
opwaarts bij Toekon ‘), maar daar lag eene aanzienljjke macht
bepaggerd. De dappere kapitein Westdorp werd den 14den Ooto-
ber het slachtoffer zjjner vermetele poging om den overmaohtigen
vijand van daar te verdrjjven. Bij zijn val sloegen de Javanen
op de vlucht; hun bevelhebber Soerän&ta had gezorgd zieh niet
aan gevaar bloot te stellen. Tak redde het overschot van West-
dorps brigade, maar men vond zieh nu aan alle zjjden door
vijanden omringd en de rivier over te steken was onmogeljjk.
De versterking, juist op dat tijdstip aangebracht door de kapiteins
Renesse en Muller, die met den linkervleugel den weg over Rern-
bang genomen hadden, was voor het oogenblik van weinig waarde,
daar de troepen door vermoeienis en ontbering waren uitgeput.
Er bleef niets over dan zieh in Singkal te versterken en de ge-
durige aanvallen der Madoereesche lanciers zoo goed mogeljjk af
te slaan; maar de toestand werd eindeljjk zoo onhoudbaar, dat
men de noodzakelijkheid inzag om, het kostte wat het wilde, de
positie des vijands te Toekon te forceeren. Den 24stei1 October
gelukte het aan kapitein Renesse den vijand over de rivier te
jagen, zijn legerplaats te verbranden en een goeden voorraad
leeftocht te Singkal binnen te brengen. De opperbevelhebber van
Troena Djaja was in den strijd gesneuveld.
Inmiddels had de invloed van Banten de aanvankeljjk geslaagde
pogingen van Bastincq bij Kraeng Galesoeng doen mislukken en
eene nieuwe verzoening tusschen den Makassaar en Troena Djaja
bewerkt. Bastincq, zijne pogingen verjjdeld ziende, had ruim dui-
zend man, maar met slechts 14 Europeanen daaronder, bijeen-
gebracht, om proviand en ammunitie aan het leger van Hurdt
toe te voeren, maar was bij den opmarsch naar Singkal door
aanvallen van den vijand en verraad van de zijnen in het
grootste gevaar gebracht. Echter slaagde kapitein Tak den
3den November in de poging om hem met zijne ruiters te ontzet-
ten en bracht hjj het konvooi behouden binnen Singkal.
Men had zieh middelerwjjl overtuigd dat het ook te Toekon niet
*) Singkal en Toekon lagen ongeveer ter plaatse waar op onze kaarten Meritjan en
M§djär&tä gevonden worden. De topographische kaart »an Kediri, die thans in bewer-
king is , zal waarschpnlijk omtrent het terrein van dezen strijd xneer licht geven.
mogelijk was met de voorhanden hulpmiddelen de rivier over te
steken; maar daar de nood drong, beproefde men het in den
nacht tusschen den 10den en 1 l d™ November te Singkal met vier
vaartuigen, door scheepstimmerlieden van Demak opzetteljjk
daarvoor uitgerust. Wel moest wegens de lafhartigheid der Javanen
en het omslaan van twee der vaartuigen ook deze poging
worden opgegeven; doch Hurdt liet zieh niet ontmoedigen. Hij liet
nieuwe betere vaartuigen maken en eene batterij opwerpen om den
overtocht te dekken, en den 16den November werd het stoutbe-
drjjf andermaal ondernomen en eindeljjk onder ongeloofeljjke
moeilijkheden volvoerd. Kapitein Tak en de Balinees Djaja Lalana
gaven een voorbeeld van stoutmoedigheid dat ditmaal ook de
Javanen aanvuurde, tenzjj wellicht de door hen betoonde held-
haftigheid is toe te schrijven aan het slaan op een heilige gong,
die de Soesoehoenan op zijne vlucht uit Mataram had medegevoerd ')
Hoe het zjj, de overtocht werd geforceerd, de batterij en des
vijands werden veroverd, elf stukken geschut buit gemaakt, en
het leger der Compagnie verschanste zieh op den anderen oever.
Twee dagen later werden de troepen bij eene groote verkenning
met Troena Djaja zelven slaags; maar zelfs de heilige standaard
uit Mekka kon zijne scharen niet voor de nederlaag behoeden.
In allerjjl moest hij zieh binnen Kediri terugtrekken.
Hurdt bracht nu ook zijn hoofdkwartier naar den rechteroever
over en bestemde den 25sten November tot een algemeenen aanval.
Terwijl St. Martin en Tak aan de noordwestzijde stormenderhand
binnen de stad geraakten, gelukte het aan de troepen van Hurdt,
onder een hagelbui van kogels, werpspiesen en steenen, en
terwijl eene vijandelijke batterij door haar eigen kruid in de lucht
vloog, den vijand aan de noordoostzijde uit zijne werken te verjagen
en de poort binnen te dringen. Maar nu werd eerst op de
aloen-aloen en daarna binnen den kraton de strijd met dezelfde
volharding voortgezet. De verwarring was onbeschrijfeljjk; zelfs
kwain eene der vrouwen van Troena Djaja, terwijl zjj in haar
draagstoel werd weggevoerd, door een musketschot om hetleven.