
K E R M E S .. K E R M E N
beurs h e e ft, bevat, ’ t geen. de vogel vervolgens
mer gemak weder uidpuuwt, dat is te
zeggen, na dat het vleefch verteert is ; want
in 't algemeen hebben de Uilen een wyde keel,,
en konnen groote Hukken vleefch geheel inzwelgen
, gelyk een r o t ,. muis o f vogeltje:,
het is mede op deze wyze dat de Ysvogelen,
yiflchers, en alle vogelen, welke geheele
vilfchen inzwelgen door de keel de graten
van deze vilfchen , wanneer zy verteert zyn
weder overgeeven.
De K erk-U.il werd nooit tot fpyze gebruikt,,
eenige lieden fchatten deszelfs vleefch nuttig
tegens de beroertens , zyn vet is goed om de
zenuwen zwak te maken, en zyn gal gedroogt
zynde , uitmuntent tegens de onifteking den
pogen..
K E R M E S Of SC'HARLAKE BE.ZIE.N,
Coccus Tinciorliis. , dit is het berachtfte van
alle de Gal - Infecten. De gedaante van de
Kermes gel.ykt naar die van een bal , van welke
men een klein gedeelte afgefneden heeft-
Dit Infeét komt op een klein foort van groene
eike voort, Ilex cocci glandifera, dat een
heefter is , die naauwlykfch twee o f drie voeden
hoog opfchiet,. en die in Provence,.Lan-
guedoc Spanje , en op het Eiland.Kandia,
groeit.
Wanneer het Infeéfc zynen volkomen.groei
verkregen heeft r fchynt het een bolronde dop
te zyn,. die aan.de heefter is v.aftgehecht; de
inwoonders dezer landen., die de Kermes niet
als in het voegzaamfte jaargetyde inzamelen,
befchouwen dit dier in drie verfchillende fta-
ten van aangroei: de eerfte is- Omtrent hét begin
van de maand Maart, men noemt de Kermes
in de Prov.ehcaalfehe taal Vermeou , en-
men zeeht in-dezen tyd , lou vermeou groue.,
dat is te zeggen,. dat de wormen broeden: als
dan is zy kleinder als een-gierfck-orl:-de tweede
is in de maand April, de inwoonders zeggen
dan lou vermeou-esfielis, dat is te zeggen
dat zy beginnen uit te koomen i{^Emeric merkt
hieromtrent op , dat men door het uithoornen
van de voormen, moet verftaan , de worm die
zyn en volkoomen groei verkregen heeft): de
derde is omtrent het einde van Mey , men
vint alsdan onder het infect, ach tien h ondert,
o f twee duizent kléine ronde zaaden, die men
in dit landfchap facijjet noemt sr dit zyn eije-
ren welke in het vervolg uitkoomen, en zoo
veel andere dieren uitgeven , welke aan die.'
gelyk zyn-, die hen gelecht hebben-. Deze
zaaden o f greinen zyn veel-klein der al s het
papaverzaad zy zyn. met een. v.oeht. vaa. ee n
bleeke roodc kleur vervult:, door het microscoop
befchouvvt zynde , fchynen zy met een*,
oneindige meenigte blinkende Hippen van een.
goud kleur, bezaait te z yn ; men heeft witachtige
en roode :. dekjonge welke uit de witte
eijeren voortkomen , hebben een bemorfte
witte kleurhunnen jug is meer plat gedrukt als ■
die der anderen: de Hippen die op hunnen rug-
glinfteren,.hebben een zilver kleur... Reaumur
ze eh t, dat men minder van deze witte,Kermes
als van de roode heeft; en dat het ten onrechte
is , dat de Landlieden hen la matre dou
vermeou noemen , dat is te zeggen., de. moeder
van de Kermes.
