
IN DI: VYG E B : IND: W O R T E L . IND: P YR AM ID 49B î Z: IND: R: IND: V:
ginië bekoQmt, flagen meede in de open
lucht, niks zy achter een muur geplaatfl zyn,
die een voeggelyke Hand heeft. Men kan
hen alle vermeenigvuldigen wanneer men
de bladen twee duimen diep in de aarde
plant.
De Indianen planten dit foort van Vyg om
hunne woningen, op welke zy hopen v erichei-
de inzamelingen in het jaar , te zullen doen.
Deze gewaande bladeren , gelyk een mveenig-
te vette planten der warme landen , konnen
langen tyd uit de aarde blyven zonder te ver-
droogen , en weder voortgroeijen wanneer
z y opnieuw geplant worden. Het voordeel
dat men ?er uit trekken kan om Cochenielje te
voeden, ;( welke Infëéten een ryken tak van
koophandel uitmaken ) doet .eenige Ameri-
kaanen hier toe nuttelöoze, o f dorre landen,
o f zulke, die door andere beplantingen uitge-
put zyn, gebruiken; zyfehieten hier ter hoog-
te van acht voeten op ., wanneer men zorg
draagt, om alle andere kruiden om dezelve uit.
teroeijen._ Zie C o c h e n i e l j e . .
I N D I A A N S C H E V Y G E B O O M ,
JFicus Indica. D it is een groote endikkeboom,
die omtrent Goa in Indië groeit: hy fpreid
zyne takken wyd u i t , waar uit vezels voortk
om en , welke naar die der Wrangen gely-
ken*, en een goudgeele kleur hebben., Wanneer
zy tot aan de aarde uitgefchooten zyn,,
zoo vatten zy wortel, en vormen langzamerhand
zoo veel nieuwe hoornen, welke op hun
beurt weder andere vezelen uitfehieten , en
dus tot het oneindige: indiervoegen, dat een
dezer Vygeboomen zoo Herk vermeen igtvul-
digt , dat hy een groote landHreek met betomen
van zyn foort vervult, die zoo groot en
hoog. als hy. zelfs , zyn ; en een wyd uitge-
flrekt en dicht bofch vormen, dat een aangename
fchaduwe verfchaft, De bladeren van
de jonge takken gelyken naar die der kwee-
boomen, zy zyn 'aan de boven zyde groen, en
w i t , en wol achtig aan de onder zyde: zy dienen
tot voedzel voor de Olyfahten.. Hunne
vruchten zyn kleine Vygen, welke in gedaante
naar de onze gelyken, maar uit- en inwendig
rood zyn ; zy zyn zo e t, en een weinig
minder aangenaam als de Europifche: de fchors
van dezen boom dient in dit Land om kleede-
ren zamen te Hellen..
Men geeft meede den naam van Indiaanfche
Vygetiboom aan de Chivef, die op het Eiland
Zipangu groeit, maar die men gelooft
dat een foort van Papayais». Zie. deze, WQ»r-
idv*.
I N D I A A N S C E W O R T E L , zh S u ,
K ar el s W o r t e l .
I N D I A A N S C H , o f P Y R A M I-
D A A L - Z O U T , Sal Indum, aut Pyrami-
daie: dit is dat foort van fuikerachtig zo u t,
|| geen men op eenige foörten van wi.er vind*.
I N D I A A N S C H R I E T . Dit is een.
Riet dat in Amerika groeit, welkers bloemen-
een fchoone roóde kleur hebben, en in ze-
kervoegen naar die van de Kalmus, gelyken..
Deszelfs bladeren zyn omtrent vier voeten,
lang , en twintig duimen breed : hunne kleur
is latypachtig groen , en zy ontwinden zich
met zich by w.yze van een peperhuis uit te.
breiden. Het is op deze bladen dat ‘mën de
Kakauw uitfpreid wanneermen dezelve droogt..
