
 
        
         
		Het  hooghartig  antwoord  bestond  in  eene  abte  van  beschuldi-  
 ging  tegen  de  Holländers,  het  verzoek  om  de  loslating  aller  
 gevangen  Chineezen  van  hen  te  eischen,  en  de  uitnoodiging  om  
 hen,  in  vereeniging  met  de  opstandelingen,  overal  aan  te tasten  
 en  te  vervolgen  '). 
 Er  bleef  nu  geen  ander  middel  over  dan  de  gevaarlijke  mui-  
 terij  met  geweld  te  onderdrukken.  Den  8sten  Oetober  werden de  
 Chineezen  van  Tanah-Abang  verjaagd,  maar tegelijk vernam men  
 dat  zieh  de  opstand  over  den  geheelen  omtrek  van  Batavia  had  
 uitgebreid;  dat  de  post  de  Kwai  door  hen  was  afgeloopen;  dat  
 zij  een  detachement,  tot  versterking  der  schans  Tangeran  afge-  
 zonden,  hadden  aangevallen  en  voor  de  helft  in  de  pan gehakt;  
 dat  zij  de  Compagnie’s  troepen  te  Bekassi  verslagen  en  tot  den  
 laatsten  man  over  de  kling  gejaagd  hadden;  dat  aan  de  Ma-  
 roenda,  te  Tandjong  Priok  en  op  vele  andere  plaatsen  de  wo-  
 ningen  in  brand  gestoken  en  geplunderd  en  de  gruwzaamste  
 wreedheden  aan  de  Europeanen  gepleegd  waren.  In  de  stad  Stegen  
 de  angst  en  het  wantrouwen  tegen  de  Chineezen  ten  top,  
 vooral  toen  eene  huiszoeking  bij  hun  kapitein Ni-Hoe-Kong,  die  
 steeds  had  voorgewend  niets  van  de samenzwering te weten,  eene  
 aanzienlijke hoeveelheid wapenen en ammunitie aan het licht bracht.  
 Men  riep  nu  de  schutterij  op,  wapende de matrozen, pennisten en  
 ambachtslieden  in  dienst  der  Compagnie,  en  deleden  der Begee-  
 ring  vereenigden  zieh  in commissien,  om tot de bewaring der orde  
 en  de  verdediging  der  stad  zooveel  mogelijk  mede  te  werken. 
 Een  aanval,  nog  in  den  avond  van  den  8sten  pp  de  buiten-  
 werken  der  stad  ondernomen,  was  wel  is  waar  zegevierend  af-  
 geslagen,  maar  de  volgende  dag,  die,  naar  men  meende,  voor  
 de  uitbarsting  der  samenzwering  binnen  Batavia  bepaald  was,  
 werd  met  klimmende  spanning  te  gemoet  gezien.  In  den morgen  
 van  dien  dag  deed Yalckenier  in  denKaadvan  In die het voorstel, 
 l)  y an  Hoevell,  t.  a. p.  47 0 ;  de  Jooge,  IX.  335.  In  «Nader  bericht»  enz.,  bl.  5,  
 wordt  ten  onrechte gezegd  , dat  de  brief  ondersebept was,  en  is  eene  zoogenaamde  ver-  
 taling  daarvan  opgenomen  die  van den  inhond  een zeer afwijkende voorstelling geeft. Ook  
 hier  stemt  Du  Bois  geheel  met  laatstgemeld  verhaal  overeen.  En-werkelijk  is  er  in  de  
 zitting  van  den Raad  van  Indievan  4  Nov.  1740  een  debat  geweeet  over  de  vraag,  of  
 de  brief wel  te  goeder  tronw  vertaald  was.  Zie  de  Jdnge,  IX.  bl.  LXX. 
 om  veiligheidshalve  alle  Chineezen  uit  de  stad  te drjjven. Echter  
 behield  de  meer  gematigde  zienswijze  van  van  Imhoff  de  overhand, 
   ten  gevolge  waarvan,  ofschoon  tegen  den  zin  van  den  
 Gouverneur-Generaal,  eene  algemeene  proclamatie  werd  uitge-  
 vaardigd  om  de  Europeanen  tot  kalmte  en  de  Chineezen tot rust  
 te  vermanen,  maar  tevens  de  huiszoekingen  tot  opsporing  van  
 verborgen  wapenen  en  andere  verdachte  zaken  werden  voortge-  
 zet,  opdat  men  zou  leeren  de  wel-  van  de  kwalijkgezinden  te  
 onderscheiden,  en  de  laatsten  zou  in boeien sluiten,  terwijl  men  
 de  eersten  ongemoeid  liet. 
 Het  in  deze  vergadering  genomen  besluit  miste  echter  geheel  
 het  beoogde  gevolg;  want  kort  nadat  zij  was  uiteengegaan  brak  
 in  de  Utrechtsche straat  in  eenige  Chineesche  huizen  een  brand  
 uit,  die  het  sein  werd  voor  eene  der  gruwelijkste  uitbarstingen  
 van  volkswoede  waarvan  de  geschiedenis  gewaagt.  Yan  alle  
 zijden  snelt  het  gepeupel,  met  matrozen  en  Soldaten  vermengd,  
 naar  die  plaats,  stookt  den brand aan;  plündert- en rooft en maakt  
 allen  van  kant  die  tot  de  Chineesche  natie  behooren,  zonder  
 onderscheid  van  sekse  of  leeftijd.  Ook  op  andere  punten  der  
 stad  breken  weihaast  de  vlammen  uit,  en  overal  hollen  de  teu-  
 gellooze  benden  der  moordenaars door de straten,  die  door  stroo-  
 men  bloeds  worden  geverwd.  Drie  dagen  lang  is de stad met hare  
 voorsteden  het  tooneel van gruwelen,  die slechts in de ijselgkheden  
 van de Siciliaansche vesper en den Bartholomeüsnacht hun evenbeeld  
 vinden.  Toen  den  12den  Oetober  de  volkswoede  had  uitgeraasd,  
 waren  meer  dan  600  huizen  van  Chineezen  een  prooi  der vlammen  
 geworden  en  bedekten  10000  lijken  de  straten  en  pleinen  
 en  buitenwijken  der  stad.  Onder  dit  cjjfer  zijn  medegerekend de  
 slachtoffers  van  een  aanval  der  muiters  buiten  de  stad  op  de  
 Diestpoort  en  de  Waterplaats  bij  de  Kruidmolens,  die  in  den  
 nacht  tusschen  den  9den  en  lOden  October  de  algemeene ontstel-  
 tenis  en  verwarring  nog  kwam  vermeerderen,  maar  door  de  
 daar  geplaatste  posten  kloekmoedig  werd  afgeweerd  *). 
 *)  Het  is  hier  de  plaats  niefc  om  over  de  schuld  van  Valckenier  in  bijzonderheden te  
 treden.  Geheel  vrijspreken  kan  men  hem  zeker  niet,  na  Krabbe,  t,  a.  p.  9,  18,  en  de  
 Jonge,  IX.  bl;  XXI II   vv.  gelezen  te  hebben;  maar  stellig.doet  men  hem  onrecht  als  
 men  op  hem  alleen  al  de  schuld  laadt.