  ,  fchaduwachtige  als een  opene,  
 vrye,  luchtige plaats;  én tamelijk vèel Water:  konnen  
 eevenWel  ook droogte  verdragen  :  defgèlijks Sneeuw , 
 Rijp ?  fterke  Vorfl ,  en  .andere  ongeleegentheedén van  
 -d&  Winter.  ■ >. 
 - y . Als ze tot hareu bequamen ouderdom  zijn gekomen, Eloemca: i  
 bloeyen z,e gemeenelijk ieder Voorjaar  in April',  en gee-  
 V_ven- meeft  den  tijd  volmaakt  rijp  Z a a d ;  ’t welk  be^ Zaad.  
 floten legt in vier huysjens,  zeer  aardig'aan malkander  
 ig e vQ è gd en  ie e f géeftig vertonende een Kap,  o f  vier-  
 hoekige Bonnet,   Hoed, o f  Muts der Priefleren.  Waar- Oorzaak  
 .om ook deeze  in  ’t  Franfch  dragen  de  naam van  de 
 Van  Bonnet  de Prefire,  en  in ’t Neederlandfch dien van  
 Papenhout en Papenhoed.  Deeze  huysjens vertonen zich *  
 in  ’t eerft  groen,  daar n a ,  rijp  geworden,  zijn ze  van  
 eenrïchoone  bleekroode-  ,  o f Oranje--verwe  ,  waarlijk  
 :wel  beziens waardig. 
 Men  kan  h^sx aanwinnen op twee bijzondere wijzen, Aanwin-  
 teweeten :  i   •.  ning. 
 Eerjl  door  haar  Z a a d ,  ’t  welk  met  een  afgaande Door  luw  
 Maan  in Maert niet diep  gezayd>  en  bij  droogte zoiii- Zaadj  
 tijds eens begoten  moet wordeu,  om  dies te eérder te  
 Vöo'rfchijn te-mogen kómen. 
 , Ten anderen door de jonge Loten,  welke bij  dé wör- En door  
 tel.,  o f  boven  de  aarde,  uytfchietèn.  Deeze  moet ^ar^ onS8  
 men,  op de wijze der AngeMèrenmet  een Mes voor^  
 zichtig infhijden,  én met  aarde overdeken:  dan  vatten  
 t t  Wofielen,  en“wallen  fchielijk  voort  :  krijgen  ook  
 wel Wortelen zondpr infnijding',  inzónderheyd als men  
 ze  een jaar twee o f  drie aan  de  oude laat blij ven.  'Z ulk  
 een  voórtteeliqg werd in onze* Geweften veel bequamer  
 geacHt,  als door Zaad. 
 K  R  A  C  H  T  E  N. 
 DE   Bladeren deezer Boomen verftrekken de Scha-  clufiuslil  
 pen tot  een gezond  voedzel,  volgens  ’t  berigt £Jr/\ 
 :  van  G lusius  :  en  ook  ik  zelfs-heb dit , ' door symph. lil  
 ervarendheyd,  bevonden waarachtig te zijn;  onaange- l9-ca^ ’  
 zién  T heophrastus  ,  Curtius ,  Gamerarius ,  én  
 andere het tegendeel gevoelen.  ' 
 Vigr der Trachten  deezes  Booms  ingenomen  ,  doen Theopkrtfr  
 van onder en boven Purgeerenimaar doden  de  Schapen ,  
 yolgens  ’t  getuygenis  van  T heophrastus.  Dezelve  
 in  Lo og  g ek oo kt,  en  ’t Hoofd  daar  meê  gewaf-  
 fchen ,  maken  fchoon  geel  Hayr;  doen  de  Luyz.cn  
 fterven >  en reynigen ’t Hoofd van alle onzüyvérheyd. 
