
 
        
         
		drukt  tevens  zijne  overtuiging  uit  dat  de  knevelarij  waaraan  zij  
 waren  blootgesteld,  en  geenszins het stelsel waarnaar zij geregeerd  
 werden  op  zieh  zelf,  de  oorzaak vaa dien siechten toestand was  *).  
 De  inzichten  van  Daendels  stonden  inderdaad  niet  yerre  van  die  
 des  stichters  van  het  cultuurstelsel. 
 De  handelingen  van  Daendels  kenmerken  zieh  dan  ook  veel  
 meer  door  betere  regeling,  dan  door  opheffing  der  cultures.  Het  
 is  waar  dat  de  levering  van  vele  artikelen  van  ondergeschikt  
 belang,  die  voor  sommige,  zooals  indigo  en  katoenen  garen,  
 omdat  zij  toch  onverkoopbaar  waren,  reeds  door  eene  opbrengst  
 in  geld  was  vervangen,  geheel  door  hem  werd  afgeschaft  2);  
 maar  zijn  doel  daarmede  was  vooral  de  krachten  van  den  Ja-  
 vaanschen  landman  zooveel  mogelijk  tot  de  productie  van  rijst  
 en  koffie  aan  te  wenden.  Aanvankelijk  had  Daendels  aan  de  
 Javanen  die  niet  bij  de  koffiecultuur  waren  ingedeeld,  het  verbouwen  
 van  katoen,  met  het  doel om  het ruwe  product  naar 
 China  uit  te  voeren,  als  verplichte  cultuur opgelegd; maar  de 
 wisselvalligheid  dezer  teelt  en de langzamerhand  verkregen  overtuiging  
 dat  Java  slechts  soorten  van  mindere hoedanigheid voort-  
 bracht,  noopten  hem,  reeds  bij  besluit  van  10 Mei 1809, de verplichte  
 kapascultuur  weder  in  te  trekken,  ofschoon  hij  den 
 vrijwilligen  aanplant  door  het  aanbod  van  beschermende  prijzen  
 bleef  aanmoedigen  3).  Om  nu  het  lot  der  inlanders  toch  zooveel  
 mogelijk  gelijk  te  maken,  werden  de  koffie-planters  van  de  
 heerediensten  voor  het  Gouvernement  ontheven  en  deze  opge-  
 dragen  aan  die  Javanen  die  geene  koffietuinen  te verzorgen had-  
 den.  De  rijstbouw  werd  zooveel  mogelijk  bevorderd,  en  in  het  
 voormalig  Gouvernement  der Noordoostkust, dat door Daendels als  
 zoodanig  werd  opgeheven,  bleven overal de contingenten bebouden  
 tegen  betaling  van  15  rijksdaalders  per  kojan,  terwijl bij  levering  
 van meer dan het bedongen bedrag 17 rijksdaalders per kojan werden  
 aangeboden.  Maar  de  cultuur  die Daendels het meest ter harte ging  
 en  waarvan  hij  als  de  herschepper  moet worden aan gemerkt, was 
 !)  Daendels  in  v.  Deventer,  Bijdragen  I .   19;  Staat.  104. 
 2)  Staat.  12,  37,  45.  Hageman  in  T.  v.  I .  T.  L.  en  Vk  V.  181. 
 3)  O.  St.  Java’s  N.  O.  k u st,  n°  18c, 
 die  der  koffie.  Hij  verbeterde  hären  toestand  deels  door  haar  
 beter  te  regelen,  met  gedeeltelijke  terzijdestelling  van  de  tus-  
 sohenkomst  der  hoofden,  deels  door  haar  uit  te  breiden  tot  die  
 deelen  des  eilands  waar  zij  tot  dusverre  van  weinig  beteekenis  
 was  geweest.  In  de  Djakartasche  en  Preanger Eegentschappen,  
 tot  nu  toe  de  hoofdzetel  der  koffiecultuur,  leverde  de  bevolking  
 de  koffie  aan  de  Eegenten,  hier  bij  pikols  van  250,  ginds  bij  
 pikols  van  222  pond.  Daarentegen  leverden  de  Eegenten aan het  
 Gouvernement  bij  pikols  nu  van  160,   dan  van  146  pond,  en,  
 terwijl  hun  boven  het  loon  van  den  planter  twee  rijksdaalders  
 in  papier  voor  elken  pikol  werden  uitgekeerd,  staken  zij  boven-  
 dien  de  geheele  winst  op  uit  deze  enorme  overwichten  geboren.  
 En  toch  waren  de  Eegenten  met  schulden  overladen,  daar  niet  
 slechts  de  berg-  en  draagloonen  te  hunnen  laste  bleven,  maar  
 zij  ook  de  huldegeschenken  en  de  traktementen  en  ambtgelden  
 der  Europeesche  ambtenaars,  van  den  Gecommitteerde  af  tot de  
 Klerken  toe,  hadden  te  voldoen.  Daendels  bepaalde  dat  aan  de  
 Eegenten  hunne  schulden  zouden  worden kwijtgescholden; dat de  
 aflevering  door  de  planters  zou  plaats  hebben  bij  pikols  van  
 126  a  128  pond,  terwijl  de  aflevering  uit  de  magazijnen  bij  
 pikols  van  125  pond  zou  geschieden;  dat  de  Javaansche  hoofden  
 voor  elken  pikol  een  rijksdaalder  zilver  zouden  ontvangen,  
 en  dat  de  berg-  en  transportloonen  en  de  traktementen  der  
 Europeesche  opzieners  en  administrateurs  ten  laste  zouden  körnen  
 van  het  Gouvernement.  Op  deze  wijze  kwam  nu  het  pikol  
 aan  de  Eegeering  op  ruim  vier  rijksdaalders  te  staan,  waarbij  
 men  niet  moet  uit  het  oog  verliezen  dat  de  goedkoopheid  en  
 gemakkelijkheid  van  het  vervoer  door  den  aanleg  van  den  post-  
 weg  en  vele  andere  verbeteringen  in  de  communicatien  in  hooge  
 mate  werd  bevorderd  '). 
 Met  het  oog  op  de  verdere  uitbreiding  der  koffiecultuur  stel-  
 de  Daendels  een  Inspecteur-Generaal  daarvoor  aan,  rechtstreeks  
 aan  hemzelven  ondergeschikt.  Aan  dezen  ambtenaar  werd  eene  
 uitgebreide  volmacht  gegeven  om  overal  op  het  eiland  waar  hij