neemt men ieder jaar Óp, o f ook alleenlijk öm ’ t derde,
• ’t welk mijns oordeels alderbeft is, in het ldatfte van
Juniut. Dan fmijt^riien de aarde ófri, en men zet ze
terftönd weer in de zelve, vermits ze gdfitfchelijk niet
daar buyten mogen blijven, gelijk wel anderé Bollen;
want binnen weynige dagen zouden ze flap wórden, en
haaft daar na verderven;
• Worden vermeenigvuldigd, zoo wel door hare aan-
gegroéyde jonge Bolletjens, welke men , opgenomen
zijnde, van de oude affcheyd; als door Z a a d , met
een volle .Maan van. September in een Pot o f Vaatje,,
ruym een, o f twee. ftroobreed diep; gezayd ; *t welk
echter niet voor in *t volgende Voorjaar opkomt, en'
eerft op ’tzeevende o f agtfte jaar dadr na de eèrfte Bloem
te voörfchijn brengt.
K R A C H T E N.
D E Wortel van Hondstand, o f Hens Canis, ge-
dröogt , gefloten 3 en ’t Poeder gedaan iii dè
Melk b f Fap -, welke men Atkjeyne Kinderen te
eetèo gee'ft, döoden iri haar dé Wormèn.
'LeturenK . Eeh Drachma van het zelve Poeder met Wijnin*
lA.Appar. genomen j verdrijft zeer gelukkig ’t Co'lijkj ën allerley
‘Bttjkzfrterten. Met Water van May-bloemen de Kin*
deren' ingegeeveh -, is goed teegens dé' vallende Ziekte
der zelve.
De Wortel geconfijt, Voed en verfterkt hétLigchaam:
verwekt de Bijflapings-luji: maakt oude trage Mannen
weef jeugdig en bequaem.
Camerar
in Mat tb.
/.4.C.83.
Lobel. Ui.
Herb. 1.''
C X C I I I H O O F D S T E K . "
RIDDERSSPOOREN.
j^En ïchoon en aangenaam Bloem-ge-
' was, vperd deeze naam in ’t Nee-
k derlandjch. Wórd in het Latijn ge-
heëten D f.l ph in iu m , o f G onsóli-
d a r e g a l is :, in ’t HoogduytfchR it -
t er Sporn : in ’t Franfch P ied d’A -
lo o ëYte ; èn in het Italiaanjch' C o nso lid a r egal
e , Spéron d-i C avaliero, en C a lCa t r ip p a ;
Veelerle7 v Hier van zijn mij in harén aart bekend geworden d e/
aardige en-aardige-j beziens-waardige, en ’t gezicht verluftigeridé
\^rdige fo r ten j namentlijk:
foorten. D e l p h in j u m f l o r e s im p l ig I j . .o f^Ridders-
Jpoor met een enkele Bloem, zoo wel blauw, purpur ,
lijf-verwig, - als wit van couleur. I I. F l o r e p l en o \
a l b o , of met een dubbele witte Bloem. III. F l o r
e p l en o cceRULEQ, o f met een dubbele blauwe
Bloem. IV . F l o r e carn’EO p l e n o , of met een dubbele
'■ Ujf-verwige Bl'oem. V . F l ö r e p l en o a l b o e t
“CceRuLEÓ Va r ie g 'a t o , o f enkele wit en blauw-bonte
Ridder sjpoor en. V I . I d em f lo r e a l b o e t r u b r o
fVARiËGATO', -of rood- en wit-bonie Riddersjpboren.
V I L F l ö r e p u r p u r e o p l e n o , o f met een purpure
■ dubbele' Bloem. V I I I . C o nsó l td a -r e g a l i s A n-
GLTCANA 3 of Engelfchè R id d e r sjpoor en ; van welke
ifbórt- -men meer1 dan twintig verfcheydene verwen
.. (jaarlijks door Zaad) ziét voortkomen. Al te zamen
'Zijn ze van de zelve Bouwlng en Waarneeming.
Zij beminnen eeti goede, gemeene, zandige, varfch-
•oitigefmeetene en wël-gémeftte aarde reen warme, vrije,
•genoegzaam ter Zon geleegeiie plaats , en tamelijk veel
Water. Blijven niet meer dan eene Zomer in 't léevéh.
Bloeyen lang : geeven voor de Winter völkomen-rijp
-Zdadj én verfterven daar mee.
Moeten derhalven met een vólle Maan van Maert
ieder jaar op nieuws worden gezayd, niet diep in de
aarde. En hier door konhen ze gedurig aangewonnen
worden.
