
G O M E L E M N I , o f H a r s t E l em »
ni , Refim Elemni, dit is een zelfftandigheit
die geheel verbrandbaar is , van welke men
twee Poorten'in de winkels' onderfcheid , alwaar
zy onder den oneigentlykeif-naam, van
Gom Elemni ,. bekent i s : een oprechte , die
uit Ethiopië koomt ; en een baftaart, die uit
Amerika gebracht word.
De waare Gom o f Harft Elemni is gedachtig
, o f wit , dat eenigzins op het groene
t r e k t , uitwendig hart , zonder geheel droog
te zyn dikwyls zacht en lymachtig, en in
rolronde, ftukken gevormt, die twee ponden
weg en, zy heeft een fterkeh venkel reuk,
die niet zeer aangenaam is : deze ftukken zyn
gemeenelyk in bladen van Pa lmbo omeno f
Indiaanfche Rotting gewonden, ’ t geen een
foort van riet is*
Men wil dat de boom uit welke zy vloeit,
een foort van wilde Olyfböom van een middelmatige
hoogte is 9 welkers bladeren lang
en fmal zyn, en een zilverachtige en witachtige
groene kleur hebben: zyne. bloemen zyn
rood, en zyne vruchten gelyken naar de oiy-
ven : men vint dezen boom in Egypte en
Ethiopië..
De Amerikaanfche Elemni is een harft die
w i t , gedachtig en doorfchynende i s , en
naar harft van den Pynboom gelykt, zyne
zelfftahdigheit is gemeenelyk za cht, vet en
I ym e r ig h y word' door den tyd zeer wryf-
daar men vint hem menigvuldig in de winkels
: men brengt dezelve uit Brazil, Nieuw
Spanje en. van de Amerikaanfche Eilanden :
hy vloeit uit een boom die .door de Braziliaa-
nen Jcicariba genoemt word , en de hoogte
van een Beukeboom h e e ft: zynem ftam is
middelmatig, dik; zyne fchors glad engraauw;
zyne bladeren, gelyken- naar die van den Pee-
reboom i dë helmftyltjës der bloemen zyn
geëlachtig ; de vruchten hebben dè groote en
gedaante van een olyft, en dë kleur van. een
granaatappel : het vleefch van deze. vrucht
hééft denzelven reuk als den Harft Elemni;
want zoo. men een infnyding in de fchors
maakt, zoo vloeit ’ér geduurende den nacht
een groenachtige en een zeer welriekende,
harft u i t , welkers reuk met die van verfch
geplette anys overeen koomt , en . dié men-
verzamelen kan :i dë volgende morgen heeft,
hy de zelfftandigheit van dë manna, en hy is
gemakkelyk te knedën. Het is 'genoeg dat
men. dë fchors- van' de verfchillende dëelën.
van den boom p e r ft, om ’e r aanftonds een,
fterker reuk uit voort te doen koomen.
. Va beide, (porten. van Gom. o f Har.ft Elemnil
zyn verzachtende , pynftillende , en.weder-
. ftaan de verderving dit is een uitmuntent
afvegent middel , ’ t geen in den Balfem voor. 4e verteering van Arcceus koomt.
De verfchillende reuken,kleuren , en zelf-
ftandigheden van verfchillende Elemni Harsten
, doen denken , .dat het grootfte -gedeelte,
derzelven, met andere grysachtige geele.
Harften vervalfcht zyn ,. en welke een ,meer
o f minder aangename reuk hebben ; mogelyk*
zelfs wel met den harft van den Pynboom:
dit is de reden , waarom zy minder welriekende
, en hunne krachten veel zwakker
zyn.
G O M K O P A L . Dezen harft 'die 'men:
oneigentlyk Gom Kopal noemt, is hart, blinkende.,
doorfchynende , en van een eitroen-
kleur , hy is. w elriekent, edoch veel . minder
als de Gom Anime : hy vloeit natuurlyk , o f
door infnydingen , uit een groote boom , die
in Nieuw Spanje groeit,; en welkers bladeren
naar die van den Eikenboom gelyken i
zyne vrucht is- rondachtig, en van een purperachtige
kleur: men noemt hem Copallifera-
Dezen Harft heeft een zeer fterken reuk ,
wanneer men dezelve brand. De Amerikaa-
nenwaaren gewoon öm dit reukwerk ter eere
van hunne Goden te branden , zy gaaven dezelve
eerbewyzen aan de eerfte Overwinnaa-
ren van Amerika, welke zy de zwakheid had- -
denr om geduurende eenigen tyd , ‘voor Goden.
aan te zien. Men maakt van dezen harft
menigvuldig gebruik tot verniftën. De.. Oofter-
fche Kopal is zeer zeldzaam. Veel Natuurkundigen
gel o oven dat d.e gemeen« Kopal de
eerfte ftoffe van den Amber is waarfchyne-
lyk om de overeenkomften. die men. in de Kopal
met den Amber ontdekt:. z y heeft inder-
daa.t de kleur, de fchoone doorfchynentheitr
de hardheit, en de onoplosbaarheid , in de
geeft van. wyn, welke men in den Amber opmerkt.
Zie G e e l e A m b e r .
G O M L A K. Zie op het artikel M i e r ,.
dat foort van infeëb ’ t geen de Gomlak. voortbrengt..
G O M O L A M P I . Onder dezen naairp
bekoomt men dikwyls een Harft uit Amerika
, die klonterachtig , hart, wryfbaar , em
geelachtig is , . zomtyds doorfchynende , en
zomtyds witachtig,. en eenigzins donker», h y
heeft veel overeenkomft met de Gom Anime;
en de Gom KopaL Zie deze woorden..
