
 
        
         
		ben  verloren,  met  eigen  krachten het leger te Tjomplong,  waarna  
 hjj  Sampang  stormenderhand  veroverde  en  over  Balega  naar  
 Koeanjar  l)  trok.  Hier  vatte  hij  post  om  af  te  wachten  wat  de  
 Madoereesche  prins  verder  doen  zou. 
 Weldra  vernam  men  nu  dat  Tjakra-ning-Rat  met  twee  zjjner  
 zonen  naar  Bandjermasin  was  gevlucht,  waarop Yerijssel besloot  
 naar  zijne  hoofdplaats  Sambilangan  op  te  rukken,  die  zonder  
 tegenstand  bezet  werd.  De  Madoereesche  oorlog  was  hiermede  
 geeindigd.  Tjakra-ning-Rat  poogde  van  Bandjermasin  met  een  
 Engelsch  scheepje  ook  zelf  naar  Benkoelen  te  vluchten,  maar  
 werd  op  de  vertoogen  van  een  Bataviaasch  vrijburger,  Kruis-  
 bergen  genaamd,  die  daar  met  zijn  vaartuig  lag,  en  van  den  
 Pangeran  van  het  eiland  Bawean,  die  door  Yerijssel  totdatdoel  
 was  gezonden,  door, den  Sultan  van  Bandjermasin  als  rebel aan  
 de  Compagnie  uitgeleverd.  Hij  werd  daarop  naar Batavia gevoerd  
 en  vandaar  naar  de  Kaap  de  Goede  Hoop  gebannen.  De  beide  
 zonen  die  met  hem  gevlucht  waren,  zond  de  Comgagnie  naar  
 Ceilon;  de  derde  hleef  te  Benkoelen;  de  vierde  eindelijk,  de  
 Regent van  Sidajoe,  had  door  zijn  tijdigen  afval  van  de zaak zijns  
 vaders zoozeer de gunst der Compagnie verworven, dat hij  onder den  
 naam  van  Raden  Adipati  Setjä  Adi-ning-Rat  in  diens  plaats  tot  
 regent  van  West-Madoera  werd  verheven,  terwijl  een  hroeder  
 van  den  regent  van  Gresik  hem  in  het  hestuur  over  Sidajoe  
 verving  2). 
 De  Gouverneur-Generaal  van  Imhoff,  die  zieh  door  een werk-  
 zamen  en  ondernemenden  aard  van  de meeste  zijner voorgangers  
 onderscheidde,  had,  na  het  contract  met  Mataram  van  1743,  
 dat  aan  de  Compagnie,  in  plaats  van enkele versterkte forten, de  
 souvereiniteit  over  een  uitgestrekt  gehied  in  de  strandgewesten  
 van  Oost-Java  geschonken  had,  zieh  met  veelomvattende  plan-  
 nen  tot  hervorming  van  het  bestuur  in  die  gewesten  bezig  ge-  
 houden.  Doch  alvorens  stappen  tot  de uitvoering zijner ontwerpen  
 te  doen,  wenschte  hij  den  stand  van  zaken  met  eigen oogen gade 
 *)  Zie  boven  ,  blz.  364. 
 2)  Van  Imhoff  in  Bijdr.  t.  I  T.  L.  en  Vk.  I   321,  372;  Madoereesche babad in T.  
 v.  I .  T.  L.  en  Vk,  XX.  283. 
 te  slaan.  Toen  het  uithreken  van  den  Madoereeschen  oorlog  dit  
 in  1744  verhinderde,  zat  hij  echter  niet  stil,  maar  deed  in  de  
 maanden  Augustus  en  September  van  dat  jaar  eene  reis  door de  
 zoogenaamde  „Jakatrasche  bovenlanden“  *).  De  reis  ging  van  
 Batavia  over  Tanger an,  Sampoera 2) ,  Koeripan  en Tjampea naar  
 Kampong  Baroe,  destjjds  de  hoofdplaats  van  een  district  datvrij  
 wel  met  het  tegenwoordige  district  Buitenzorg  schijnt  overeen  
 te  komen.  Yan  Imhoff  was  getroffen  zoowel  door de schoonheid,  
 de  vruchtbaarheid  en  het  heerlijk  klimaat dezer  streek,  als door  
 de  geringheid  der  bevolking.  Hij  achtte  haar  bij  uitstek geschikt  
 voor  eene  Europeesche  kolonie,  en  liet  daarom  zoowel  van  het  
 land  tusschen  Tjampea  en  Kampong  Baroe,  als  van  dat  ten  
 zuiden  dezer  negerie,  bijzondere  kaarten  vervaardigen.  Aan  den  
 Demang  van  Kampong  Baroe  gaf  hij  last  dit  laatste  voor  reke-  
 ning  der  Compagnie,  en  onder  toezicht  van  den Gecommitteerde  
 tot  de  zaken  der  inlanders,  te  doen  heploegen  en  in  gereedheid  
 brengen  voor  den  aanleg  van  een tuin. Een verder uitvloeisel hier-  
 van  was  zijn  voorstel,  den  10den Augustus 1745 aan den Raad van  
 Indie  gedaan,  om  dit  gebied  te  bestemmen  tot  een buitenverblijf  
 van  de  Gouverneurs-Generaal,  die  het,  door  van  versehillende  
 zijden  bevolking  daarheen  te  lokken  en  er  allerlei  proeven  op  
 het  gebied  van  land-  en  tuinbouw  te  doen  verrichten,  tot  een  
 voorheeld  en  opwekking  voor  den  Javaanschen  landman  zouden  
 doen  strekken.  Dit  voorstel,  door  den  Raad  van  Indie overgeno-  
 men,  werd  door  de  Bewindhebbers  in  het  Yaderland,  naar  luid  
 hunner  missive  van  15  Febr.  1747,  goedgekeurd  3) ,  en  alzoo  
 de  grond  gelegd  voor  een  lustoord,  dat,  te  midden  der  velerlei  
 lotgevallen  die  het  sedert ondergaan heeft, in het algemeen, onder  
 den  naam  van  Buitenzorg,  tot  heden  aan  zijne  oorspronkelijke  
 bestemming  getrouw  en  een  der  schoonste  sieraden  van  Java  
 gebleven  is. 
 Yan  Kampong  Baroe  wilde  van  Imhoff  zieh  over  Tji  Lingsi 
 *)  Zie  het  verhaal  dezer  reis  in  Bijdr.  t .   d.  I .  T.  L.  en  Vk.  N .  V.  V II.  229. 
 2)  Zie  over  dezen  thans  van  de  kaarten  verdwenen  post  Valentijn  IV.  1.  11; volgens  
 zijne  kaart  ligt  hij  ten  Z.  van  Lengkong  (Linkon),  ongeveer  ter  plaatse van het tegenwoordige  
 Serpong. 
 3)  Bijdr.  t.  d.  I .  T,  L .  en  Vk.,  t .   a.  p .  254.