
naamde groen carbonaat. Ongelukkiglijk is de Heer von
Sommer kort daarna, den 23sten Julij 1849, te midden zijner
nasporingen overleden. De onderzoekingen zijn wel
voortgezet door den Heer Mr. A. G. Brouwer, die hem,
met het oog op de concessie ter ontginning, op zijne reis
vergezelde, maar daar deze Heer nog een nieuweling was
in het vak der mineralogie, kunnen zijne mededeelingen natuurlijk
niet denzelfden graad van vertrouwen inboezemen.
Daar hij echter door de hulp en het onderrigt van den
Heer von Sommer was voorgelicht, noopt mij het belang
der zaak uit zijn rapport, den 15den Augustus 1849 te Koepang
geschreven , en na zijné terugkomst op Java bij eene
nota van 22 Januarij 1850 nader aangevuld, eenige uittreksels
mede te deelen.
De Heer Brouwer is van oordeel, dat de vroegere, minder
gunstige rapporten omtrent den koperrijkdom van Ti-
mor steeds dezelfde dwaling ten grondslag hadden, die
namelijk, dat men steeds het koper in massa in gedegen
staat heeft willen vinden *. Dat de Timorezen, die geen ander
middel kennen om koper te verzamelen, dan het krabben
in ’t rivierzand met een aangepunten stok, slechts geringe
hoeveelheden verkrijgen, acht hij volstrekt geen bewijs tegen
den rijkdom der aderen , daar b. v. uit de mijnen van
Cornwallis gemiddeld slechts 7 pCt. zuiver koper verkregen
wordt *. Bovendien steunen die rapporten meest niet op
zelfstandig onderzoek en heeft veelal de een slechts den
ander afgeschreven. Hieraan is de zoozeer verspreide dwaling
te wijten, als ware het koper voornamelijk te zoeken
in het Portugesche grondgebied, vooral in den omtrek
van Dilly en Manatoetoe en in het zuid-oostelijk gedeelte
des eilands. Dat dit eene dwaling is, bleek den Heer Brouwer
niet alleen uit het resultaat der zorgvuldigste naspo- 1 2
1 Of dit ook geldt van de rapporten der Heeren Kruscman en Francis,
die hem niet waren medegedeeld, laat hij natuurlijk in het midden.
2 De Heer Brouwer haalt tot bevestiging de volgende woorden aan uit
von Sommers in 1845 geschreven Manual: “Native copper is common, hut
is seldom found in large quantities in any one spot. Almost all the copper
of commerce is procured from ores in which sulphur is combined with iron,
and of these the yellow ore is most abundant. The other combinations of
the metal often accompany the sulphurets, but are seldom found in sufficient
quantity to be smelted by themselves. The quantity of copper contained
in the sulphurets varies exceedingly. In some mines the ore does not contain
above three percent of pure copper and yet it pays for working."
rino-en in Portugeesch Timor, zoowel bij partikulieren als
in officiële rapporten gedaan; maar kan ook ten deele op
mineraloo'ische gronden worden aangetoond. Het terrein
omstreeks Dilly is eene steenkolen-formatie, en dit loopt zoozeer
in ft oog, dat hij met zijn reisgenoot zelfs pogingen
aan wendde, om concessie tot de ontginning van het Portugeesch
Gouvernement te verwerven. Volgens den Heer von
Sommer kan stellig binnen een omtrek van 20 Engelsche
mijlen van Dilly geen koper worden gevonden. De eenige
plek in de omstreken van Manatoetoe, die koper oplevert,
is de berg en rivier van Birak *. Hier moet dus de plaats
zijn van den koperberg der oude berigten, maar wel verre,
dat zich de oude sprookjes bevestigden omtrent den bijge-
loovigen eerbied, waarmede de inboorlingen dien koperberg
zouden beschouwen, vond de Heer Brouwer boven op den
Birak een kampong, en werden hem nog twee vroeger bewoonde
plaatsen aangewezen, welker bevolking, ten gevolge
der kinderziekte, was gestorven of verstrooid. De
overige, het gezag van Portugal erkennende plaatsen, die
den Heer Brouwer als koper voortbrengende zijn bekend geworden,
liggen in het midden-gedeelte des eilands , in de
landen van Waiwiko-Waihali, en in de nabijheid van die
streken van het Nederlandsch gebied, die vooral door haren
koperrijkdom uitmunten. Zij zijn Fatoe-mea, eene onderhoo-
righeid van het rijkje Soeai, en eene plaats in ’t gebied van
den kleinen Radja van Lamakané, die omstreeks den tijd der
zending van den Heer Francis de Portugesche vlag had
geheschen. Wat het rapport van den Heer Macklot betreft,
beroept zich de Heer Brouwer op het oordeel van den Administrateur
en Inspecteur der mijnen, Stift, reeds boven
door mij vermeld, en tegen de beweringen van den Heer
S. Muller stelt hij over zijne aan het Gouvernement aangebodene
verzameling van specimina, gedurende de 35daagsche
reis van Koepang naar Dilly door den Heer von Sommer,
bij het herhaaldelijk aan wal gaan, gemaakt, alsmede zijne
door den posthouder van Atapoepoe verzegelde verzameling
van specimina, opgegaard in het Fialarangsche, ter plaatse
voor welker ontginning hij zich bereid verklaart de concessie
van 5t Gouvernement te verzoeken.
De bedoelde plek, waarvan de Heer Brouwer tevens eene 1
1 “Birak" moet in het plaatselijk dialekt koper beteekenen.