B R A Z I L I A A N S C H E B A L S E M ,
Bttlfamtm Brafiiietife. Mèh heeft twee foör-
ten van dezen Balfem, van welke het eene
een haiftachtig fap is , Hat dé zfelfftaildighëit
van olie heeft watineér het rerféh is, inaar
’ t geen doof de tyd taai wórd. Het is feel-
acntig w it, van een bittere enfcherpe fmaak,
en fpeeer-yachtigën reuk: dit is het aange-
ïiaamfte en wert het hoogfte gefehat. Het
tweede fóort heeft de zelfïtandigheit van
honing, en een doordringende reuk * die
naar dié van terpeniyn gelykt* en wert door
afkooking uit de takken van den boom getrokken.
Het waS, voor eenige jaareri (Tin
Vrankryk) onder den naatri van Balfem van
'Mafyeyr o f Maïpayra békent, naar den
ftaam van eén jDrogilt in Parys, die het zelve
in een groote meenigte verkocht. Het eer-
fte foort integendeel, vloeit dóór infnyding,
zömtyds in de hoeveèlheït van twaalf ponden
in 'de tyd van drie uur en, wanneer het weder
gunftig is , uit eén boom dié in de bos-
fchen Van Brazil groeit.
Deze boom is van een dubbelt nut : hy
fchiêt recht Op, en wert zeer groot; en zyn
hout is donker rood, en mét Vlakken doorzaait
die zoo fchoon rood als vermiljoen zyn:
zyn hout heeft de hardheit van het Beuke-
bolit; hierom wert het van .de Schryn werkers
zéér g e z o c h tom ingelegde werken.te maken
•, die het dóór zyne fchoöne kleuren,
Zéér fraai doet z yn : dit hóut wërt mede tot
vèrfïlöifen gebruikt. Dé bloemen van dezen
boom beftaan uit v y f bladeren, en komen,
aan de toppen der takken voort ; op
de bloemen volgetl peulen, die è'eh amandel
ter groote van een groote hazelnoot
bevatten , naar Welke de aapen zeer gretig
^yn. .
Men Verheft de krachten van dezen Bal-
'fem:, inwendig gebruikt, zeer hoog. Be-
halven de deugden van de andere Balferas,
die de Braziliaanfchen Balfem mede bezit,
zóó hééft h-y nóch in een hoogen trap de
kracht ótn den buikloop , roode en witte
Vloed der vrouwen , en de druiperts te ge-
hézèn.
Dezen Balfem is verwonderlyk óm de wonden
te zuiveren , te fluiten en te genezen:
de Joden bèdienèh ’ér zich by de befnydënis
van om het bloed te ftempen. Behalven de
\Voridheelende en zamentrekkende kracht die
dezen Balfem bezit, zoo deelt hy noch, ge-
ïy k de tèrpentyn •, een Violet reuk aan het
'water méde, Van hén dié hem in\Vendig gebruiken.
B R A Z I L I H O U T . Dit is één, hout
van ’t welk trien véél gebruik in de Yêrfkonft
Haakt, en dat dus genaatrit Hort o'm dat men
het eerft alleen Uit Brazilië, een Landfchap
van Amerika, bekwam. Men geeft het tans
Verfchlllehdê naamen, naar de verfithlllende
landen uit wélke men het bekoomt; dus heeft
mén Brazilibout van Fernambuk o f Fernam-
bakhout, ’Japttnfch Brazilibout, anders Sa-
panbout, Brazilibout van Lamon, Brazilibout
van St. Martha■, en eindelyk Brazilibout dat
men van de Antillifche Eilanden brengt.
Deze verfehillettdë foorten van hout hebben
geen merg, zoo men ’ êr het Japanfch Bfazili-
hóut van uitzondert. De boom van wélken
men dit hout bekoomt, groeit in de Bös4
fehen, hy is altoos krom êii knobbelig. Zyne
bladeren hebben eeaijge overeenkom!!: met
die vari de Palm. Zyne bloemen zyn kléin,
en met trosjes by een gefchikt, én gelyken
naar die van de Leliën van den daalen; doch
zyn veel liefélyker van reuk , en van éene
fchoone roode kleur. ■ De vruchten die op
de bloemen volgen zyn plat, roodachtig, en
bevatten twee zaden van een blinkent rood',
die naar die van onze pompoenen gelyken;
de fchors van dezen boom is roodachtig ert
met doornen bezet. Dit hout heeft zoo véél
fpint, dat men van een boom die de dikte'
van een man heeft, nauwlyks, wanneer meö
het zelve afTcheid, een ftuk zuiver hout overhoud
dat de dikte van ëen been heeft.
Hêt Brazilibout van Fernambuk o f F r -
nambukhoUt wert het hoogfte in de Verft’
konft gefehat: deszelfs deucht is door zyne
zwaarte kenbaar , en wannéér het -geraspt
is-, wert het van bleekrood dat het onge^
raspt is , hoogèr rood; en Wanneer het gè-
kaauwt w o r t, geeft het een fuikeraéhtigen
fmaak van zich. Men gebruikt dit hout om
rood te verwen ; doch dit is eén valfche
kleur die ras verdwynt. Men kookt dit
hout in water af om ’er de roode kleur uit
■ te trekken.
Men trekt, door middel van aluin, uit
het Fernambukhout, een foort van Karmyn:
men maakt ’er mede vloeibaar lak van tot
de waterverwen. Het Brazüihoüt is hard en
kan zeer zuiver glad gemaakt Worden, en is
hierom zeer gelchikt om op de draaibank
bearbeid te worden.