 In Wijn »  met  Varkens-reuzel,  gezoden  ;  dan  door  
 e?n  Zift gewreeven-,  en  tot een  Zalf je gemaakt,  heeft  
 eeven dezelve uytwerking.  De  Velletjens,  welke om  
 I  *t  Zaad  zitten.,  verwen  geel.  Van  ’t  Hout  werden 
 9 1 P apenhout.  B eukenboom. 
 den  vöortreflijke  Speknaalden  en  meer  andere  dingen  
 gemaakt. 
 E sschenboom. 
 X L I I I   H O O F D S T   U K . 
 ESSCHENBOOM. 
 X L I I   H O O F D S T U K . 
 BEUKENBOOM. 
 [verfchey*  Et  dien  naam in ’t Neederlandfch bepcoamea. 
   kend,  werd in het  Latijn  gehéeten 
 Fagus  :  in het Hoogduytfch  Buch-  BAUM *  Buche:  in ?t  Franfch  Fei-  
 NE,  Fan ,  Fouteau  ,  o f Hestre;  
 en in  ’t  Italiaanfch Faggio. 
 Waarnee-  Deeze JSoomen beminnen u yt eygener  aart meer een  
 Kiing.  zandige,  vochtige ,  ongemeftte en  flechte  ,  dan  een  
 gpede,  fteenachtige,  kleyige ,  o f  andere  welgemeftte  
 aarde:  een opene,  luchtige,  v rye, wel  ter Zon gelee-  
 gene plaats,  en  veel Reegen. 
 planeren.  Brengen  in  ’t Voorjaar,  ontrent *t laatfte van April  
 83111  en heginvan May3  have Bladeren,  en  t’eener tijd hare  
 K   Bloemen  v o o r t;  ook  in  den  Herffi volkomene  ,  rijpe  
 Vruchten,  aangenaam  van  fiiiaak,  en  een  voedzame-  
 ipijs ,  zoo  wel voor wilde  als tamme  Varkens ;  delgélijks  
 voor Harten  en meer andere Gedierten.  Konnen  
 zeer wel verdragen  fterke  Vorfi,  en alle andere ongelee-  
 gentheeden  des  gantfehen Winters. 
 Jeuken  Deeze  Boomen werden  in onze Geweften  door  geen  
 Kan de Ou-  ander middel,  als alleen  door hare  Vruchten aangewon-  
 Bee&n°tot  nen §  welke  noch  heèdenfdaags van veel arme lieden  ,  
 ■ pijze ge-  ten onderhoud  haars Ligchaams,  werden gebruykt als  
 ■ ruykt.  een aangename, wellmakende fpij^e;  gelijk in over-ou-  
 ■   *'  de  tijden  gefchiedde  van  onze Voorouderen,  eer men  
 yan de Koornzaying en  ’t  Broodbakken  (naderhand in  
 Ihnwhi-  gebruyk gekomen )  noch  iets wift. 
 V Qg-  Deezt  Vruchten,  genoemd  Beuken, werden meteen 
 afgaande Maan  in  Maert  o f  A p r il,  na geleegentheyd  
 des  tijds,  met droog weer,  ontrent  een vinger breedte  
 diep,  hol en luchtig in-de aarde gelegt,  waar  van  dan  
 meenigten van  jonge  Boomt jens voortkomen, inzon der-  
 heyd wanneer men  de aarde, waar onder  dit Zaad verborgen  
 leg t,  ftraks na  de  Zaying,  Hechts eenmaal met  
 een weyig Reegenwater bevochtigd,  
 fcebruyk  Van  ’t Hout deezes Booms ,  niet  zeer  vaft en  fterk,  
 ■ es Houts. maar week 5-effen en  glad,  werden  irr onzen;tijd, wee-  
 gens de bequame 'lichtigheyd,  veele Loz.en,  ook Korven  
 gemaakt. 
 i l k  lib.  
 J4.wp.5-. 
 mafi.  Dumm  
 fl.  
 Wft.fol.  
 ■ 79--i;aa  
 Cm. 
 mmph.lib. 
