
Onder de soorten van timmerhout verdienen het ijzerhout,
het tamarinde-hout, het kajoe-meirah of rose-wood der
Engelschen vermelding. Djati-hout heeft men als proeve
in de nabijheid van Koepang geplant en met zeer voldoenden
uitslag. Het sandelhout van Timor loopt niet het minste
gevaar van door het Nieuw-Hollandsche verdrongen te worden
, daar het dit verre door zijn geur overtreft. Men vindt
er zoowel de witte als gele soort, hoewel de eerste zeer
zeldzaam is. Ofschoon thans het meeste sandelhout in de Be-
lonesche landen, vooral in Bani-Bani, dat aan TVaiwiko
grenst, wordt ingezameld, verzekeren echter de kenners,
dat het fijnste en geurigste in de eigenlijke Timoresche landen
wast. Uit de zeer talrijke kajoe-poetih-boomen zou eene
aanzienlijke hoeveelheid olie te trekken zijn", aan een boom,
onder den naam van kajoe Timor bekend, worden geneeskrachtige
eigenschappen toegekend, terwijl de inlanders ook
onderscheidene schorsen kennen, die zij als specifieke middelen
tegen verschillende kwalen beschouwen. Indien het
met het oog op de voortbrenselen van het plantemijk schijnen
kon, dat de snoeren der Portugezen hier in de liefelijkste
plaatsen zijn gevallen, moet men niet uit het oog verliezen
, hoezeer Nederlandsch Timor inde laatste j aren door
oorlogen en veeten geteisterd is, en hoe ongunstig die gestadige
onrust ongetwijfeld op de produktie en beschaving
heeft gewerkt.
Onder de voortbrengselen van het dierenrijk nemen de
uitmuntende paarden zonder twijfel den eersten rang in.
Volgens de getuigenis van den Heer Brouwer zijn zij onwaardeerbaar
bij het beklimmen van bergen en rotsen, maar
moet men ze niet beoordeelen naar die, welke men te Koepang
ziet, of, bij honderdtallen gekocht, door kustvaarders
worden uitgevoerd; men moet ze door ondervinding leeren
kennen op die plaatsen, waar zij, zooals in Loeka, Cailaco,
Venilale, Bibico en vooral Lailea, met eenige meerdere zorg
worden behandeld, om hunne voortreffelijke eigenschappen
te leeren op prijs stellen. Naast het paard verdienen de
buffel en het varken in aanmerking te komen, daar deze
beide dieren — het beperkt gebruik van het eerste bij den
landbouw daargelaten — niet slechts aan de inwoners vrij
algemeen tot voedsel verstrekken, maar tevens geschikte
voorwerpen zijn voor den ruilhandel met de Chinezen en
andere bezoekers der kusten. Schapen en geiten, mede in
talrijke kudden voorhanden, kunnen ook slechts als voedingsmiddelen
in aanmerking komen; de wol der schapen, ook
van die, welke men ter proefneming uit Zuid-Australië heeft
aan^evoerd, blijft zoo kort, dat zij de moeite van het scheren
niet loonen zou.
Over de was en de eetbare vogelnestjes heb ik elders
gesproken; maar ik moet hier nog inzonderheid de aandacht
vestigen op den rijkdom der zeeën rondom Timor,
die slechts daarom minder in tel schijnt, dewijl de Timo-
rezen en Rottinezen de slechtste zeelieden zijn die men
zich kan voorstellen, en alle takken van visscherij geheel
en al verwaarloozen, zoodat de inwoners van Koepang
geheel van viscli zouden verstoken zijn, indien er zich niet
doorgaans een honderdtal Solorezen ophielden, die van tijd
tot tijd worden afgewisseld en als roeijers en visschers onontbeerlijke
diensten bewijzen. Voor de bevolking van Solor
is in het algemeen de visscherij, maar vooral de walvisch-
vangst, een voorname tak van bestaan ‘. Zij snijden het
spek in stukken en droogen het in de zon als dingding,
terwijl zij het uitdruipend vet opvangen om het als traan
te nuttigen. Door deze zelfde eilanders wordt veel amber-
grijs, hetzij in de ingewanden der visschen, hetzij op zeo
drijvende, gevonden en verzameld en tot hoogen prijs verkocht.
Haaijen worden vooral om de vinnen, schildpadden
om de karet gevangen. De tripang, die aan Timors
koraalachtige stranden menigvuldig is, lokt jaarlijks een
aantal Boeginesche vaartuigen herwaarts. Parelbanken worden
op verschillende plaatsen langs de kusten van Rotti en
Timor gevonden, ofschoon de opbrengst van niet veel belang
is; terwijl de stranden eene voortreffelijke gelegenheid aanbieden
tot het inzamelen van sponsen. Van den grooten
overvloed van zout- en zoetwater-visschen, waarvan velen
een uitstekend voedsel opleveren, heb ik reeds elders gewaagd.
Over den mineralen rijkdom van Timor is reeds zooveel
gezegd, dat ik thans daarover zeer kort kan zijn. Koper is het
hoofdprodukt, maar ook ijzerertsen van verschillende soort zijn
in overvloed voorhanden. De goud-inzameling heeft vroeger
geene gunstige resultaten opgeleverd, en men schroomt
1 Do wijze, waarop zij de walvisschen vangen, is beschreven in het T. v.
N. I ., 1849, II, bl. 66, 67.