
pachter stelde zich voor den betaalden pachtschat schadeloos
door allerlei woeker en knevelarij jegens de arme inboorlingen,
Portugesche vlag te hijschen. In 1677 poogde de Radja I
van Manatoetoe het Portugesche juk af te schudden. Hij I
werd echter overwonnen en uit zijn rijk verdreven, waarop I
hij de wijk pain naar Banda. Hij nam hier de Christelijke I
godsdienst aan, en ontving bij den doop den naam van Sa- I
lomo Speelman \ Een zijner voornaamste dienaren volgde I
zijn voorbeeld en erlangde den naam van Samson. Welke I
omkeering van het rad der fortuin Radja Salomo veroor- I
loofde in 1680 naar Timor terug te keeren, is mij onbe- , j
kend; maar ik vind aangeteekend, dat hij een Christen-on- I
derwijzer met zich nam, en verzocht met het bezoek van I
een Predikant begunstigd te worden. In 1688 werd het ge- I
zag der Compagnie onder al hare voormalige bondgenooten op I
Timors Oosthoek hersteld; doch de zwarte Portugezen hiel- I
den niet op hunne vijandige gezindheid te toonen: zij on- ■
herschepten de afgevaardigden, die uit de Belonesche lan- I
den, en bepaaldelijk ook uit Adé, naar Koepang gezonden I
werden, en belemmerden hunnen handel, waarover in de I
eerste helft der 18de eeuw herhaaldelijk klagten vernomen I
werden.
Intusschen werd voor ons établissement te Koepang eene I
heilzame afleiding geboren uit de onderlinge geschillen der I
Portugezen, die in 1702 uitbraken. In dat jaar zond het I
bestuur te Macao een blanken Portugees als Gouverneur 1
van Timor naar Lifauw, zonder eenige voorafgaande raad- I
pleging met den Teninti-Generaal van Oekoesi. De d Or- I
nay’s en da Costa’s, niet slechts naijverig op hun gezag, I
maar ook vreezende dat hun handel daardoor veel afbreuk I
zou lijden, waren geenszins met de vestiging van een Gou- I
verneur in hunne nabijheid ingenomen. Van nu af leefden I
de zwarte en blanke Portugezen in aanhoudende vijand- I
schap, ofschoon zij toch van tijd tot tijd, zich onderling ver- I
zoenende, tegen de Hollanders zamenspanden. Indien de I
zwarte Portugezen niet veel hooger dan als eene bende I
Boekaniers kunnen worden aangeschreven, ook met de I
blanke was het weinig beter gesteld. Het Gouvernement te I
Macao, ten einde met de minste moeite van de bezittingen I
op Timor het meeste voordeel te kunnen trekken, verpacht- I
te ze als een kroondomein aan den meestbiedende, zoo I
vaak de betrekking van Gouverneur was opengevallen. De I
en vele der blanke Gouverneurs maakten zich daardoor
zoo gehaat, dat zij zich slechts konden handhaven door
Isteun te zoeken bij de Teninti-Generaals en zich op hunne
-beurt te verbinden, hen tot de bereiking hunner bedoelingen
[ter zijde te staan.
Sedert de komst der blanke Gouverneurs begonnen de
j Portugezen hoog op te geven van hunne uitsluitende regten
op Timor, en de Gouverneur Don Pedro Mello, die het
bewind in 1731 aanvaardde, gaf zelfs een geschrift in het
licht, waarin hij de regten op Timor, die de Nederlanders
op den afstand van den koning van Ternate grondden, bestreed,
en onder anderen zeide , “dat den Nederlanders geen
“meer grond op Timor toekwam, dan door hun kanon kon
“bestreken worden.” Maar ofschoon Mello ook in vele andere
handelingen zijne vijandige gezindheid openbaarde, kon
[hij niets tegen het Hollandsch gezag ondernemen, vooral dewijl
hij zelf in 1733 met de zwarte Portugezen in oorlog
[raakte. Dit verhinderde evenwel deze laatsten niet in het
[volgende jaar een aanslag tegen Koepang te ondernemen,
[die echter mislukte, doordien zij in eenige schoten, die toevallig
uit het fort Concordia ter eere van den Lio-Rai
[van Sonebait gelost werden, het bewijs meenden te zien,
[dat hun toeleg verraden was. In 1744 spanden de blanke
[en zwarte Portugezen tot een nieuwen aanval op Koepang
[te zamen, om wraak te nemen over het verbranden door de
[onzen van een kruis, dat zij op Poelo Boerong in de baai
[van Koepang hadden opgerigt, ’t geen, als een onheilspellend
teeken, groote bekommering onder de bevolking dier
[plaats gewekt had. Doch de dood van den Gouverneur
[Don Castro in 1745, gevolgd door nieuwe oneenigheden en
[door den afval van Amfoang, dat in 1748 de zijde der Com-
Ipagnie koos, was oorzaak dat zij zich genoodzaakt vonden
■de volvoering van dit plan tot 1749 te verschuiven *.
I 1 Ik geef hieronder eene lijst van de mij bekende hoofden onzer nederzetting
op Timor, na de zending van de Vlaming tot 1749, waarin echter
■klaarblijkelijk onderscheiden gapingen voorkomen.
I 1665. Antonie Hurdt.
1 Den laatsten naam naar den beroemden Cornelis Speelman. I 1667. Jacob Pieterszoon de Carper.