
 
        
         
		werd,  dat  de  schepen  van  Pate  Unuz  kwamen  opdagen van  eene  
 andere  zijde  dan  men  ze  verwacht  had.  Deze  was  nämelijk,  teil  
 einde  de  stad  te  verrassen,  ter  sluiks  längs  de kust van Sumatra  
 en  onder  bedekking  der  haar  omzoomende  eilanden  noordwaarts  
 tot  aan  den  mond  der  rivier  van  Siak  opgestevend  en  vandaar  
 de  Straat  overgestoken,  zoodat  men  onverwachts  de  zee  ten  
 westen  der  stad  met  zijne  talrijke  vaartuigen  bedekt  zag. 
 De  Portugeezen  begrepen  echter  spoedig,  dat  dit  slechts  de  
 vloot  van  Pate  Unuz  kon  zijn,  en  ofschoon  haré  plotselinge  ver-  
 schijning  aanvankelijk  ontsteltenis  en  verwarring  veroorzaakte,  
 besloten  zjj  moedig  hem  met  de  geheele  macht  die  zij  konden  
 bijeen  brengen,  namelijk  met  17  schepen  bemand  met  850  
 Europeanen  en  eenige  getrouwe  inlanders,  te  gemoet  te  varen.  
 Het  geschut  der  Portugeezen  richtte  onder  de  vaartuigen  van  
 Pate  Unuz  vrij  wat  schade  aan;  doch  deze,  zonder  hun  schieten  
 te  beantwoorden,  vervolgde  zijn  tocht  dicht  längs  de  kust  in  
 zooveel  mogelijk  gesloten  linie,  totdat  hij  bij  het  vallen  van den  
 nacht  voór  de  stad  en  de  Javaansche  voorstad  ten  ankerkwam,  
 terwijl  de  duisternis  de  voortzetting  van  den  strijd  belette. 
 De  Portugeezen,  het  ontoereikende  hunner  verdedigingsmid-  
 delen  gevoelende,  brachten  den  nacht  in  ängstige  overleggingen  
 do°r;  doch  zelfs  het  gezag  van  den  Gouverneur  Ruy  de  Brito  
 kon  d Andrade  niet  afbrengen  van  zijn  voornemen,  om  Pate  
 Unuz  met  de.  kleine  seheepsmacht  die  hij  onder  zieh  had,  aan  
 te  tasten,  omdat  diens  houding  op  den  vorigen  dag hem  de over-  
 tuiging  had  gegeven,  dat  zijn  hoofddoel  was  voet  aan  wal  te  
 .zetten  en  zieh  door  den  steun  der  bevolking  te  versterken,  en  
 dat hij  weinig  genegenheid  had  zieh aan een scheepsstrijd te wagen.  
 Terwijl  dus  stad  en  sterkte  zooveel  mogelijk  in  staat  van  tegen-  
 weer  gebracht  werden,  maakte  d’Andrade  alles  gereed,  om  bij  
 het  aanbreken  van  den  dag  de  dicht  opeengedrongen kleine vaartuigen  
 des  vijands,  die  het  meest  in  zijne  nabijheid  lagen,  met  
 raketten  in  brand  te  schieten,  terwijl  hij  van  de  daaruit geboren  
 verwarring  dacht  gebruib  te  maken,  om  de  groote jonken  aan te  
 tasten  en  aan  boord  te  klampen. 
 Inmiddels  had  Pate  Unuz  zieh  met  de  Javanen  in  de  stad  in 
 betrekking  gesteld;  maar  hij  was  niet  weinig  ontmoedigd  en  
 teleurgesteld,  toen  hij  van  hun  opperhoofd  Soerja  Dewa  ver-  
 nam,  dat  Pate  Quetir,  op  wiens  raad  en  bijstand  hij  vooral  had  
 gesteund,  verslagen  en  gevlucht  was.  De  stoute  aanval  der  Portugeezen  
 en  de  groote  schade  die  hun  geschut  aan  zijne  eigene  
 jonk  toebracht,  vermeerderden  weihaast  zijne  verwarring,  en  
 Soerja  Dewa  met  de  zijnen  bleken  veel  meer  door  zorg  voor  
 eigen  lijf  en  goed  dan  door  ijver  voor  de  gemeene  zaak  bezield  
 te  zijn.  Het  plan  om  aan  land  te  gaan  en de Portugeesche sterkte  
 aan  te  tasten,  werd  dus  voorloopig  opgegeven,  terwijl  de  dap-  
 perheid  vän  den  vijand  aan Pate Unuz  zooveel ontzag inboezemde,  
 dat  hij,  in  weerwil  zijner  groote  overmacht,  alleen  van  geduld  
 en  beleid  een  eindelijke  zege  durfde  hopen.  Hij  besloot  dus met  
 zijne  gansche  vloot  naar  de  rivier Moear  af te  zakken  en vandaar  
 u it,  in  overleg  met  Soeija  Dewa,  de Portugeezen te verontrusten  
 en  af  te  matten.  Om  zijn  voornemen  voor  den  vijand  te  verbergen  
 ,  liet  hij  op  zijne  schepen  zoo  groot  rumoer  en  geschreeuw  
 maken,  dat  d’Andrade  niet  anders  dacht  of  een  deel der Javanen  
 was  aan  land  gegaan,  terwijl  het  andere deel  zieh  tot  een aanval  
 op  zijne  schepen  gereed  maakte. 
 Doch  toen  bij  het  eerste  daglicht  de  Portugeezen  de wäre  toe-  
 dracht  bespeurden  en  bemerkten  dat de vijand in zijne overhaasting  
 zelfs  menig  anker in den steek liet, werd hun moed tot den hoogsten  
 graad  aangewakkerd.  Eensklaps  verhief  zieh,  zoowel  van  het  
 fort  als  van  de  vloot,  de  kreet:  „Yictorie,  victorie!  de  vijanden  
 vluchten.“  Met  groote  geestdrift  vervolgden  zij  Pate  Unuz,  staken  
 met  het  gereed  gemaakte  vuurwerk  een  groot  deel  zijner  
 kleine  vaartuigen  in  brand,  en  hadden  de  voldoening  dat hij met  
 zijne  groote  jonk,  door  alle  andere  jonken  gevolgd,  zonder  ver-  
 der  aan  de  rivier  Moear  te  denken,  en  zelfs  zonder  eenigen  te-  
 genweer  te  beproeven,  in  aller  ijl  naar  Java  terugkeerde.  Twee  
 jonken,  waaronder  die  van  den  Toemenggoeng  van  Palembang,  
 werden  door  de  Portugeezen  veroverd,  en  Pate  Unuz  zelf  had  
 waarschijnlijk  zijn  behoud  alleen  te  danken  aan  een  hevigedon-  
 derbui,  die  de  Portugeezen  in  de  verdere vervolging belemmerde.  
 Door  de  nederlagen  van  Pate  Quetir  en  Pate  Unuz  waren  de