B R A Z I L I S C H E P E P E R , Capjicum:
déze Peper die mede 'in 'den Koophandel ftan
Specéryen onder de namen vari Indiaanfche
Peper, Guineefcbe Peper, Tuin Koraal
Spaan-
Spaanfche of Portugeefcbe Peper, Peper in
peulen , of Lange Peper bekent is ; deze
Peper , zeg ik , groeit natuurlyk in de In-
diën en byzonder in Guinée en in Brazilië:
jnep kweekt dezelve ligtelyk door zaad in
de warme landen van Europa aan, en vooral
in Languedoc , en zelfs in onze tuinen,
jdwaar de fraije roode kleur van deszelfs
vruchten een aangenaam gezicht uitlevert.
Men onjjerfcheïd yerfcheide foqrten van de •
lndiaanfche , Guineefche o f Spaanfche per
per , in welke geen wezentlyk onderfcheid
is als alleen -in de gedaante en kleur van de
zaadhuisjes; die welke men gewoonelyk in
ons land z ie t, zyn aan het einde by wyze
yan een kromme tanden trekker omgeboo-
gen. W y zullen de befchryving van dat
foort geven ’t geen het meefte in gebruik
jz, Deszelfs wortel is k o r t, dun, en zeer
ypzelaehtig: hy fchiet een fteel uif die een
en een half voet hoog is , deze is geknoopt,
hard, wo llig, en getakt, en brengt lange,
fpitze bladeren voort, van eene bruinachtig
groene kle.ur; de bloemen die uit de fchoot
der bladeren voortkoomen, zyn roosjes met
verfcheide punten; van een witte kleur, 'en
worden door een rood vlezig fteeltje onder-
fchraagt.. Op dezè bloem volgt een vrucht
die een zaadhuisje is !t geen de lengte en
dikte.van een duim he e ft, het is recht en
bellaar uit een vlies dat eériigzins vleezig is ,
dit is blinkent, glad, in den beginne groen,
vervolgens g e el , en eindelyk wanneer het
pyp is , p.urperaehtjg rood. Deze vrucht is
inwendig:in twee .of- drie afdeelingen geilheiden
die -veei platte zaaden behelzen,
die geelachtig wit zyn én de gedaante van
een kleine nier hebben. Deze plant bloeit
in de maand Auguftus in onze tuinen , en
haare vrucht wert in den herfft ryp ; zy bemint
een vette vochtige grond: zy groeit
zeer wel in de fchaduwe; eindelyk kweekt
men haar .van zaad aan overal waar men w i l,
zelfs in potten; als dan is een weinig hitte
haar vo.ordeelig.
Alle de deelen van deze. plant hebben een
■ fcherpe reuk en fmaak, maar vooral wert
men dit in de vrucht gewaar, die in de keel
brand en byzonder het niezen veroorzaakt,
dit is het eenigfte gedeelte van de plant daar
-men zich van bediept het zy in.de Genees-
konft o f in de fpyzen. Schoon deze vrucht
den xnond'Qp een onverdragelyke wys brand,
zoo zyn de Indianen echter gewent om dezelve
raauw te peten: men lecht haar met
ifuiker in , .en men voert haar mede op zee
om ’ér zich op lange tochten van te bedienen
; zy wekt den eetluft o p , verdryft de
winden en verfterkt de maag: men plukt
haar wanneer zy noch groen is en eerft
beginnen te zetten. Men laat haar eenige
maanden in azyn weiken: en men gebruikt
haar in ’t vervolg op de wyze van kappers,
om de fouffen geuriger door haaren fcherpe
en prikkelende fmaak te doen zyn.
. De andere foorten van Brazilifche o f
Spaanfche Peper zyn by de Indianen in gebruik,
die dezelve onder hunne fpyze mengen.
Z y zyn noch fcherper als de onze ;
de Azynmakers mengen haar onder hunnen
azyn , om dezelve fterk te maken en een
goeden fmaak te doen verkrygên. Wanneer
men eenige fchellen van deze vruchten op
glimmende kooien in eén vertrek werpt, zoo
-zal den rook alle de geene die in dezelve
zyn fterk doen niezen.
Zie -hier de wyze op welke de Indianen
deze fchellen tot'hun gébruik gereed maken.
Eerft laten zy haar in de fchaduwe droogen,
vervolgens op een zwak vuur, met meel in
•een vat dat hier toe-bekwaam is ; hier na
fnyden zy dezelve met een fchaar zeer fyn ,
en by iedere ons van deze fchellen voegen
-zy een pond van het fynfte meel, om nét
met hefdeeg op de wyze van brood te mengen.
Wanneer dezen deeg wel gerezen is ,
brengen zy het in den o v en ; en wanneer
het gebakken is , fnyden zy het aan fneden,
en laaten het weder bakken op de wyze van
befchuit o f tweebak ; eindelyk ftampen zy
het fyn en laaten het dpor een z e e f loopen.
Dit poeder is wonderbaar om allerlei foor-
:ten van vleefch welfmakelyk te maken; het
wekt den eetluft op , doet het vleefch en
den wyn een aangename fmaak bekomen:
het bevordert de verteering, en maakt de
water en drekloozing gemakkelyk, CGeof.
Mat. Mèdic.-y
B R E M , P e.iemkr.ui d , Genifla. Men
heeft yerfcheide foorten van Brem van welke
eenige door haar gebruik , aangenaamen
-reuk der bloemen , o f om eenige andere
•eigenfehap aanmerkelyk zyn.
De bloemen van de Brem zyn peulsge-
-wys, en van een geele kleur; op deze vol-
-gen lange en platte peulen , in welke men
verfcheide nierswyze zaaden vint. De takken
der Brem zyn groen, buigzaam en weinig
met bladeren bezet, die beurtelings ge-
■ plaatft zyn.
X 2 G t -