De bladeren van het Indiaanfch R ie t , dienen
dikwyls om dë Gom Elemni te omwinden, en
om korfjes te maaken._
I N D I A A N S C H V A R K E N T J E ^
Cüniculus | feu Porcellus Indicus., Dit dier.
is kleinder als een Konyn: deszelfs oorenzy.n
do.offchynende en rood:het heeft geen'Haart;,
zyne tanden gelyken naar die der rotten; z y n .
hair dat kort is , kan mogelyk met dat der var-*
keus vergeleeken worden; deszelfs kleur ver-
fch ilt, maar het grootfle gedeelte is gemee-
nelyk met groote,. zwarte, .en xofïe vlakken ,
gevlakt.
Sch09.11 dit dier uit de. warme geweHen van
Brazil en Guinee oorfpronkelyk is , zoo kan
het echter , volgens de waarnemingen van den
Heer de Bujfon , in de gematigde , en zelfs
koude landen leeven , en voortteelen , mits
men het verzorgt, en voor de ongematigdeït
van onze geweHen befchut. Deze dieren bezitten
een zoo vroegtydigen aart, dat zy el-
kanderen zes weeken na hunne geboorte pp-
zoeken , en paaren ; fchoon de omwinding
der vaHe deelén niet voor den ouderdom van
v y f o f zes maanden volbracht is. De wyfjes
draagen niet langer ais drie weeken: men-lieeft
’ér gezien die reeds in den ouderdom van twee
maanden wierpen.. De wyfjes brengen ten
minflen alle twee maanden ,. zeven o f acht
jongen vo o r t; ,die zy niet langer als veertien
dagen zoogen: de jongen brengen op dezelve“
wyze voort; en men is verwondert over hunne
fpoedige en verbazende vermeerdering.
Van een paar kan men ’ er duizent in een jaar
hebben; maar zy verminderen mede zoo flerk
als zy vermeerderen; de koude en vochtigheit
doet hen. Herven*.. Deze
INDIGO. INDIGO. 499
Deze kleine dieren, de mannetjes zoo wel
fcls de wyfjes laaten zich door de katten ver-
Hinden zonder eenige tegenfland te bieden:
£y hebben geen klaarblykelykë geneigtheden
als alleen de liefde , zy zyn alsdan aan vei>
woedheit onderworpen; en vechten metwoe-
■ de, en dooden dlkanderen dikwyls om een
wy fje te genieten. Z y brengen hunnen Ieef-
tyd door met flapen , eeten , en liefde plee-
,gen. - Z y eeten óp alle uuren'van den dach en
nacht 5 en zoeken zoo dikwyls liefde te plee*
gen als zy begeerig om te eeten zyn. Z y drinken
nooit, maar pillen geftadig : hét fap der
planten verftrekt hen tot drank. Z y maaken
een foort van geluit dat ëenigzins met dat van
■ een klokhen overeen koomt , en ’ t geen hun
genoegen te kennen geeft, wanneer zy by
hunne wyfjes zyn, zy geeven een fcherp ge-
fchreeuw wanneer zy fmert gevóelen. Deze
dieren zetten zich op hunne achferfte pooten
gelyk de konynen; zy wryven zich de kop
met de voorHe : zy zyn zeer koudachtig en
Herven des winters, ten minHe, zoo men
hen op geen warme en drooge plaats houd.
Z y zyn natuurlyk zachtaardig en tam: zy doen
geen kwaad , maar.zyn meede tot geen goed
bekwaam: zy bezitten geen aankleeving voor
de menfehen. .Zacht door de natuur geftelt-
heit gedwee door zwakheit, byna onver-
fchillig voor alles, zoo hebben z y , zechtde
Heer de Buffon , de gedaante van zichzelfs-
beweegende werktuigen , die tot de vermeerdering
zamengeftelt zyn , en maar alleen
gemaakt fchynen om een foort te verbeelden.
