
 
        
         
		man  daardoor  geschaad  werden,  indien  hij  zioh  maar  rüstig  
 hield.  Maar  zeker  is  het  dat  het  stelsel dat  zoo bij  uitnemendbeid  
 gegrond  heette  te  zijn  op  de  adat  der  Javanen,  deze  in  menig  
 opzioht  juist  daar  inet  voeten  trad,  waar  zij  de  strekking  had  
 voor  het  welzijn  der  dessabewoners  te  waken.  De  dessahoofden  
 werden  onder  dat  stelsel  geheel  werktuigen  van  het  openbaar  
 gezag,  en  het  recht  der  dorpsbewoners  om  ze  vrijelijk te kiezen,  
 schoon  in  schijn  bewaard,  ging  in  werkelijkheid  verloren.  Men  
 had  geen  zelfstandige  mannen,  maar  afhankeljjke  dienaren  noo-  
 dig.  Wie  ongeschikt  of  onwillig  was  om  tot  vermeerdering  der  
 producten  behulpzaam  te  zijn,  werd  met  rottingslagen  gestraft,  
 en  toen  dit  in  1841  verboden  was,  bij  het  minste  verzuim  uit  
 zjjne  betrekking  ontslagen.  Een  sohaamtelooze  handel  in  dorps-  
 ambten  werd  daaruit  geboren,  en  niet  zelden  zag  men  gewezen  
 oppassers  of  staljongens  aan  het  hoofd  eener  dessa  geplaatst  ‘).  
 De  door  de  adat  beschermde  rechten  der  inlanders  op  hunne  
 bouwlanden  werden  voorts,  vooral  ten  behoeve  der  suiker-  
 cultuur,  dikwijls  schromehjk  miskend.  In  het  belang  der  
 ondernemingen  werden  niet  zelden  de  meeste,  ja  zelfs  al  
 de  velden  eener  dessa  met  riet  beplant,  en  de  arme  
 landbouwers  moesten  zieh  vergenoegen  met  de  toewijzing  van  
 bouwland  aan  verder  van  de  fabriek  verwijderde  dessa’s  behoo-  
 rende,  die  dan  daarentegen  van  afstand  van  gronden  voor  de  
 cultuur  verschoond  bleven.  Maar  de  ergste  miskenning  van  de  
 rechten  der  inlanders  had  daar  plaats,  waar  individueel  grond-  
 bezit  heerschte,  of  in  eenige  dessa,  nevens de gemeenschappelijke  
 velden,  op  grond  der  door  ontginning  verworven  rechten,  ook  
 sawah  jäsä  *)  voorkwamen.  Op  die  individueel  bezeten  akkers  
 was  het  cultuur stelsel  moeilijk  toe  te  passen  3).  Yandaar  dat  
 bij  de  invoering  der  suikercultuur  in  vele  streken  de sawah jäsä  
 eenvoudig  aan  de  gemeentegronden  getrokken  en  de  rechten  der  
 bezitters  ter  zijde  geschoven  werden.  Yandaar  dat in de residentie  
 Tjeribon,  waar  het  individueel  bezit,  gelijk  in de overige Soenda-  
 landen,  heerschende  was,  eene  geheele  maatschappelijke omwen- 
 V.  Deventer,  I I I .  283.  2)  Zie  D.  I .  658* 
 3)  Vgl.  Rochussen,  Toelichting.  120;  T.  v.  N.  I .  1863,  I .  146. 
 teling  tot  stand  kwam  *),  en  onder  andere  een  der  regenten  in  
 het  district  Gegesik  lor  in  1883  van  alle  dessahoofden  en  landbouwers  
 de  registers  en  bewijzen  hunner  rechten  opeischte  en  
 verbrandde,  om  aan  het  individueel  bezit  voor  goed  een  einde  
 te  maken  *). 
 In  Juni  1833  maakte  van  den  Bosch  gebruik  van  de  hem  
 verleende  machtiging  om  als  Commissaris-Generaal  op  tetreden,  
 en  nadat  hij  den  2denjuli  daaraanvolgende  in  naam des  Konings  
 aan  den  Yice-President  van  den  Baad  van  Indie,.J.  C.  Baud,  
 de  waardigheid  van  Gouverneur-Generaal  ad  interim  had  opge-  
 dragen,  met  den  bepaalden  last  om  zijne  beschikkingen  omtrent  
 de  cultures  in  allen  deele  te  volgen  en  uit  te  voeren,  vertrok  
 hij  naar  Sumatra,  vanwaar  hij  in  Febr.  1834  de  reis  naar  het  
 Moederland  aannam.  Hier  zag  hij  zieh  vereerd met het  volledigst  
 vertrouwen  des  Konings,  die  hem  met  het  Departement  van Kolonien  
 belastte.  Tot  1840  bleef  van  den  Bosch  als Minister werk-  
 zaam,  en  daar  aan  Bapd,  even  als  aan  zijn  opvolger  Generaal  
 de  Eerens,  die  in  Februari  1836  het  bestuur  van hem ovemam,  
 slechts  zeer  geringe  vrijheid  van  handelen  werd  gelaten,  kan  
 men deze jaren in hoofdzaak eenvoudig als de voortzetting van het bestuur  
 van  v.  d.  Bosch beschouwen.  Bij den stijgenden nood van het  
 Moederland,  ten  gevolge  der  steeds  voortdurende  verwikkelingen  
 met  Belgie,  werden  ook  de  eischen  tot  remises  van  v.  d.  Bosch  
 aanhoudend  grooter  en  dringender,  terwijl  hij  in zijne  fmancieele  
 operatien  gedurig  rneer  den  steun  behoefde  van  de  kapitalen der  
 Handelmaatschappij,  aan  welk  lichaam  alle  producten  van  het  
 Gouvernement  ter  overbrenging  naar  het  Moederland  en  ten  
 verkoop aldaar geconsigneerd werden 3). Baud kweet zieh echter van  
 zijne  moeilijke  taak,  die  hem  persoonlijk  nooit  aangenaam  is  
 geweest  en  die  hij  zieh  alleen  om  den  nood  des  Moederlands  
 liet  welgevallen  4),  met  zooveel beleid en gematigdheid als zijne instruction  
 veroorloofden.  In  het midden  van  1834 deed hij  eene reis 
 *)  T.  v.  N.  I .  1863,  I.  169  v. 
 2)  V.  Deventer,  I I I .  94.  Wie  over  de  verkrachting  der  adat  ten  behoeve  van  het  
 cnltunrstelsel  meer  bijzonderheden  verlangt,  raadplege  Pierson,  Kol.  Polit-  1 4 0 -1 4 7 - 
 8)  Tydeman,  de  Ned.  Handelm.  272  vv. 
 %  Zie  v.  Deventer,  I I .  615—617.