W il iemand deeze Riddersfpoortn vroeg in zijnen
Aanwinning*
Hoeïnnt
H ó f h e b b e n e n daar van altijd , zonder te miflen , vroeg
volkomen rijp Zaad krijgen ( het welk- anders in Ridders,
flègte Zomers wel komt te feyléri ) die vërrigte dc fpooren
zaying met eén, volle Maan ih September, inzondérheyd'mcn •
van de foörten ihet dubbele Bloemen: zoo kómen ze in
Maert voor den \ d a g , en brengen zeer beziens-waar-
dige en langdurige Bloemen voort.
W il ookjemand uyt enkele dubbele zien1, die neeme Hoe I
wech al. jdê 'iy ahHeinh lf ( ’t.wilk men u jteS
ook doen kan van de dubbele, daar mep Zaad van begeerd ^an H
te hebben) , én .late alleenlijk j3e Hertfchèur blijven.
Winne daar vafi, met een volle- M aan, het Z a ad ; en S èH
zaye het zelve wéér bij een vólle Maan; zoo Zal'hij niet
alleenlijk enkele1 groote fchoonè, maar ook op *t
derde o f vierde jaar geheel dubbele, , in hare wonderlijke
Verwêïi zeer verfcheydene Bloemen bekomen. De
geene , wélke u y t e y gen er aart dubbel, zij n , ' brengen
Ook wel gantfeh crikde v ó ó r t : ’ Welke mëfi défeelijks
opfnoeyen, ppvdëigèihelddÈi''vnj^e**t Z^^wirineri, en
dan weer zayëri.fhöètji-zbó Veran^ëfenZe op'nieuws, en
worden weef dubbeli gelijk tewóren.
K R A C H T E N.
Idderïjpüór o f Delphinium', is verkoelende en Aart.’
te zamefitfèkkehde-van aarh • •
De Bladeren geftóteh^ dzh op vdrjfchè Wonden bolm’i
R '
en oude Zetten gedaan, gëiïeëzèh'de’ zelve. .Met
mg vermengt y én plaaftérs-wijze opgelegt, 'Idbed def‘?‘ '
■ Gezwellen zich'Teheyden j en vefdwijnen. WM
Het Poeder der gedroogde Bladeren mét foodé Wijn^wJ
ingenömën, de 'onnatuurlijkj Vloeden HerJ "
perfoonebv ne _ c-S9
Het uytgepafftte Zap deezer Plant met' Wijn in* TraSH,^\
gedronken j. is.goed.voor de_ Gal- en Geelz,ftchty aller-
ley inwendige brand; vergif, koude Pis, en Flcrcfjtr.hifi
ftild het IBèrd^en \ breekt* de) Steen; drijft het Gra-fi' '^’jj
veel der; Nieren a£ Word-rZeer dienftig gedaan in
allerley Wpnd-dranken. l Aerdrijft ook allé’ inwendige
en uitwendige u4pofiematien o f Gezwellen.
- Het Water , gedifHlleert tiytfdé Bloemen ', en ver- J
mengt met Rooze-water ', • wo rd m e t ! voordeel ge- j
bruykt teegens de vuurigheyd en roodheyd der Oo'gen: fl»y.
Verdrijft de• fcheemering der Zelve , en verftéfkt het
■ Gedicht. Ts ook goed voor den Hoefii vermengt met
wat Zuyher,: o f Syroop vzn Wahlwortel.
Het Zaad geftotén , en daar' van een Drachma niet
Wijn irigenömenj geneeft de beeten der Slangen én Scor- J^rr,u
■ pioenen: doedgemakkélijk wateren; en bekomt zeer wel
de geene dié van ’t Graveel gequdd zijn.
CXCIV H O O I- DS TU K.
KOR ALKRUYD.
genoemd in het Neéderltindfch j Na®CB;|
*~ ^ ^ P t word in het Latijn en Italiaanfih ge-
f tV h e e te n D e n t a r ïa j óm dat 'har?
* Wortel Tands-wijz,e met ■ Kndbbe'ltjens
laan malkander gehegt is ; ook Co-
VRALLOIDES. Z«13
Hier van zijn mij in hareiraart be- ^
kend geworden eeniee aardige veranderlijke foorten; te dcrlijk« I
weeten : . .
