
vinger , hart, houtachtig , vezelachtig, en
van een zamentrekkende fmaak , hy ïchiet
verfcheide fteelen uit, welke een en een halve
voet o f daaromtrent lang zyn , zy zyndun,
rond. vaft, taai, glad , en liggen gewoone-
lyk op de aarde, zy hebben veel knoopen, en
zyn met langwerpige, fmalle, fpitze en'groene
bladeren bezet, welke aan zeer korte fteel-
tjes vaftgehecht-, en beurtelinfch geplaatft
- zyn ; de bloemen koomen uit den fcnoot der
bladeren v o o r t: zy zyn kléin , en ieder uit
v y f witte o f purperachtige helmftyltjes, za-
raen geftelt : ep.deze bloemen volgt een'vry
dik, driehoekig én vaalrood zaad, dat ineen
zaadhuisje beilooten is , ’ t geen de bloem tot
een kelk verftrekt heeft.
Dit Kreupelgras bloeit in den zoomer , en
blyft byna het geheele jaar groen , uitgezon-
dert in den winter : het heeft een lymerige
grasfmaak, die eenigzins rinsachtig is: Het is
zamentrekkende', wondhelende , en uitmun-
tent voor allerlei foorten van. bloedstortingen,
’ c zy men het inneemt o f uitwendig, op-
le ch t: deszelfs fap is nuttig tegens den buikloop
, r o o d e lo o p e n verlies van het bloed.
K R I E K E N B O O M , zie K s r s s e n -
s 00 M.
K R I E K - O V E R - Z E E , J o o m k -
K ÏZ S S SN , B L AASKERSSÉN , Aiklkeitgi.
Dit is een plant die in de wyngaarden groeit;
Haare roo.de fteelen zyn omtrent een en een
halve voet hoog: haare bladeren fsaan tegens
elkanderen over , en zyn vry overeenkomfitig
met die der Nachtfchade , maar zy zyn niet
getand en veel grooter. Haare bloemen koomen
uit den fchoot der bladeren v o o r t: zy
beftaan uit een ftuk, dat de gedaante van een
bekken h e e ft, en wit is ; de kelk breid zich
in een blaas u i t , die eerft groen is , en vervolgens
een fcharlaken kleur kry gt: z y bevat
een vrucht die de gedaante, groote, en kleur
van een kers heeft, derz.eiver fmaak is in den
beginne zuur, en vervolgens zeer bitter;-drié
o f vier van deze vruchten: zyn zeer. nuttig in,
de opftopping van het water, en voor de.
waterzuchtigen : de wyn van de Kriek-over-
Zee , in een gifee van vier oneen alle morgen
ingenoomen , is zeer nuttig voor die geene,
welke het graveel hebben ; men bereid hem
van gelyke deelen druiven en vruchten van
de Kriek-over-Zee. Vier o f v y f .wan dezelve
in een koeldrank, ’ verzachten het nierenwee.
K R I S T A L , -Cryflallum. In de Natuur-
lyke Hiftorie , geeft men dezen naara aan alle
minerale zelfstandigheden , welke van zich
zelven een ftandvaftige en bepaalde gedaante
aanneemen. Men heeft dus zoo Veel verfehil-
. lende 'foorten van Kriftallen , als men zel.f-
ftandigbeden h e e ft, welke regelmatige. ge-
daantens aanneemen, een grootgedeelte van de
kalkachtige , plaafterachtige , en, glasachtige
fteenen, de metalen, halve-metalen , de py-
riten , en de zw a v e l, zyn in, dit g e v al, en
neemen een onderfcheidbaare gedaante aan ,
door welke zy gemakkelyk te herkennen
zyn.
De kriftalfchietingen in deze natuurlyke
lichaamen, fchynt volgens dezelve wetten te
gefchieden als. de kriftalfchieting der zouten
in het werkhuis van den Scheikundigen. De
langzame aannadering der gelykflachtige en
wezentlyke deelen der lichaamen, vergezelt
van zekere omftandigheden , doet hen van
den Raat van vioeilioffen tot die van vafte lichaamen
óvergaan. Het is- een ontegenfpreke-
lyk bewys dat de.Kriftallen eerlt in een ftaat
van vloeibaarheid geweeft zyn, om dat men
vreemde lichaamen , als waterdroppen, in-
lecten , planten, metalen , enz. in dezelve
beilooten vind. Het zyn voornam en flyk deze
Rukken met welke de. Beminnaren der Natuurlyke
Hiftorie hunne Kabinetten verderen'.
Men geeft dé naam van fluores aan alle de ge-
kleurde-rKriftallen, van wat aart zy ook zyn
mooge: dus noemt men, by -voorbeeld., de
gekleurde Kriftallen van de Spath , fluores
Spathioi. Het is. bewezen dat de Kriftallen
door metaalachtige zelfstandigheden gekleurt
worden, welke in de aarde ontbonden,zyn,
en door het. water rneed'e gevoert worden, o f
zich in dampen opheffen welke zich met de
-ftoffe vereenigt hebben , wanneer,, zy noch
vloeibaar w a s , en uit.welke de kriftajien
moeften gevormt worden. De kleur duid
dikwyls den aart van de metaalen aan welke
de kleur voortgebracht hebben ; het koper
verfchaft groen en blaauw ; het lood geeft
geel , en het yzer rood en zomtyds mede-
biaauw. -
De Natuur die langzaam werkt, maar die
echter geftadig arbeid, vormt dagelykfch in
de ingewanden der aarde, door behulp van
de. water aderen welke ’er door verfpreit zyn,
deze kriftallen en -mineralen: zy. verderft en
verandert de gedaante van de delfftcffen welke
in haaren boezem bevat zyn ; het is op
deze wyze dat zy ons Ammons Hoornen vertoont,
'toont, als mede eenige fteenen, welkers holligheden
met kriftallen o f een glansryke mettalachtige
ftoffe bekleed zyn : men ziet mede'
•in de Kabinetten gekriftallifeert Tin en Tzer
Erts. Zie T in en Y z e r .
