Verfchil-
Icndc
foorten»
genoemd; behilvèn dat ze van zommige K lokke- i
bloemen worden geheeten. In het L a tijn A qïiilb- ]
c i A , en A q u il in a .- in het Hoogdujtfih A kele y ,
in het Franfch A nco l y e .- en m het Iu lu um jcb
AqUILEIA. . - J Hier van zijn mij in haren aart bekend gewor-
den zeer veele vermakelijke foorten, van welke de
........ Bloemen verfchillen, zoo in verwe als geftalte; naals
ge- mentlijk : , ,
I. Aquilegia stellata, o f Akcjey n u t ctn dub-
cmcn' b ilc Bloem , op de’wijze van een Star-, zoo wel w it,
purper, blauw, al rood van verwe. XI. Aquilegia
INVERSA H ORK ALBO' Pléno , • o f verkeerde A k f*
lej met een dubbele witte Bloem. III. Aquilegia
■ fLORE PLENO VAR1EGATO, o f bonte A k t t y , met een
■ dubbele Bloem-, niet alleen fchoon wit en rood; purper
en-witS maar ook blauw en wit; van een zeer cier-
lijke aanfchouwing. En dan noch veel meer andere,
onnodig hier te verhaleft, wijlze al te Zamen van eeven
de zelve Bouwing en Wdarneeming zijn. -
3Dci‘ Zij beminnen een goéde , zandige, wel-gemeflte
aarde: èen opene, luchtige., v r ije , bequaam ter Zon
geleegene plaats, en veel Water. Geeven in e ke Z o -
icmen. mer fchöone S/oewe» ', ’’ '® in den volkomen
Z a n d ; ' het wélk men met een volle Maan moet vergaderen.
Konnen ’s Winters fterke koude, en alle andere
ongeleegentheeden des tijds , zonder eenige fchade
uytftaaii. Blijven eenige jaren in het leeven; en
worden door' geen ander middel, als door haar Z a a d
alleen, vermeerderd.
D it Z a a d word met een volle Maan in M u e r t ot
A f r il de'aaide bevolen. Wanneer men het dikmaal met
Water begiet, komt het dies te eerder op. Anders blijft
het, weegeps zijné hardigheyd , langer als een geheele
Maand verbolgen leggen. . . .
Hier uyt komen datf voort (inzonderheyd als men
»eneeft de Geelzucht: opend ook de verftoptheyd der
Ze ev er en M i l t , . als men , na de inneeming, zich'
wel toedekt, om daar op te zweéten.
H O O F Ü S T U K.
V O E T.
|Us genoemd in het Neederlandfch, Verfchey,
word in het L a tijn geheeten A rte- de namen,
1 misïa »-iia de Gemalinne van Mau-
so'iiUS , Koning van C a r ie n ; welke
n a de dood van deezen haren
Man heeft opgeregt het M ausole
um » na hem dien naam gègeeven,
om hem te verftrekken voor een G r a f ; gereekend
onder dé zèeven Weérelds-won deren , weegens de
voortreflijke daar aan te werk gefielde ko n ft, en de
uytfteekende cierlijkheyd. In het Hoogduytfch B ey-
fusz ; in het Frattfch A rmotse : in het Italiaanfch
gelijk in het L a t i jn , A r tem isia , o f ook A rte-
Aanwinning..
Mildü da eeil ,, i U V 1 U jT l IVVIIUVII v i a \ J i
„j'fcKóo- jje Hertfieel van al hare Bladeren en zijde-takj
derlOkT Woo t, zulker wijs , dat ze niet meer alsyier o f v ijf
Bloemen aan den bovenden tóp komt te behouden, en
<lat men van deeze, voomamentlijk van de bonte, het
Z a a d wind) ; zeer fchoone dubbele Bloemen, van veranderlijke
'verwen. Ondertuffchen brengen de jonge
Planten zelden voor het derde jaar haar eerfle Bloem
voort j doch daar na ieder Zomer.
l i k a . - . .
Hier van zijn iriij in haren aart bekend geworden Vit
-r onde--r-f-c.h—eJy dene fóorten; tiamern tl7i jk: T,.. r fcheydeiie
I. A rtemisia v u l g a r i s ,' ot gemeene iStjvoes. foorten>
K R A C H T E N .
Habf Co-
lum. Hifi
Durantes
lib. Herb.
Tragus 1.1
E A q u ileg ia , o f A k o le y , is matig warm en
‘ vocht van aart. v ~ '
----- De Bladeren in Wijn gezoden , en de zelve
met wat Zuyker vermengd, zijn zeer góed teegens den
H o e ft, en allerley gebreeken van de Borft. _ .