L D e n t a r ia T r i p h y l l o s ^ o f Koralkruyd met
drie Bladeren. I I. H e p t a p h y l l o s , o f met zeeveti
Bladeren. III. P e n t a p h y l l o s f lo r e purpureo,
o f met v i j f Bladeren, en een purpure Bloem. TV* Flor
e a l b o , o f met een witte Bloem. V . M ontana
r a d ic e non d e n t a t a , o f Berg-koralkrtvjd met een
regte en ongetandde Wortel. V I . D e n t a r ia b a cci-
p e r a , o f Koralkruyd met kfiyne Bolletjens, dis Beycn
o f Bezien , tufïchen de Bladeren .voortkomende. AI
; pronJ.
Al te zamen zijnza van de zelve Bouwing en Wnar-
neeming.
Zij beminnen een gemeene en zandige aarde, met
twee-jarige Paard^mift vfel voorzien; uyt eygener aart
een lommerige, doch warme en wei-geleegene plaats.
Blijven lange-jaren in 't leeven. Konnen felle koude,
en alle andere ongeleegentheeden der ^«»« r .uytftaan..
Bloeyen vroeg in 't Voorjuur, genieenelijk in ’t begin
van M a y ; doch geeven noyt in deeze Landen eenig
volkomen Zaad.
jlanwia* Worden eevenwel aangewonnen door hare aangewal-
fene 'jonge Wortelen j wélke men , niet een Wadende
Maan van Maert o f April, doch veel beeter in Julius,
als dé Bladeren vergaan zijn, opneemt', van de oude affcheyd,
en in varlTche aarde verplant.
L ' De D e n t a r ia b a c c i f e r a , o f ’t Bci.ièn dragende
. ü'ri-‘ Koralkruyd, kan ook vermeenigvuldigd worden door
ferJj- ; , deeze Knopjent , uytwaffende tuifchen de Steel ga
[1 ’ Bladeren, wanneerze hare volkomenè rijpheyd bekomen
; en terftond in de aarde worden gebragr. Hier .
döpr kan de aanwinning zoo wel gefchieden, als door
deaangegroeyde Wortelen.
jrg-Ko- De D e n t a r ia m o n t a n a r a d ic e n o n d è n t a -
Q ’ ÏA . o f t Berg-kpralkruyd met een rigte en ongetandde
heen Wartel, is een Gewae van een verwonderlijke aan-
jgecand- fchouwing. Het groeyd van zelfs op de gebergten
|e Wortel. van Hongaryen én 'Bohecmen in fchaduwe. Is aan mijn
Vader H e n r ic u s MuNTiNGmeê gedeeld van de Heer
J o a ch im u s C a m e r a r iu s , Gezant des Konings van
Sweeden aan hare Hoogmogende de Heeren Staten Generaal
in ’s. Gravenhaag, Anno i6 y 6 .
dunte De Wortel, .ontrent een vinger d ik , doch voor ge-
Wot- fcheyden in tw e e , ook in drie deelen, dun, en fpits
toegaande, is van buyten donker-bruyn, vanbinnen
wit-verwig.. U y t welke voortkomt een leggende en
kruypende. Steel, een Maat-voet, o f ook wat meer
lang; een-vinger d ik ; üytfchietende in verfcheydene
pe Steel, korte Takjens: welke Steel van naturen met een mof-
achtige .ruygheyd uyt den zwarten, vermengt meteen
bleeke blauwachtigheyd,, - wonderlijk bekleed,, o f ge-
■ heel, bedekt word; vermits ze zich onder het bovenfte
der aarde.verfchuyld, en gelijk als verborgen h o u d ,
wijlze de . groote hitte en kracht der Zon niet kan
« (,ri verc“ i>gep > zoo dat men deeze niet kan zien , als ih
K r;:li' Bloem ftaande. Want de Bladeren zijn zeer' kleyn,-, ;
langwerpig; zommige -geheel, zommige in : eenige !
deelen., zoo wel breede als] fmalle gelcheyden ;
■ als gezien kan worden in het onderfte T a k je , zich
«yéh, boven de aarde ( gelijk.ook.de^ Bloemen) ver-
heffende. .-
. Dtézé foort van Koralkruyd brengt in onze Geweken
te eener tijd voort wél honderd en vijftig o f noch
meerder Bloemen, vercierd met vier Bladeren, doch
zomtijds loopen’er ‘ bok wel met v ijf .onder ; niet
groot; aangenaam rood-verwig, en aan de randen
zwart-achtig. De Knop onder, en de dunne ronde
kteeltjens, daar ze op ruften, zijn bleck-blauw. Als ze
eenige dagen lang geftaan hebben, vallenze neur.
k r a c h t e n .