De inzameling van. de Kermes is meer of'
min overvloedig, na dat de winter* zachter o f
ftrenger -is-: men heeft opgemerkt dat den aart
van den grond meede veel toebrengt tot de-
groote en levendigheit van de kleur der kermes:.
die geene welke op heefters nabyde zee
voortkomt, is grooter en van een levendiger'
kleur als die geene welke men op de heesters
v in t , die ’er verre van verwydert zynv.
Men moet in de tyden der inzameling óp twee
zaaken acht geeven;. ten eérften , om de duiven
te verdryven om dat. zy. zeer gretig naar.
de Kermes zyn, fchoon het voor haar een vry:-
fle.cht voedzel is : ten tweede , men moet de
Kermes-.die men tot verfftof fchikt met azyn
b e fp ro e ijen -en ze naauwkeurig droogen...
Zonder.deze voorzorg, zou het inféékin een
vlieg veranderen , weg vliegen , en de verf—
Hof met ^ichvoeren. Wanneer.,men het .vleefch
o f de rdode fto f afgenomen heeft, wafcht men.
deze greinen in wyn , droogt hen in.de zon ,,
en wryfr hen in een..zak om hen te doen blinken;
vervolgens doet men hen .in kleine zakjes
, in welke „m e n n a . mate dat de Kermes
veel o f weinig voortgebracht h e e ft, tien o f
twaalf ponden van dit f to f , by de hondert
ponden voegt. De Verwers koopen de Kermes
tot hooger o f minder prys na dat het grein:-
meerder of'minder van dit fto f uitlevert. Hét
eerfte fto f dat zich vertoont komt uit een '
opening v o o r t, die op de plaats is met w^lke-
het grein aan den heefter vaftgehecht was :
het geene dat aan het grein vaftgèhechtfcheen,
komt van een diertje voort , dat onder dit om—
kleedzel leefden , en het doorboort heeft,.
fchoon .de opening niet zichtbaar is : de doppen
der kermes:zyn-de baarmoeder van deze
infecten*.
In Engeland, vind men meede verfchillende
foorten van Kermes, maar die tot hetzelfde
geflacht behooren , op de ranken der wyn—
Hokken op de takken der . laurier-kers , op
die
E E R S S E B O O M .
•die 3er pruimboomen en karfieboomen. HaS-
-re kleur is bruin , zy hebben gemeenelyk een
foort van moeder by zich die naar een mier
jplykt. Lifter zeeht, dat wanneer men behendig
met een icheermes de top van een dezer
doppen afïhyd, men ’er zomtyds v y f, zes,
o f een grooter getal kleine wormen in ontd
ek t, welke zich in een foort van zeer kleine
en zwarte byëu veranderen. De kleur van
dit foort van Kermes is niet ftandvaftig, de
-zwartfte doppen zyn de.rykfte in kleur. Lifter
w i l, dat zy het werk van de moeder Bye zyn;
-dat zy aan de boomen vaftgehecht z yn , zonder
dat zy ’ er uitwaftchen van zyn : zy kootten
hier in met de cochenielje overeen , w elke
men op andere boomen kan overbrengen.
De doppen der Kermes veranderen van
Meur ; van g e e l, worden zy donker bruin;
z y zyn met geen drek o f merg vervult, maar
met myter , welke tot voedzel aan de wormen
der byën verftrekken; het zyn waarfchy-
nelyk verfchillende foorten van myter , die
de verfchillende foorten van Kermes vóórtbrengen.
Vermits de doppen der Kermes wanneer zy
vroegtydig ingez-amelt en gedroogt worden,
tiaar de cochenielje gelyken , zoo doet dit
vermoeden dat de cochenielje een foort van
kermes is ; Lifter grond deze-giffing hier op,
dat wanneer men het fchadaken poeder dat
men uit de doppen bekomt, zift; men alsdan
ontdekt dat het een zamenftel van myter
is , dat men van den worm onderfcheiden
moet , die zich in een vlieg verandert. Zie
de Verzameling der Gefcbriften van de Engel-
Jcbe Akademie lilde Deel.