GOM
G O M O P P O P A N A X : dit is een
harftgom: zie Oppopanax, op het woord P a-
N AX.
G O M S A N D A R A K : dit is de gom
van den Geneverboom, men noemt dezelve
zomtyds 'mede Vernis. Zie G e n e v e r boom.
.
De Sandarak is een drooge harft van een
doordringende én aangename reuk, welke uit
den grooten Geneverboom uitvloeit. Men bekoomt
hem van de kuften van Afrika.
G O M T A C A M A H A C A , Tacama-
baca, dit is een harftachtige zelfftandigheit,
d ie , Jt zy natuurlyk, ’t zy door infnydingen,
uit een groote en fchoonen boom vloeit , die
Tacamahaca , o f Horame genoemt word , en
na den Populierboom gelykt. Hy brengt
vruchten voort die klein en rond z yn , en een
pit bevatten , welke weinig van die der Për-
fikken verfchilt. ’Er vloeit natuurlyk uit dezen
boom een harft, die zomtyds g e e l, en
zomtyds groenachtig is , hy is eenigzins zacht,
van een aangename reuk , welke die van den
Gryzen Amber en Lavendel, naby koomt ,
en die men in de fchellen van de vruchten
van een foort van kauwoerden , by een vergadert:
dit is het geen men Tacamahaca in
doppen o f uitnemende noemt j en die -zeer
zeldzaam is. Het gemeenftè foort is in klompen
, o f in geelachtige o f groenachtige kor-
len, die met witte tranen doorzaait zyn : zy-
nen reuk is doordringent , en minder aangenaam,
als die van het eerfte foort. Voor dat
de Spanjaarden dezen harft uit Nieuw Spanje
, in Europa overbrachten, was hy hier.geheel
onbekent. Deze harft is wondhelende,
zamentrekkende , en zenuuwfterkende : men
maakt ’er inwendig »geen gebruik van , maar
men lecht hem uitwendig in plaafters op, om
de pynen der jicht te ftillen , voor de verkoudheid
en de moederkwalen : men zecht
wanneer mem dézen harft in een holle tand
fteekt, hy het overige voor het verderf bewaart.
Het hout van den Tacamahaca-boom is
welriekende : men gebruikt het tot planken,
en tot het bouwen van fcheepen.
De Tacamahaca van de Eilanden Bourbon
en Madagaskar is groenachtig, en geheel ver-
fehillénde van de voorige ; zy is zomtyds in
rieten : zy heeft veel overeenkomft met de
Karanne' en Gom Elemni. Zie deze woorden.
G O N D E L S * Men geeft dezen naam
aan verfcheide foorten van fchelpen van het
geflacht der Tonnen , en van de bende der
Eenfcbelpige ; zie deze woorden. De Heer
Adanfon maakt een byzonder geflacht van
deze fchelpen , en plaatft haar aan het hooft
der eenfchelpige;, om de eenvoudigheit van
haare gedaante.
G O R D I U S , een water-worm die men
in de Meeren en in de: Fonteinen vind. Zoo
men deze worm in ftukken fn yd , behoud
echter ieder ftuk zyne bèweeging , en ver-'
krygt een hoofd , een lichaam.., en ftaart,
wannéér men het in het water plaatft.
De Heer Linnceus , die van dezen worm
fpreekt, onder de naam van Gordiuspalïïdus,
caudd capiteque nigris , zecht dat de Natuurkundigen
dat geen ’t welk men van dezen
worm ze ch t, voor een zoo belachelyk , en
met de Natuur ftrydig verdichtzel hebben
aangezien , dat z y zelfs geen eene proefneming
genoomen hebben om het te onderzoeken.
Gesnerus, Aldrovandus en ^onfton, hebben
van dezen worm onder de naam van Seta
oï.Vitulus marinus gefprooken. De Invvoon-
ders van Smal and noemen hem Ond-a- Betel.
G O U D , Aurum , dit is . een metaal dat'
gewoonelyk geel, een weinig hart, niet zeer
veerkrachtig, naauwelyks geluitgeventj maar.
zamengepakt is ; het overtreft alle andere me-
taalen in buigzaamheit, zwaartte, taaiheit,
aaneenkleving ,; fmeedbaarheid , en waarde. ^
Het goud wérd , noch door de lucht, noch
door hét water , noch door het vuur der for-
nuifen verandert. Het zinkt in het kwikzilver
door, dat het geheel o f voor een gedeelte
ontbindt ; terwyl de andere metalen ’erop
dry ven , tot dat zy door dit fcheivocht ontbonden
zyn.
W y zeggen dat het Goud het fmeedbaarfte
van alle metalen is ; dit is een waarheid welke
de konft der Goudflagers en Gouddraat-
trekkers, dagelyks bewyft ■ de eerftë kan een
gegeeven uitgebreidheid van Goud , hondert
negen en vyftig duizent en twee en negentig..
maaien , door middel van een bekleedzel van
parkament , en den hamer, vermeerderen.
Men leeft in de Memorien van de Koninglyke .
Franfchè Akademie der IVelenfchappen , van
hét Jaar 1713 ., dat een ons van dit metaal
een miljoen v y f en negentig duizent voeten
in de lengte'kan uitgerekt worden , dat is te
zeggen, iri een lyn van drie en feventig uuretv
lengte, het uur op v y f en twintig hondert Pa-
A a a 3. ryfch«