
 
        
         
		te  Salatiga  den  12^n  September,  op  denzelfden  dag  waarop  
 te  Jogjakarta  twee  Pangerans,  die  tot  nog  toe  trouw  aan  dege-  
 vestigde  orde  van  zaken  hadden  voorgewend,  zieh  van  den  jon-  
 gen  Sultan  trachtten  meester  te  maken,  om  hem  Dipa  Negara  
 in  handen  te  spelen,en,  toen  hun  toeleg  verijdeld was,  zieh door  
 de  vlucht  wisten  te  redden.  Dit  beloofde  niet  veel  goeds  van  de  
 gevolgen  des  gedanen  staps,  die  dan  ook  werkelijk  het  bewijs  
 van  onmacht  en  verlegenheid  niet  waard  bleken  dat  de  Regee-  
 ring  daardoor  voor  de  oogen  van  ganseh  Java  gegeven  had.  De  
 brieven  door  Sultan  Sepoeh  aan  de  hoofden  van  den  opstand  
 geschreven,  werden  door  Dipa  Negara  in  het  geheel  niet,  door  
 Mangkoe  Boemi  met  hooghartige  weigering  om  iets met  de  Euro-  
 peanen  of  hun  handlanger  te  doen  te  hebben,  door  de  andere  
 afgevallen  prinsen  ontwijkend  beantwoord,  en  Mangkoe  Di-ning-  
 Rat,  het  eenige  hoofd  van  beteekenis  dat  voor  het  einde  des  
 jaars  zijne  onderwerping  aanbood,  werd  daartoe  meer  door  den  
 voorspoed  onzer  wapenen  in  Kadoe  en  het  beleid  van  Kolonel  
 Cleerens,  dan  door  eerbied  yoor  zjjn  grootvader,  Sultan Sepoeh,  
 bewogen.  Karakteristiek  was  eene  der  voorwaarden  zijner  on-  
 derwerping,  dat  namelijk  het  lijk  zijns  vaders,  die  als  deelge-  
 noot  der  ballingschap  van  Sultan  Sepoeh  te  Amboina  gestorven  
 was,  vandaar  naar  Java  teruggevoerd  en  in  het  voorvaderlijk  
 graf  bijgezet  zou  worden. 
 Gelukkig  dat  Generaal  de  Kock  wijs  genoeg  was, om niet, zoo-  
 als  sommigen  verlangden,  de  steeds uitblijvende günstige gevolgen  
 van  Sultan  Sepoeh’s  verheffing  af  te  wachten,  maar met de thans  
 toestroomende  versterkingen  de  vijandeljjkheden  voort  te  zetten.  
 Het  was  hoog  noodig  Soerakarta  tegen  des  vijands  aanhoudende  
 invallen  en  strooptochten te beveiligen en de hoofdstad  des  Soesoe-  
 hoenans  te  dekken.  Die  taak  werd  aan  Kolonel  Cochius  toever-  
 trouwd.  In  versohillende  ontmoetingen  werden  aan  Dipa  Negara  
 meer  of  min  belangrijke  verliezen  toegebracht,  en  den  lö^n October  
 werd hij  zelf,  bij  den  strijd  om  het  bezit  der dessa Gowok,  
 weinige  palen  van  Soerakarta,  in  borst  en  dij  gewond,  terwijl  
 zijne  scharen  vier  dagen  later  werden  overhoop  geworpen  in  een  
 gevecht  dat  op  de  Javanen  bijzonderen  indruk maakte,  daar  het 
 door  den  Soesoehoenan  in  persoon  werd  bestuurd.  Blijvende  
 voordeelen  werden  echter  niet  verkregen,  en  de  vjjand  bleef  
 zijne  taktiek  om onze troepen aanhoudend te verontrusten en emsti-  
 ge gevechten  te vermijden, waarin  hij  nu  ook  geholpen werd door  
 de  bezwaren  die  de  regentjjd  voor  de  bewegingen  van  Euro-  
 peesche  troepen  oplevert,  over  het  geheel  met  günstig  gevolg  
 voortzetten.  De  vooruitzichten  waarmede  het  jaar  1827  werdin-  
 getreden,  konden  nog  op  verre  na  niet  günstig  genoemd worden. 
 De  Generaal  de  Kock,  door  de  ervaring  geleerd,  werd  er  nu  
 op  bedacht  een  nieuw  stelsel  van  oorlogvoeren  tegen  zijn  ge-  
 vaarlijken  vijand in praktijk  te  brengen.  Het  bestond  daarin,  dat  
 elke  voet  gronds  op  den  vijand  veroverd,  door  de  oprichting  
 eener  kleine  benteng  of schans  met  blijvende  bezetting  tegen  zjjn  
 terugkeer  werd  gewaarborgd.  De  bentengs  werden  allen  onder-  
 ling door  wegen verbonden,  en  door  kleine mobiele  kolonnes,  uit  
 Europeesche  en  inlandsche  troepen  samengesteld  en  die  steeds  
 marschvaardig  werden  gehouden,  moest  de  gemeenschap tusschen  
 die  versterkingen  onderhouden  en  het  doordringen  van  den vijand  
 tusschen  de  posten  belet  worden.  Op  deze  wijze  hoopte  men  
 het  terrein  van  den  opstand  te  beperken  en  eerlang  tusschen  de  
 rivieren  de  Prâgâ  en  de  Bâgâwântâ  te  besluiten.  In  weêrwil  van  
 het  hardnekkig  verzet  werd  dus  om  den  vijand  een  cordon  ge-  
 trokken,  dat  gedurig nauwer  werd  toegehaald.  Deze  nieuwe  taktiek  
 is  in  de  geschiedenis  van  dezen  oorlog  onder  den  naam  van  
 het  b e n t e n g s  t e l  s e l  bekend.  Ongelukkiger  wjjze  kon  het corps  
 expéditionnaire troepen,  op aandrang van den Commissaris-Generaal  
 iD  het  laatst  van  1826  in  Nederland  uitgerust,  met  het  doelom  
 den  vijand  door  eene  sterke  macht  in  eens te  verpletteren,  nadat  
 het  in  Mei  en  Juni  1827  allengs  te  Samarang  was  aangekomen,  
 voor  deze  nieuwe  wijze  van  krijgvoeren  slechts  weinig  dienst  
 bewijzen,  dewijl  du  Bus  aan  de  meening  bleef  vasthouden,  dat  
 deze  troepen  in  hun  geheel  tegen  den  vijand  moesten  worden  
 aangevoerd.  Bij  de hooggaande  gesehillen  hierover,  tusschen  den  
 legerbevelhebber  en  den  Commissaris-Generaal  gerezen,  werd  
 wel  ten  slotte  de  generaal  de  Kock  door  de  Regeering  in  het  
 Moederland  in  de  hoofdzaak  in  het  gelijk  gesteld,  maar  inmid