
gaf in zijne adviezen aan Reael en aan het Opperbestuur niet
onduidelijk te kennen, dat hij aan openbare vijandschap, zoo met de
Engelschen als met de Bantenners, verre de voorkeur gafboven
den dubbelzinnigen toestand waarin hij zoo lang tegenover beide
had verkeerd. De bewindhebbers bleven nog steeds weifelend
omtrent den weg dien zij hadden in te slaan, daar zij nogaltijd
even besluiteloos waren omtrent de plaats die zjj voor het alge-
meen middelpunt van handel en gezag, het algemeen rendez-vous
zooals zij het noemden, verkiezen zouden. Een samenloop van
toevallige omstandigheden, veelmeer dan een wel overlegd plan,
zou eindelijk in 1619 die gewichtige vraag tot een beslissing
brengen.
De moeielijkheden gerezen over het Fransche schip St. Michel,
waarop Koen beslag had gelegd omdat het onder Nederlandsche vlag
zeeroof had gepleegd, waren oorzaak dat hij niet alleen dreigde
Banten geheel te verlaten, maar ook werkeljjk meer aandacht
dan ooit te voren aan de faktorie te Djakarta begon te wijden, die
hem bij deze hevige twisten groote diensten had bewezen. Die
faktorie bestond reeds uit twee hoofdgebouwen, Nassau en Mauritius
geheeten, door een pagger omgeven en aan een 800
tal personen tot verbljjf strekkend. Den 10dcn Juli 1618 besloot
Koen hier eene kleine besetting te plaatsen, uit 24 man bestaande,
een maatregel waartoe hij vooral ook door een maar al te ge-
grond wantrouwen jegens zijne Engelsche buren werd genoopt.
Maar ook nu stond het plan niet vast om hier het algemeen
rendez-vous te stichten en koesterde de Directeur nog een oogen-
blik de hoop, dat de tweedracht die tusschen de Engelschen
en den rijksbestuurder van Banten ontstaan scheen, hem den weg
tot herstel der verstandhouding met dezen laatsten zou ba-
nen, toen de tijding dat het Nederlandsch kantoor te Djapara
was afgeloopen, reeds den volgenden dag door een verraderlijken
maar gelukkig verijdelden aanslag op de loge te Djakarta ge-
volgd, hem de overtuiging gaf, dat de vorsten en regenten van
Java een samenzwering hadden gesmeed, om door een alge-
meenen moord der Niederländers de stichting van een rendez-vous
te voorkomen. Koen, van alle zijden door overmachtige vijanden
bedreigd, laat zieh echter niet ontmoedigen. Hij brengt de kas-
sen van de faktorie van Djakarta in veiligheid op de schepen,
en besluit, zonder zieh verder om de vergunning van den regent
te bekümmeren, de loge in zoodanigen staat van tegenweer
te brengen, dat hij die tegen een binnen- en buitenlandschen
vijand kan staande houden. Hij werft matrozen aan die op het
punt stonden naar het vaderland terug te keeren, bouwt bolwer-
ken, werpt batterijen op, beplant ze met geschut, en, zonder
zieh door de vertoogen van den rijksbestuurder van Banten en
den regent van Djakarta, die door deze wending der zaken ver-
schrikt waren, in zijn voornemen te laten storen, besluit hij den
22sten October, dat hier ten behoeve van het Nederlandsch gezag
een volkomen fort zal verrijzen.
Maar nog een erger vijand komt weldra opdagen. Wij zagen reeds
dat in Europa door de Nederlandsche en Engelsche Compagnien ja-
ren lang onderhandelingen gevoerd waren om beider twisten te be-
slechten. Het hoofdpunt in geschil was het specerij-monopolie. De
Niederländers beweerden dat zij dit ten koste van bloed en schatten
op Spanje veroverd hadden en voortdurend handhaven moesten, en
dat het niet billijk was dat anderen daarin deelden, tenzij ze ook
deelden in de lasten van den krijg. De Engelschen, zieh beroe-
pende op het gelijk recht tot vrijen handel dat aan alle natien
toekomt, wilden bij voortduring de lasten alleen door de Niederländers
doen dragen, en, als onzijdigen, doorvreedzamenhandel
voordeel trekken van de ontweldiging der Molukken aan de
Spaansche heerschappij. Toen alle middelen om tot een vergelijk
te geräken, schenen uitgeput, waren de Engelschen tot het besluit
gekomen om de Niederländers uit Indie te verjagen en te
trachten Koen, dien zij als hun bittersten en bekwaamsten vijand
beschouwden, dood of levend in handen te krijgen. Koning Ja-
kobus, ofschoon het behoud des vredes wenschende, werd eeni-
germate medeplichtig aan de gewelddadige handelingen der Compagnie
door de dubbelzinnigheid der instruction aan de Engelsche
vlootvoogden Thomas Dale en William Parker gegeven, die den
8sten December 1618 een vijftiental bodems in de Java-zee ver-
eenigd hadden. Zij begonnen de vijandelijkheden met zieh mees