H e t Z a p der Bladeren, zo ow e l als dér Bloemen,
geneeft de Wonden. Op de Oogen gefttèekën, verdrijft
der zelver fcheemering. Dood de Wormen, en Vloyen.
D eM o n d é a a r mee gewaflehen, o f gefpoeld, heeld de
daar in zijnde Gaten en onreynigheeden : defgelijks de
meeren en Aefchurftigheyd der Htiyd.
• Het gediftilleèrde Water van d e e z eBloemen heeld
v* -r" de inwendige gezwellen ; vërzacht de fmerten des inge-
' wands: meemt wech de kracht van ’t in het Ligchaam
gekomen v e rg if; en verfterkt het Hert.
D e Wortel in Wijn gekookt , en daar van gedronken
, herfleld de gekrompene z,eenmven : geneeft
de ge fcheurtheyd: ris dienftig voor de Kórtademige,
Waterzuchtige, en voor allerley inwendige gebreeken.
noJon.1. 6. Het Z a a d , zijnde een weynig te zamen-trekkend
e‘ ai* van aart, tot Poeder gefloten, en met Water^yan A n -
gelica gedronken , is goed teegens de-*Mazelen en de
P efl. Verdrijft de Sproetelen en F lek fe n des Aangez
i c h t . Helpt tot de verlojjing der in'arbeyd zittende
Vrouwen; twee o f driemaal achter malkander met Wijn
clufius, ingenomen. Een Drachma , o f hét- vierdedeel van
l ï f . ’c. 27. een E o o t , met een h a lf Scrupel Saffraan geb ru y k l,
I I. T enüifölTa , o f B ijv o e t met fm a lle . Bladeren.
III. Folio variegato , o f Bijvoet met bonte Bla-
dèren. IV . A rtemisia latifölïa A mericana ,
o f breedbladerige Americaanfche 1B ijv o e t. Niet alle zijn
ze van éeven de zelve Bouwing en M'aarneeming.
D e Artemisia vulgaris , o f gemeene B ijv o e t, G^mcene
groeyd in allerley' flag van g rond , het zij gèmeft of ^
ongemeft. Blijft eenige jaren lang in het leeven. Heeft
liever een opene;, luchtige, v rije, wel geleegene,Uls
een- donkere o f fchaduwachtige plaats , en begeerd veel
Water. Geeft gemeenelijk ieder Zom e r volkomen
Z a a d . Kan flerke Vbrft, en meer andere ongeleegentheeden
der W in te r uytftaan. Word aangewonnen ,
eerfl door haar Z a a d , het welk men met een waflfen-mD&'
de Maan van JMaert o f A p r il jn o z t zayen : doch dikmaal
flaat het van zelfs -genoeg op , door het neer-
gevalkné Z a a d . Dan ook door aangewaflene jonge
Wortelen; welke men in A p r il met een waflfende Maan
van dè oude afneemt j en verplant.
Het A r tem is ia tenuifolia , o f fmal-bladerige Smal^ i-
B ijv o e t, is veel teederder van aart-. Bemind een zan-
dige goedé aarde, Vermengd met een weynig twée-jari-
Paardemifl:: een opene, luchtige, warme, vrije en
wel ter Zon geleegene plaats; doch'niet te veël voch-
tighéyd. Geeft in deeze geweflen gelden eenig Zaad.
Verderft lichtelijk door koude Herfft-reegenen en vriez
en d Weer. Mo et derhaïven binnens huys gebragt,
op èen bequamë, lüchrige plaats gefield, oók in goede
acht genomen wórden. En dan eevehwel kan men
haar , weegens hare teederheyd, bezwaarlijk de Winter
over b e h o u d e n . - ' A - _ , ,
De Artemisia latifolta A mericana, ór bree.y
bladerige Americaanfche, B ijv o e t , is een beziens-Vaar- mericaa^
dig Gewas. De Bladeren zijn niet zoo zeer emmee- rcheB'jnigvüldig
ingëfneeden , als dié Van de gemeene Bijvoet ^
ook zijn de Bloemtjens niet zoo veel in getal, maar a -
leen voortkomende boven uyt het H e r t der Stee en ,
geheél op een andere wijze, twee en twee regt teegens
malkander over aan hare bloote Steelt jens hangende;
ook ronder èn veel kleynder. _ Watvoo*
r Deeze Plan t bemind een zandige goede aarde, g cen jjrde
noegzaam doormengd met tamelijk-yeél twee-jarige ^ bcnim-
Paerdemift: een opene, warme, luchtige, wel.ter o ncn.
ftaande plaats; en veel Water in de Zomertijd. Krijgt
men , maar in deeze Landen geen volkomen rijp a
Verdraagt ongeernë Veel kouae Herfft-reegenen, Snee >
en fterke Vorft. Word ter dier oorzaak, met een w -
-fende Maan van A p r i l o f M a y in een Pot \ z T g « ? . .
