
waaraan den 20sten Maart 1602 voor een tijd van 21 jaren door
de Algemeene Staten octrooi verleend werd. De oprichting van
dat lichaam kan beschouwd worden als de oorsprong der vesti-
ging van het Nederlandsch gezag in den Indischen Archipel. Tot
dusverre waren slechts handelskantoren gestiebt; maar van dit
oogenblik af openbaart zieh dat streven naar de vestiging en
uitbreiding van een souverein gezag, waardoor allengs dat uit-
gestrekte rijk is ontstaan, dat thans,onder den naam vanNeder-
landsch Indië, geheel Java en drie vierden der Indische eilanden-
wereld omvat.
De kantoren, ten behoeve der bijzondere vereenigingen reeds
te Banten en Gresik opgericht, moesten nu in faktoriën voor de
Algemeene Compagnie veranderd worden. Deze taak wèrd opge-
dragen aan Wybrand van Warwyck, die den 2 9 s te n April 1603
met eene vloot van twaalf schepen ter reede van Banten kwam.
Hjj verloor veel tijd door vruchtelooze onderhandelingen met den
sebahbandar over verlaging der rechten en vermindering der
onkosten, maar slaagde er in bij opvolging onderscheidene zjjner
schepen met peper van Banten of met nagelen en foelie ter fak-
torie te Gresik afgehaald, naar het vaderland te zenden, totdat
hg slechts vier groote schepen en twee jachten onder zijne bevelen
hield. Alvorens met deze Banten te verlaten, had hij het geluk
van den Pangéran, regent des rijks, den afstand te verkrijgen
van een erf met daarop staande steenen gebouw, in het beste
gedeelte der stad gelegen. Dit was de eerste eigenlijk gezegde
loge door de Nederlanders in den Archipel gesticht. Zij werd
onder de bevelen gesteld van François Wittert, als président
of directeur, en was gedurende eenige jaren het middelpunt
van den Nederlandschec handel in deze wateren. Ook te Gresik
slaagde van Warwyck er in, den afstand van een erf
voor de oprichting van een loge voor de Compagnie te ver-
werven. Na een langen zwerftocht kwam hij eerst in Febr. 1606
te Banten terug, om vandaar de terugreis naar het vaderland
te aanvaarden.
In 1604 verscheen een tweede Engelsche vloot te Banten onder
het bevel van Henry Middleton, die spoedig in staat was twee
met peper geladen schepen huiswaarts te zenden. Het verkeer
tusschen de Holländers en Engelschen te Banten was tot dusverre
zeer vriendschappelijk geweest, en inzonderheid wordt van Warwyck
door deze laatsten hoogeljjk geprezen '). Maar niet lang
bleef de goede verstandhouding bewaard; de naijver gaf zieh van
weerszijden lucht in de overdrevenste betichtingen, en Banten
werd telkens het tooneel van de twisten en vechterijen der leden
van de beide mededingende natien. Deze braken vooral hevig uit bij
gelegenheid der feesten die in Juni 1605, naar aanleiding der
besnijdenis van den jongen vorst van Banten, gevierd werden. In
het voorbjjgaan merk ik op,dat wij uitdrukkelijk vermeld vinden
dat de regent van Djakarta bij die gelegenheid naar Banten kwam
om geschenken te brengen en leenplicht te bewijzen s).
Maar in weerwil van de gedurige botsingen met de Engelschen,
waarbij zieh ook allerlei moeilijkheden met de bestuurders van
Banten voegden, nu eens door de ruwheid van ons vo lk, dan eens
door de dubbelhartigheid , de achterdocht en de onderlinge ver-
deeldheid der inlanders veroorzaakt, wies de faktorij te Banten
door de zieh uitbreidende betrekkingen der Compagnie ge-
durig in gewicht. De laatste jaren echter die aan het twaalfjarig
bestand vooraf gingen, waren voor dat lichaam niet günstig. Toen
het uitzicht op dien wapenstilstand werd geopend, span de de
Compagnie alle krachten in om vöör dat het status quo werd
afgekondigd, hare positie in de oostersche wateren zooveel
mogelijk te versterken. Doch dezelfde overwegingen noopten ook
de Spanjaarden tot verdubbelde waakzaamheid en werkzaamheid ,
en de krijgskans was der Compagnie bij herhaling ongunstig.
Den 15den Febr. 1609 kwam de admiraal Verhoeff met 8
groote schepen en twee jachten voor Banten ten anker, voorzien
met pas uit het vaderland ontvangen instructien, die hem voor-
schreven met den meesten nadruk te handelen en overal nieuwe
contracten met de inlandsche vorsten te sluiten. Te Banten was
*) Zie het »Tournaal van Edmund Scott, in de Historische Beschrijving der Reizen,
IT. 4-4.
2) Journ. van Scott, t. a. p. 65.