. De Kermes is een infect dat niet alleen nuttig
is om de wol te verwen ,' maar dat meede
in de bereiding van de Alkermes koomt, die
tioor de Geneesheeren voor een goed geneesmiddel
gehouden word. Zie C ocheni e l -
j e en G a l l - I n s e c t .
K E R S S E B O O M , Cerajiis. Dit is een
geflacht van boomen waar van men een meenigte
foorten heeft, welke in gedaante , en
door de kleur, vorm en fmaak van hunne
vruchten onderfcheiden zyn. Wan neer deze
veifchillende foorten by een verzamelt zyn
zullen zy des te fterker op elkanderen affte- '
ken, en hunne verfcheidenheden zullen des
ce gemakkelyker befpeurt Worden.
Na de befchryving van den Gemeene Kers-
jeboom met zoete vruchten, zullen wy de andere
foorten befchouwen; te weeten de Spaan-
K E R S S E B O O M . 5O3
febe Kerjjenboom; het St. Lucien-bout o f Pd-
dus , de Moerelieboom , de groote Spaiwjcbe
Kerjjenboom , de Mabaleb , de Kriekenbooin,
de Ne ga o f Minel van Kanada.
De Kefjfeboom , is een boom welkers Ham
nooit meer als een middelmatige dikte ver-
fcjygt* Hy fchiet niet zeer hoog op : hy ïs
met een meenigte breukige takken bezet, wel-
ke bladeren voortbrengen die aan hunne ran-
den, getant zyn. Hy bloeit zeer vroegtydig:
zyne bloemen , welke voor die der andere
-boomen verfchynen, vormen een luifterryke
vertooning door haar g e ta l, en witheit: zy
zyn rooswys. Op dë bloemen volgen rondachtige
vruchten, welke een roode kleur hebben
wanneer zy ryp zyn , dit fteekt bevallig
op het gropn der bladeren a f : haar vleefch
dat fappig is , heeft een fmaak die eenigzins
wynachtig is. Deze vrucht is alzoo gezond
als fchoon en bevallig. Men heeft een foort
van kerfleboom , die witte vruchten voortbrengt
, maar die noch niet zeer gemeen
Wanneer men het fap der Kerflen met haa~-
re pitten gekraakt zynde , laat giften , en ’er
luiker byvoegt, zoo verkrygt men een aangenaam.
vocht, dat men Kerffe-ÏKyn noemt»
Het Kerffefap v erkiygt, door middel van de
zuiker , zoo veel kracht als goede wyn ; het
is een aangenamen drank, die men geduuren-
de verfcheide jaaren goed houden kan. De
JKerffen zyn , g f zy raauw, o f op verfchillende
wyze bereid, een fieraad dér-tafelen. Men
haalt van de kerflen , wanneer zy gegift hebben
p een brandewyn o v e r , die zeer geweldig
is. _ Die geene , welke men in Duitfch
Lotharingen, KeyferwaJ/er noemt, werd van
Krieken geftookt.
Het hout van den Kerfleboom is witachtig
in den buitenften omtrek , en roodachtig in
het hart. Men heeft een foort van Karfleboom
met dubbele bloemen , maar die geen vruchten
voortbrengt; deze maakt een bevallige
vertooning , door zyne fraaije bloemtros-
ïen. *
De Spaanfche Kerjeboom , deze heeft °roo-
ter bladeren als de gemeene kerfleboomt zyne
vruchten zyn groot , langwerpig, en gelyken
, 111 zekervoegen, naar een hart: haar
vleefch is wit en rood ; deze vrucht is moei-
jelyk om te verteeren. Dezen boom is by üit-
ftek aan het knagen der wormen onderhevig:
zyn hout heeft veel overeenkomft met dat van
den krïekenboom , en is veel harder als dat
van den kerflenboom.
Het St. Lttcie-hout, is een foort van • wil-
B b b b 2 den