 J e^zaam-  
 ■ cyd.  
 Wut. lib. 
 K R A C H T E N . 
 DE   Bladeren  deezer  Boomen  zijn verkoelende (  
 te zamentrekkende van  aart.  Gefloten,  en op  
 heete Gezwellen  gelegt, verteerenze dezelve.  In  
 de Mond geknauwd,  geneezen ze  de  kloven der  Lippen, 
  en ’t  zweer en van ’t Tandvleefch.  Gekrieufd,  helpen  
 ze de  zwakfe  Ie eden ,  en die z.onder gevoel zijn. 
 De  Vruchten  zijn warm,  vochtig  ,  en  een  weyn  
 te zamentrekkend.  Deeze  gedroogd,  o f  tot Stof g  
 brand,  en  met  Rhijnfche  Wijn  ingenomen,  o f  een  
 Zalf daar van gemaakt,  en  de lendenen  daar  meê  be-  
 fmeerd ,  drijft  ’t  Graveel  a f ,  en  verzacht de fmerten  
 der  Nieren. 
 Dezelve  werking  heeft  ook  de  fmakelijke  Vrucht,  
 wanneer  men ze dikmaal door den  dag  eet. 
 De  afch  van  de gebrandde huysjens1  deezer »Vruchten  
 met  Honig  gemengd,  belet  de  uytvalling  des  
 Hayrs. 
 Als men  een Adder men een Tak^ deezes  Booms  aanraakt, 
   verfchrikt  hij  zoo hevig  ,  dat  hij  de magt  niet  
 heeft,  een  eenig menfeh te  fteeken  ,  o f  leed  te doen,  
 volgens-’t getuygenis van  Plu ta rchu s . 
 Y  veele genoeg  bekend,  voerd in het Verfchey«.  
 5E Neederlandfch geenen anderen als dee-  namca*  
 S   zen naam:  werd in  ’t Latijn geheeten  
 Fraxinus:  in’tHoogduytfchEschen-  
 baum  ,  Eschenholtz  ,  Stein-  
 ^   eschen ,  of ookMALBAUM:  in  het  
 Franfch  Fresne ,  of Fresne  champesi*re;  enin’t  
 Italiaanfch  F R assi n o . 
 Hier.van  zijn mij  in  haren  aart  bekend twee bijzon- Tweeder-  
 dere  foorten  ,  te. weeten  :  I . Fraxinus  vulgaris  ,  ley  f°°r“  
 o f  gemeene  E,sschenboom ;  en  I I. Fraxinus  vir- tcn  
 GiNiANA,  o f  Esschenboom uyt V irginien., beyde  
 van eeven  dezelve Wdarneeming. 
 Zij  beminnen  een  gemeene,  vochtige,  zandige  ofWaarnqc^  
 kleyige,  zoo wel als een  taamlijk drooge en welgemeftte min&‘ .  
 aarde,  inzónderheyd wanneer de  Wortelen  tot aan het  
 water konnen geraken:  liever een opene, luchtige, Vrye,  
 als een befchaduwde plaats. 
 Brengen  ,  zoo het  fchijnd,. gantfeh  geen  Bloemen Brengen  
 v o o r t ,  maar  in  April  lange Tongetjens,  uytfchieteri-  
 de  tuflehen.  hare  Bladeren  ;  waar  in befloten  legt  het gee„ 3 loc-  
 Zaad),  ’t welk in  den Herffi  zijne volkomene rijpheyd men, maa  
 bekomt.  Zijn  hard  van  aart,  en  leeven lang  :  kon- T°nget-  
 nen  ftePké Vorfi,  en allerley ongeleegentheedendestijds ^ sr^°ort *  
 uytftaan: doch op geen andere wijze aangewonnen wer- Zaad in  ;  
 den,  ak alleen door haar Zaad',  ’t welk een  geheel jaar 'eg£-  
 •' lang  in  de  aarde  blijft  leggen,  eer  het  te  voorfchijn  
 komt.  ’t Moet met  een afneemende Maan van Maert,  
 bij  droog  W e e r ,  bol  en lu ch tig,  niet  te  diep  ,  geT  
 zayd  werdén  ,  zoo  zal  men’er veele  jonge  Boomt jens  
 uyt  zien  opwallen  ,  die  men niet' voor  ’t derde jaar,  
 o f  noch  later-,  mag opneemen ,  en met  een  afgaande  
 Maertfche Maan  verpkhten. 