E Wortel van Koralkruyd, o f Dentaria, is verkoelende
, verfterkende, en te zamentrekkende
D
van aart. ,
6 driifi- ê e20£^en » en daar van gedronken , ver-
neeft & f menen en krimping des Ligchaams. Ge-
Bo (l dC inwcnt y e wonden en verzweeringen van de
,* va,n Longe, en andere zoo inwendige als uyt-
wondtge deelen. a j
* ^ rackma van het Pulver der gedroogde en ge-
S R * o f ' t N a t f Waardin, Waal- ■;
nipe 'A «SSHMsp maJor > gezoden is ge weeft, ee- 1
jg e « M j malkander geb ruykt, is goed voor
b e die van een hqqgte zijn ajgevallen ; en zich I
daar door verdeert hebben ; ook voor zulk e, die
meteen inwendige Brejek^ o f Gefehcurtheyd zijn ge-
De Knop-bolletjens van Dentaria Baccifera , wélke Tlin.1. 16.
groeyen tuflcheii de Bladeren en Steden, o f ook de Fa6- c ‘ -
Wortelen zelfs, op allerley manieren gegeeten , ver- lum'
floppen den B u y k , en gehéezen de Bloedgang o f .
roode Loop. ® ö
C X C V H O O F D S T U K .
T ANDEKENSKRU YD.
S U s in het JVeederlandfch genoemd na Narnea.
PlOMBAGINE, Öaprinella, en ook
j Deeze Plant bemind een goede, gemeene, zandi- Grond,
ge grond, matig doormengt met twee-jarige Paarde-
mift: een luchtige, warme, wel-geleegene plaats, en
tamelijk veel water in de Zomertijd.
1 ^ Valt niet geheel teeder van aart; en kan ftrenge Aart;
Wmer-koude eenige jaren lang uytftaan ; doch niet
altijd. , , j
Moet derhalven, (iets daar van in een Pot gezet waarnce-
zijnde, om wat in voorraad te hebben, indien de buy- mingin
tenftaande te niet mogten gaan), in de Maand Oc/o-dewintcr-
ber binnens huys worden gebragtj daar verzorgt teegens
fterke Vorfi, en gedurende de Winter onderhouden
met zeer weynig lauwgemaakt Reegenwater;
ook niet weer buyten gezet voor in het begin van Zpril,
met een aangename Lucht en zachte Reegen.
Geeft in deeze onze Landen noyt eenige Bloemen, Aanwia-
veel minder eenig Zaad. Kan echter genoegzaam ninS-
aangewonnen en vermeenigvuldigd worden door hare
aangewaflene jonge Wortelen: welke men met een waf*
fende Maan in April van de oude afneemt, en verplant.
K R A C H T E N .
H Tandekenskruyd, o f Dentillaria, is zeerfcharp. Deugden"
en brandende van aart.
De Bladeren gekneufd, en dan onder de voe- Dei. 1.14.
ten. gebonden, verdrijven de Sciatica, o f fihert der c' % ■
Heupen, anders genoemd Heupjigt. De zelv e, ■0f Adi“ -
ook het uytgeparftte Zap daar v an , gelegt op dc
beeten van dolle Honden, Beeren, o f Wolven, p'eriee-
zen ze. 1
D c zelve Bladeren geknauwd, én dikmaal de Oogen
daSr mee beftreeken, is een zeer goed hulpmiddel, om
niet alleen de fcheemering, maar ook de Schellen , of
Vlieden, daar van wech te neemen.
Het Kruyd in Wijn gezoden, en daar mee gewaf- Tal. Cel
fchen, geneeft d e ,Schurftheyd. Defgelijks dé bpene •
gaten en eceeren der Paerden, veroorzaakt door de wrij- Ï ””V
ving van dp Zadel. Laat ook niet toe, dat in de zelve c. °ft. a.
eenige Wormen zouden groeyen.
De Wortel van Tandekenskruyd geftofen, o f in Edik ^auhimes
gekookt, en de Tanden daar meê gewreeven, neemt d e ' ï 'o L'11'
fmerten der zelve wech.
cxcvi h o o f d s t u k .
DI C T AMNUS .
En zeer Medicinaal, en in deeze Landen verfcher-
ongemeen Gewas. Word beyde in het de name*.
Niederlandjeh en in het Latijn dus genoemd,
o f ook in de laatft-gemeldde taal
M m j D ictam