
tot de gewesten onder Portugeesch oppergezag. Voor het
overige is ook dit oostelijk gedeelte van Timor gesplitst in
een zeer groot aantal landschappen, die in eene soortgelijke
betrekking staan tot den Lio-Rai of Keizer van Loeka aan
de Zuidkust, als waarin het middengedeelte tot dien van
Waiwiko-Waihali staat, en voormaals het westelijk gedeelte,
met uitzondering van Koepang, tot den Lio-Rai van Sone-
bait stond.
Al de bewoners van Timor behooren tot het geelkleurig
Polynesisch ras en komen in ligchaamsbouw en gelaatstrekken
zeer overeen met de Dajaks van Borneo en de Al-
foeren der Molukken. De huidkleur is bij den een wat
donkerder dan bij den ander, maar zwarte en kroesharige
Timorezen, waarvan sommige schrijvers gesproken hebben,
schijnen alleen in hunne verbeelding te bestaan; ten minste
wordt voor het Westen des eilands het aanwezen eener
zoodanige bevolking bepaald door den heer Muller weêr-
sproken. De ligchaamsbouw der mannen is welgemaakt en
van matige sterkte en grootte; maar men heeft opgemerkt,
dat in sommige streken de vrouwen buitengemeen klein
zijn. Het aangezigt der bewoners van Timor vertoont weinig
bijzonder in het oog loopende trekken; in het algemeen
zijn de oogen donker en vurig, de neus tamelijk plat, ofschoon
minder dan bij de echte Maleijers, de mond vrij
groot, de lippen vleezig en het hoofdhaar dik, sluik en
zwart. Het verschil tusschen de Timorezen en Belonezen
schijnt meer in kleeding en wapenrusting, gebruiken en
tongval, dan in kleur of ligchaamsbouw te bestaan.
VI.
Gelijk in het algemeen— ofschoon welligt het meest ten
gevolge van onbekendheid met de Portugesche bronnen —
de westelijke helft van Timor ons beter bekend is dan de
oostelijke, zoo zijn wij ook omtrent de meeningen, zeden
en gewoonten der eigenlijke Timorezen veel beter dan omtrent
die der Belonezen onderrigt. Omtrent de eigenaardigheden
van de levenswijze en gebruiken der eerstgenoemden
bezitten wij een grooten overvloed van berigten, waaronder
vooral die van den zendeling Heymering, die jaren
lang in deze streken verkeerde, bijzondere opmerkzaamheid
verdienen. Ofschoon de Belonezen ongeveer op denzelfden
trap van beschaving staan, zijn echter de volgende vlugtige
trekken, waarin ik gepoogd heb den hoofdinhoud der ver-
Ischillende berigten zamen te vatten, voornamelijk op de
bevolking der westelijke helft toepasselijk.
De bewoners van Timor bezitten geen eigen letterschrift,
hunne taal wordt niet geschreven, hunne instellingen en wetten
berusten alleen op gewoonte, en hunne historische overleveringen
zijn nimmer door hen zelven te boek gesteld.
Hunne vorsten, met uitzondering van die, welke den titel
van Lio-Rai voeren, en in naam of in der daad eene supre-
;matie over de overige oefenen, worden gewoonlijk Radja’s
I genoemd. Elke Radja heeft een of meer rijksgrooten, die
I in het Timoreesch Siko heeten, doch thans meer bekend
j zijn onder den, van het Portugeesch stammenden titel Fettor.
IOnder dezen staan de dorpshoofden, die men hier Tomo-
kong of Tamoekong noemt, overeenkomende met het Ma-
i leische Temonggong. Al deze hoofden oefenen, ieder in
\ hunnen kring, een volstrekt willekeurig gezag, en passen
de wetten on veranderlijk toe op de wijze, die het meest
I met hun eigenbelang strookt. De bevolking is verpligt de
\ velden harer hoofden te onderhouden, sandelhout voor hen
Ite kappen, en van de was, die zij inzamelt, een deel als
»■schatting af te staan. Bovendien worden allerlei andere
Iwillekeurige opbrengsten en heerendiensten gevorderd; en
falie misdrijven worden met boeten of, bij onvermogen tot
|betaling, met slavernij gestraft, ofschoon de Radja’s, waar
Ihunne willekeur niet door de Europesche Gouvernementen
Ibeperkt is, ook over leven en dood hunner onderdanen be-
I schikken. Een schrijver vergelijkt dien regeringsvorm niet
| ongepast met hetgeen plaats heeft in een nest witte mieren,
■waarin eene enkele een slapend leven leidt en al de overige
»werken om die vet te mesten. Desniettemin zijn de Timorezen
Izeer aan hunne Radja’s verknocht, ofschoon de eerbied,
dien zij voor hen koesteren, geheel van slaafschen aard en
het uitvloeisel van vrees, niet van genegenheid is.
De godsdienst der Timorezen is eene soort van vereering
der hemelligchamen (Sabeïsme), met velerlei ander bijgeloof
Iverbonden. De leer van Mohammed was, naar het schijnt,