 Echter heeft de^FRaxinus  virginiana ,  o f  Vir- Berigt yan  
 giniaanfche  Effchenboom ,  tot  noch  toe bij  mij  ( on-  de Vjrgi.  
 aangezien hij  tamelijk g ro o t,  flecht  ert  zeer elfen van £^hen-  
 ;  Bafi  en  Hout  is  )  noch  Bloem  noch  Zaad  gedragen, boom. 
 De  Bladeren  zijn  bekleed met  een aangename donkergroene  
 v e r v e ,  in  lengte  die  van  dé gemeene  Effchenboom  
 overtreffende  ,  echter  niet  veeL;  doch vrij  veel  
 breeder;  ieder van  ruym  een Maat-duym  :  ook  gaan  
 ze voor niet  zoo  fpits  toe.  Aan  hare  Steel,  die  bijna  
 geheel  rond  is ,  zijn  ze  zoo  breed  als  in  midden;  
 zommige  eevenwel aan  de gedachte Steel op ’t breedfte. 
 Twee en  twee  zitten aan dezelve regt teegens over mal- Gedaante  
 kander.;  uytmakende aan  elke  zijde  niet méér als  vier ^er Blade*.  
 in jeene  r i j ,  .doch  in  ’t  midden  van de beyde voorfteren'  
 met een  alleen punts-wijze uytkomende,  (gelijkook de  
 gemeene) , veel ronder van ftelling  als  eenige der  andere. 
 Echter zijn ze  al te zafften  aan  hare randen zeer weynig,  
 o f  niet, getand,  gelijk men daar teegens aan At gemeene  
 ziet.  Zijn  voorzien  met  eenige  kleyne  bleek-witte  
 p ie k e n ,  en  een regt-doorlopende Ader  in  ’t  midden,  
 waar uyt veel  andere  kleyner  ter  zijden  voortkomen  , 
 ,  van  geen  onaangename  aanfehouwing.  De  onderfte  
 t^eezijn de alderkleynfte ,  gelijk  ook  aan de gemeene;  
 en  zoo  in dikte als  fteevigheyd,  weynig  van  malkander  
 verfchillénde  ;  doch niet  zoo  ligt neerwaarts hellende,  
 als die dergemeène doen;  maar ftaan  veelregter uyt.  \ 
 .  Veele houden  ’t voor gantfeh gewis,  indeezen Boom Wonder IFj.  
 zoodanig  een krachtige  teegenftrijd teegens  ’t  vergif te  re,eygfn'   
 zijn,  dat geen  Slang  o f  ander giftig  Lier daar ontrent zes Boom» 
 I  zou  konnen  duren  :  waarom  onze  Voorouders,  om  teegens *t  
 van  dit  fchadelijk  gedrogt  bevrijd  te mogen  blij v en ,  vergit.  
 Effchen Boomen bij  hare huyzen planteden.  ’t Werd noch  
 wel heederifdaags van  eenige gedaan:  ja o o k ,  de natuur  
 zelfs  fchijnd hier in  de menfeh te begunftigen,  vermits  f  
 ze deeZen Boom laat  uytfchieten ,  eer  de  giftige Onge-  
 dierten té voorfchijn komen  :  -wiens  Bladeren ook  niet  
 afvaüen,  voor datze weer in hare holen zijn gekropen. 
 K R A CH *