
 
        
         
		zijn  om  mijne  lezers  de  overtuiging  te  geven,  dat  ik  niet  ten  
 onrechte  in  het  begin  van  dit  hoofdstuk  de  gebeurtenissen  der  
 laatste  jaren  in  de  woorden  „de  zege  van  het  nieuwe  stelsel“  
 heb  saamgevat.  Wei  is  die zege nog onvolkomen  en blijft,  zoolang  
 de  verplichte  koffiecultuur  wordt  gehandhaafd,  te  midden van het  
 nieuwe  gebouw  als het ware een oude toren overig,  die als een monument  
 van  een  anderen  bouwstjjl  de  harmonie  van  het  geheel  
 veratoort.  Maar  dat  ook  die  koffiecultuur  eigenlijk  in  beginsel  
 veroordeeld  is ,  blijkt  uit  het  streven  der  laatste  jaren  om  haar  
 in  eene  volkseultuur  ter  herscheppen  ‘) ,  die  door  den Javaan uit  
 eigen beweging gedreven wordt. Al de geschetste hervormingen heb-  
 ben  dezelfde  strekking  en  maken  met  elkander een samenstel van  
 maatregelen uit, dat de vrijmaking en ontwikkeling van den inlander,  
 zijne  opleiding  tot meer  zelfstandigheid  ten  doel  heeft,  en  er  naar  
 streeft de directe baten voor het Moederland voor indirecte te verwis-  
 selen.  Niet  al  die  hervormingen  zijn  even  gelukkig  geweest  en  
 sommige  zijn  tot  stand  gebracht  met  eene  overijling  en  gebrek  
 aan  overleg,  die  ze  althans  aanvankelijk  bet  doel  hebben  doen  
 missen.  De  afschaflSng  der  rottingslagen als politiestrafhad moeten  
 zijn  voorafgegaan  door  eene  algemeene  verbetering  der  gebrek-  
 kige  gevangenissen,  en  is,  bij  gebreke  daarvan,  voor  vele inlanders  
 eer  een  ramp  dan  een  zegen  geweest.  De  scheiding  van de  
 administratieve  en  rechterljjke  macht  kan  eerst  dan  een  weldaad  
 voor  de  Javaansche  bevolking  worden,  wanneer  het  daarbij  be-  
 gane  schier  ongeloofelijke  verzuim  is  hersteld,  om  haar  rechters  
 te  geven  die,  in  plaats  van  zieh  met  een  gebrekkig  en  voor  
 het  gros  der  bevolking  onverstaanbaar  Maleisch  te  behelpen,  
 hare  taal  verstaan,  haar  in  hare  taal  verhooren  en  in  hare  
 taal  voor  haar  rechtspreken.  Het  inlandsch  onderwijs  heeft  
 veel  geld  gekost  in  verhouding  tot  de  geringe  vruchten  
 die  het  heeft  afgeworpen,  en  zou  waarschijnlijk  beter  geslaagd  
 zijn,  indien  men  minder  schroomvallig  was  geweest  om  den  
 Javaan  tot  de  kennis  onzer  taal  op  te  leiden  en  deze  als middel  
 te  gebruiken  om  hem  tot  meerdere  kennis  en  ontwikkeling  op 
 te  leiden.  De  onuitvoerbaarheid  der  nieuwe  regelen  voor  den  
 aanslag  en  de  heffing  der  landrente  ontworpen,  is  een  treurig  
 bewijs  hoe  weinig  soms  bij  die  hervormingen  de  ervaring  ge-  
 raadpleegd  is ,  hoe  gebrekkig  de  gegevens  waren  waarop  zij  
 steunden.  Maar  bovenal,  indien  het  Java  zal  welgaan,  moet een  
 middel  gevonden  worden  om het aan den invloed der gedurige wen-  
 telingen  van  den  parlementairen  regeeringsvorm  te  onttrekken,  
 om  aan  het  bestuur  eenheid  en  vastheid  te  geven,  en  te  ver-  
 hoeden  dat  telkens  heden  worde  afgebroken  wat  gisteren  was  
 opgebouwd.  Er  moet  een  middel  gevonden  worden  om  den band  
 der  eenheid  tusschen  het  Moederland  en  de  Nederlandsche  ko-  
 lonisten  op  Java  weder  te  versterken,  en  te  voorkomen  dat,  
 door  de  wijze  waarop  hier  de  belangen  van  Java  behandeld  en  
 vaak  miskend  worden  ,  een  geest  van  ontevredenheid  en  verzet  
 worde  wakker  gehouden,  die  meer  bwaad  kan  stichten  dan  nu  
 nog  te  berekenen  valt.  Yeel  is  er  dus  nog  te  doen  overig;  
 maar  zij  die  vertrouwen  stellen  in  de  begin seien  waaraan,  
 onder  menigerlei  tegenwerking,  het  Nederlandsch  bestuur  over  
 Java  sedert  1848  in  het  algemeen  getrouw  is  gebleven,  zullen  
 de  toekomst  van  het  schoone  eiland  met  hoopvolle  verwachting  
 te  gemoet  zien. 
 EINDE  VAN.  HET  TWEEDE  DEEL.