Waarnce- ’t zij geplant zijnde, in het begin van Ottober, o f wat
jning. later, na.dat ,de jaarstijd bequaam o f onbequaam is ,
binnens huys gebragt, en op een luchtige plaats gefield
worden , waar in niet als bij vriezend Weer word ge-
ftookt: pok gedurende dien tijd niet meer dan een- o f
tweemaal met matig laUw-gemaakt Reegén-water worden
begoten van boven; daar na in het begin van
A p r il weer buyten geze t, met een aangename, ree-
geflachtige Lucht.
Aanwin- Zij .word in o n ze , Geweflen, vermits ze geen rijp
niflg' Zaad geeft, alleenlijk aangewonnen door hare aange-
groeyde jonge Wortelen; doch niet overvloedig v e rmenigvuldigd.
Degemeldde Aangroeyffelen neemt men
met een wanende Maan in A p r il vm de oude a f, en men
yerplantze in varffche aarde.
K R A C H T E N .
t Galen. U . Tvoet, o f A r tem ij ia , is droog en warm in den
fac‘ \ tweeden graad,, ook fijn van deelen.
m&M i j ^ In Wijn gezoden, en daar van gedronken, o f
■ f. 117. 5 drie Drachmen van de Bloemen gedroogd, gepulveri-
■ j/w. /. iTleert, en met Wijn ingenomen, bewaard de Menfchèn
■ ^ voor quade L u c h t,; en de P e j l : doed der Vrouwen
flild de verftopping dev M o e d e r , en neemt wech
Maandftonden vportkomen: geneeft de beeten der Slangen:
de gebreeken der zelve..
U Tuchr De Bladeren met Garftenmeel gezoden enplaafters-
Mniji.pl. wijze in beyde de LiefTchen op de Vrouwelijkheyd ge-
■ legt, doed de Vrouwen gemakfelijk.„ verloffen, helpt de
Vrucht voortkomen , *.en drijft de Nageboorte uyt.
Doch als dit verrigt is ', moet men deeze plaafter ter-
ftond weer wech doen,r op dat niet de Moeder zelfs
ook na beneeden getrokken wierd. Veroorzaaken defgelijks
een zachte Water-makjng: en jagen het Graveel,
a f .
mpotl. 1.2, Het Zap der Bladeren met doyeren van Eyeren,
■ c.12. Comijn en Varkens-reuzel gekookt; dan plaafters-wijze
op de .Moeder gele gt, verdrijft alle Naweeën der ver-
^ lofle Vrouwen.
Waib. ver- Water gezoden, en daar in de vermoeydde voemtum.
f.y.ten gebaad, is zeer gezond.
L X I I H O O F D S T U K .
KA L F S V O E T .
■ ^erfchey- Ord in het Neederlandfch niet alleen
■ e namen. ^ 5 ^ maar yan 2omrnig e M an s -
I k r a c h t genoemd : in het L a tijn
FENPINT, o f T euTSCH INGWER : in
het Franfch Pied de V eau , o f V it
Prestre ; en in hét, Italtaanfch A ro , Giaro,
°f Gigaro.
K w e n 7 ^ ier Yan -ziin miJ in haren aart bekend veele veran-
I hier voor- derbïke 5 n^et onaangename foorten; namentlijk:
■ gefield L A rum vulgare.,1 o f gemeene Kalfsvoet. I I. V e-
ALBis, o f Kalfsvoet met witte Aderen. III. M a-
ÓULIS NIGRIS o f met zwa r te plekken. IV . Foliis
ï-aciniatis ma ju s , o f groote Kalfsvoet met gefneede-
ne bladeren $ anders ook op het Neederlandfch Speer-
^ortel genoemd; en in het L a tijn D r a co n t ium ,
I . . 0 Serpentaria , om dat hare Steel wonderlijk ge-
E i ^ m e ld is, gelijk een Slangen-huyd. V . A rum ma-
I ^Eg y pt ia c um , o f groote Kalfsvoet uyt z/£gypteh,
anders ook C olöcasia geheeten. V I . A rum JE -
V ttTIACUM minus , - kjeyn Kalfsvoet uyt cAfgypten.
V1*‘ A rum Pa lu s tr e , o f Water-kalfsvoet, ’twelk
y , ^ aa§d de naam van JDracunculus Palustris.
III. Arisarum angustifolium , o f A r ifarum
met fmalle Bladeren. IX. A risarum latifolium,
0 Arifarum met breede Bladeren, X. A risarum
folio Serpentaria , of Arifarum met Bladeren
van Speerwortel; en dan noch meer andere. Niet
al te zamén zijn ze van de zelve Bouwing en Waar-
neeming.