Men kweekt deze dieren in Europa aan
meer tot vermaak, als om het nut dat men ’er
van trekken kan. Hunne huit heeft byna
geen waarde; hun vleefch heeft geen uitmuntende
hpedauigheeden. Men zecht dat zy
zeer wel muizen vangen; doch men heeft reden
om te denken dat z y hier toe oneindig
minder als de katten bekwaam zyn. In Brazil
noemt men dit dier Cavia. De Aguti "of A -
goty van Brazil van welke wy gefproken hebben
, is van het zelfde foort: men noemt dit
dier Wilde Amerikaanfche Bot.
IN D IG O . Dit is een droefiem die uit
de Aml getrokken word , en die van het Indiaanfch
btaauw niet verfchilt, waar van wy
hier voor gefprooken hebben, als dat zy uit de
•lteelen en bladeren getrokken word,in plaats
dat men tot het Indiaanfch blaauw alleen de
bladeren gebruikt. De Kooplieden onderscheiden
verfcheide foorcenvan Irfdigo • de
befte- en meeftgeachtfte , is die, welke men
Indigo-Kjuatimala noemt, naar de Haam van
een Had in Amerika, alwaar men dezelvebe-
reid: zy moet ligt, zuiver, en niet hart zyn ,
op het water dryven, ontbranden en byna geheel
verteert worden : haare kleur is fchooa
blaauw; wanneer mén haar op de nagel wryfr
blyft er een ftreep achter die de kleur van het
oude brons naar bootft.
Het geen men jfavaanfcb blaauw noemt is
een Indiaanfch blaauw, dat de Hollanders
met de Indigó bereiden : het fchynt dat men
°-P de Kijft van Malabaar , Indigo bereid ,
maar de monfters welke wy ’er van gezien
hebben , zyn veel minder als een der foorten
van het bekende Indiaanfch blaauw.
„ P .er fdeer P r e f out arm zecht, in het werk
b-VlaiJ. Kujt. de Cayetnie genaamt, dat men in
t ranfche Volkplantingen een meenigte
Indigo aankweekt, dit is zelfs een der befte
voortbrengzelen van Amerika, en te gelyk
een der tederfte, Z y vordert een goeden aart
van grond, en veel oplettenheit van den aan-
kweeker. De grond moet vlak, gelyk, vochtig
en zeer vet zyn. De Indigo werd in vochtig
weder in holletjes gezaait, die in een rech*
te lyn geplaatft , en een voet van elkanderen.
verwydert zyn , en drie duimen diepte hebben.
De Negers die dezelve zaaijen plaatzen
tien zaaden in ieder holletje, welke zy zorgvuldig
met hunne voeten bedekken. Men ziet
de plant gemeenelyk zes dagen hier na , op-
koomen. Men moet zorgvuldig het onkruid
uitplukken. Ten einde van twee maanden
kan de Indigo gefneeden worden , men ontdekt
d i t , wanneer de blaadjes zich gemakke-
lyk laaten verbreèken , en uit hunne levendige
en donkerachtige kleur: men fnyd de Indigo
by vochtig weeder. De plant kan twee
jaaren duuren; men fnyd haar met fikke’s
a f , en men doet de afgefneeden planten in
groote ftukken lynwaat, om haar naar het
werkhuis te brengen. Wanneer de Indigo
voor haare rypheit afgefneeden word geeft
zy een veel fchoonder kleur u i t , maar de
hoeveelheit is minder: zoo zy te laat gefneeden
word , verlieft men noch veel meer, en
men bekoomt een Indigo van een fleehte hoe-
danigheit. Deze plant, zecht. de Heer de
Prefontaine , is aan een foort van nipzen on-
derheevig , welke vliegen, en als wolken ’er
opnederftorten, en haar in korten tyd geheel
verflinden. Dit Inleft is zeer gemeen , en
vooral op St. Domingo. Den eenigften toevlucht
van den eigenaar, is , omzynen Indigo
in den ftaat in welke zy is , nftefnvdenr
k r r a men