
De gulden wordt nu door een Spaansehe mat vervangen en
de dus verbeterde omas genadig aangenomen. Nu neemt
de vader der bruid iets anders, b. v. zijn hakmes op, en
zegt: “dit werktuig moest ik bij den veldarbeid jaren lang
“ten behoeve mijner dochter hanteren, aleer zij u ter vrouw
“kon worden.” De bruidegom biedt nu een gouden plaat
met een snoer moetisala of een paar zilveren armringen
aan, waarmede op dezelfde wijze gehandeld wordt. Vervolgens
beroept zich de vader op den schoffel, bij den tuin-
arbeid ten behoeve zijner dochter gebezigd; op de koude, de
hitte, den regen, den wind, waaraan hij bij zijne zorg voor haar
onderhoud zich heeft moeten blootstellen. Is hem dit alles
tot zijne tevredenheid vergolden, dan komen de aanspraken
van de moeder der bruid aan de beurt. De bezwaren
der zwangerschap, de hitte-kuur waaraan zich de moeder,
gelijk wij straks zien zullen, na de bevalling moest onderwerpen,
de eerste zorgen voor het nog hulpeloos wicht,
zelfs de moedermelk, waarmede zij het gevoed heeft, komen
achtereenvolgens ter sprake, en zoo worden den bruidegom
gedurig omassen van grooter waarde afgeperst, totdat hij
eindelijk eenige pinangvruchten in pand geeft, die hij later
ieder voor tien buffels moet inruilen. Ik zwijg van nog
andere afzetterijen, dewijl het alleen mijn doel was den
geest dezer onderhandelingen te doen kennen. Bij de geringe
lieden zijn de huwelijken met minder zwarigheden
verbonden, dewijl hunne eer niet verbiedt op de belie’s af te
dingen en de schraapzuchtige regenten wel zorgen, dat zij
over niet vele omassen te beschikken hebben. *
De veelwijverij is den Timorezen geoorloofd, doch wordt
onder den gemeenen man door de kosten der belie’s van
zelve beperkt. Daarentegen is zij zeer gewoon bij de hoofden,
wier rijkdom eenigermate naar het getal hunner vrouwen
geschat wordt. Intusschen bekleedt altijd eene der
vrouwen een hoogeren rang. De staatkunde van een Timo-
reschen jdadja of Fettor vordert, dat hij zich door een
neven-huwelijk verbindt met eene dochter van bijna eiken
zijner onderregenten, zoodat hij niet zelden van tien tot
twintig bijwijven en een evenredig getal kinderen heeft.
Men zegt zelfs dat vroeger de Keizers van Sonebait, toen
zij nog op hot toppunt hunner magt waren, niet minder
dan honderd vrouwen telden. Het huiselijk leven der Timorezen
is dien ten gevolge bij de hoogere en lagere stan-
[ den zeer verschillend: bij de eerste openbaren zich de be-
I kende nadeelen der veelwijverij, doch in de huishouding der
■ laatste heerscht doorgaans tevredenheid en zijn echtschei-
I dingen zeldzaam. Desniettemin zijn de vrouwen meer als
I de slavinnen, dan als de gezellinnen der mannen aan te
■ merken. Van haar wordt de meeste arbeid gevorderd;
I want behalve het spinnen van katoen, het weven en ver-
I wen der kleedjes, dat meer eigenaardig tot hare taak be-
I hoort, moeten zij haren echtgenoot in het planten, zaaijen,
I maaijen en verkoopen der veldvruchten behulpzaam zijn.
I Zeer opmerkelijk is het, dat men op Timor, gelijk bij zoo-
I vele andere Aziatische en Afrikaansche volken, de bekende
[ leviraats- of pligthuwelijken der Israëlieten terugvindt. Ook
I bij hen rust op den broeder van een overledene de verplig-
I ting, diens vrouw tot zich te nemen om bij haar in de
[ plaats zijns broeders kinderen te verwekken; onder de rij-
I ken kan deze pligt slechts met aanzienlijke opbrengsten
I in goud, vee of slaven aan de familie der weduwe worden
I afgekocht.
Onvruchtbaarheid wordt op Timor als een groot onge-
I luk aangemerkt en aan den invloed van vertoornde geesten
■ toegeschreven. Men tracht deze op te sporen door mid-
I del eener bijzondere wigchelarij, daarin bestaande, dat men
I eene lans in den stijl drukt, waarop het dak der woning
I rust, en die vóór de borst met de hand van den zoover
I mogelijk uitgestrekten linkerarm vasthoudende, tevens met
I de regterhand den stijl tracht te bereiken, terwijl inmid-
I dels de namen der verdachte Nitoe’s worden opgenoemd.
I De naam, bij welks vermelding de proef gelukt, is die
I van den gezochten Nitoe. Onbegrijpelijk is het hoe eenige
I waarde aan zulk eene lansmeting gehecht kan worden,
I daar het duidelijk is, dat, zoo de proef ten laatste gelukt,
I dit geheel natuurlijke oorzaken heeft, dewijl deels de punt
I allengs dieper in den stijl wordt gedrukt, deels de arm zich
I door oefening langzamerhand verder leert uitrekken. Des-
I niettegenstaande is deze manier van geesten op te sporen
I ook in vele andere gevallen, b. v. waar men hen voor de
I oorzaak van zekere ziekten houdt, gebruikelijk. Is eindelijk
I de vijandige geest opgespoord, dan tracht men zijne gunst
I door geloften te winnen, en heeft de vrouw daarna het
I geluk van zwanger te worden, dan wordt in tegen woor-
[ digheid der bloedverwanten een offermaal gehouden, dat