Zij beminnen zoo wel een gemeene, zandige, on* Wat voor
gemeflte, als een goede, #Vet-gemeftte aarde. Hebben c?naart|y
liever een donkere o f fchaduwachtige, als een opene,
v rije, en luchtige plaats. Begeeren veel Water. In
ieder jaar geeven ze eenmaal Bloemen, maar tweemaal Bloemen*'
Bladeren; te weeten, in het Voorjaar, en in den Herfft, Zaad.
welke in de Zomer verdorren, en niet meer gezien worden.
O ok zeer fchoone, bleek-roode Vruchten, en daar
i% bij goede tijden, volkomen rijp Z aad. Konnen fterke
kpude, en alle andere ongeleegentheeden der Winter
uytflaau. Worden niet alleen door Z a a d , het welk
met een wallende Maan van M a e r t in de aarde word
gelegt, aangewonnen; maar ook door hare veelvoudige
jonge aangegroeyde Wortelen; welke men zoo wel Aanwin-'
in M a e r t als in September opneemt, en met de ge- n*QS*
noemde Maan verplant. Op deeze laatfte wijze konnen
ze o ok, en overvloedig genoeg, vermeenigvuldigd
worden. -
Het A rum majus ^Eg y p t ia c u m ,- o f groot zz£^ Befchrij-
gyptifche K a lfsv o e t, van zommige C olocasia , van vin8 dcr
de Indianen C u lCas; van de Javanen T alasse, in
het M a la ifch L ala de , genoemd , is van een teedere fche&üfs-
en verwonderéns-Waardige aart. Bemind een goedevoet-
luchtige grbnd, wel yoorzien met een-jarige, kleyn-
gewreevené Paerdemift : een opene , vrije , warme ,
wel ter Zon ftaande plaats, befchut voor alle koude
Oofte- en Noorde-winden, ook zeer veel Water
in de Zomertijd.
Geeft in deeze koude Geweflen noch Bloem noch Hare tee-
Z a a d . Kan-geenzints verdragen veel koude Herfft-
reegenen, Sneeuw, Rijp 3 o f eenige Vorft. Word der-
1 hal ven , met een volle Maan van A p r il o f M a y in een
Pot geplant, en daar in gedurig gehouden zijnde , in 5t
laatft van September, wel droog boven de aarde, binnens
huys gebragt, en om hoog gefield in een luchtige
plaats, daar van November af tot1 den eerflen M a y
door een Kagchel gevuurd word. Als dan de Maand
November tot op de helft verlopen i s , geeft men ze
van onder een Pan vol lauw-gemaakt Reegen-water, en
zoo lang de Winter duurd niet meer. Men bevind dan cf ?pk°e*
w e l, dat hare Bladeren beginnen te verrotten : welke cc
men eerfl boven, daar na ook van de Stam zelfs, t’el-
kens tot op het goede, en tot aan de W o r te l, rondom
zachtjens met de hand wech neemt, tot dat de Worte
l met’er tijd geheel bloot word : doch dit alles veroorzaakt
haar geen nadeel, wanneer de zelve maar hard
en onverrot blijft. Indien nu daar aan eenige verrotting
boven de aarde word vernomen, zoo moet men die
met een Mes tot op het leeven wech doen, wel zuy veren
, en droog gefchrabt krijt daar in flrijken , tot dat *
het eyndehjk door de warmte, des vuurskomt op te
drogen.
Do ch zoo men de verrotting dieper bevind, moet zeW
men de Wortel geheel uyt neemen , de zelve zuyve-moet geren,
en op een droóge plaats neerleggen , ter tijd toe, koefieni
dat ze weer in de; aarde gezet moet zijn. O ok neemt
- men in OElober de W o r te l, gaaf en goed zijnde, met
een volle Maan u yt de aarde ; en men legt ze , met al
-hare Veezelen, o f kleyne Wortelt je n s , op hout, Ontrent
.den Oven. Dus droogdze met’er tijd in , en blijft
geheel goed. Zij word ook niet voor teegens M a y ,
. met een zoetè L u c h t , en aangename Reegen , weer
buyten gefield. Zoo wel de buyten de aarde gebleeve- ,
ne, als de nieuwlijks uytgenomene, en de grootfte dik-
fle jonge (van de oude, niet afgefheedene, maar af-
. gebroókene Wortelen, welke de befte zijn) moet men en waar-
met een volle Maan van A p r il weer zetten in de voor- genoT>en
heenen befchreevene grond, varfch en wel toegemaakt. jn 0*ze
Daarenboven moet men z e , zes weeken lang, zorg-Landen,
' yuldig bewaren en voorzichtig dekken yoor veel Ree-
Z icnen\