K R IS T A L , ditiseendoorfchynendefteen,
die by uitnemenrheit dus genoemt word; zie
R ot s k r i s t a l ,.
K R O C , Vicia parva. Deze plant groeit
in de velden tuffehen het Koord : . zy ïcliiet
dunne en .takachtige fteelen uit. Haare bladeren,
zyn fmal, groen , by paaren tegen over
elkanderen geplaatft, o f langs een rib gefchikt
die in .een klaauwtje eindigt , met welke zy
zich aan de omftaande planten vafthecht.
. Haare bloemen zyn w it, en de peulen welke,
’ er op volgen wollig. Deze plant is oplos-
fende wanneer zy uitwendig gebruikt word.
K R O K O D I L , Crócodilus : dit is een
eijerbarent en halfflachtig dier, en ’t geen
een der grootfte van het gedacht derHaagdis-
fen is , het is zeer gemeen in Egypte* in Iri-
dic, en in de heete geweften van Amerika.
Men gelooft dat het dit dier is waar van in
den Bybel onder de naam van Leviathan gewag
gemaakt word.
De Krokodil is een wanichepzel dat een
gevaarlyken verflindzuchtlgen aart bezit, en
van de andere Haagdiffen door zyne meenig-
ruldige tanden verfchilt, welke lang, zeer
fpits, en op dezelve w y z e als die van een
kam gefchikt zyn: die van het opperkaakbeen
üuiten tuffehen die van het onderfte, en deze
wederom tuffehen de bovenfte, De tong
van de K rokodil is zoo klein in evenredigheit
van die der Haagdiffen, dat men-gezecht heeft
dat dit dier geen tong heeft. Men merkt
noch een ander verfchil tuffehen de Krokodil
en de K ayman op, van welk dier wy reeds
gefproken hebben: dit is dat het lichaam van
ëe Kayman meer in een gédrongeh is , zyn
kop meer opgeheven , en zyn fnuit meer ne-.
dergedrukt en korter is , en aan deszelfs wortel
een hoek vormt; in tegendeel heeft de
Krokodil, en vooral die, geene welke zich
in de N y l ophoud, een fmal lichaam, enhaa-
ïen bek loopt in een rechte lyn voort en is
zeer lang, en de opening van den bek* veel
wyder : zy verfchilt noch van den Kayman
door haare fchubben o f fchilden, de ringen
van den ftaart, de hardheit der beenderen
de kleur van het lichaam, en verfcheide andere
byzondêvheden welke men indebefchrv-
I, D e e l , ...
Ving kan opmerken, die wy hier zullen laten
volgen.
De Krokodil i s , gelyk de Kayman , do
grootfte en fterkfte van alle Haagdiffen: wanneer
zy, volwaffcheir is , heeft zy meer als
twintig voeten lengte: zy is met een zeer harde
gefchubde huit bedekt, die bronskleurig
o f geelacfttig bruin en met wit en groen ge-
fpikkeltis: haaren kop is breed; haaren fnuit
koomt met die van een varken overeen: haaren
bek opent zich tot aan de ooren; haard
keel -is zeer w yd ; haare kaaken zyn met een
groot getal 'hondstanden bezet, welke rond ,
lang, wit en fpirs zyn , en nnauwkeurig tus-
fchen elkanderen fluiten : de wortelen van
deze tanden zyn hol en langer als de tanden
zelve. De opperkaak van de Krokodil is
maar alleen beweegbaar; derzelver gewrichten
zyn aan den nek geplaatft : zy heeft twee
openingen .welke de . gedaante van een was*
fende maan hebben en de neusgaten vormen;
de openingen van de ooren zyn boven de
oogen. De onderkaak is onbeweeggelyk,
en aan het bórftbeen vaftgehecht, om haar
meer kracht te doen hebben ; haare onbe-
weegbaarheit veroorzaakt dat de Krokodil altoos
vooruitziet, houdende de kop voor uit
en in een rechte lyn ui’tgeftrekt: haare oogen
gelyken naar die van een varken , zy zyn
zomtyds fchitterende, en fteken uit den kop,
zy zyn onbeweeggelyk maar veilig in haare
beenachtige holligheden geplaatft: haare
deijen buigen zywaarts ; haare voorfte poolen
zyn met v y f kromme en zeer fcherpe
klaauwen gewapent, en de achterfte met vier s
haaren ftaart is rond en alzo o langalshet overige
van haar lichaam.
De fchubben o f fchilden van de Krokodil
beftaan uit drie foorten: die geene welke de
zyden , de beenen en een, gedeelte van den
hals bedekken, zyn ten naaften by rond; die
van den rug, het middelfte gedeelte van den
hals en het bovenfte van den ftaart zyn in
reijen geplaatft, ingegroeft, en niet op de
wyze van1 dakpannen gekromt gelyk die’ van
den buik : op den rug befpeurt men in het
midden van ieder fchild een kam , welkers
verhevenheir ongevoelig 'naar de zyden af-
neemt: de ftaart welke achter de achterfte
ponten begint, heeft mede twee reijen van
deze verheven kammen welke zeer verheven
zyn , en zich omtrent een voet van het einde
vereenigen om maar een enkele rei te vormen:
deze gefteltheit van den ftaart helpt het
dier zeer veel in het zwemmen; de fchubben
welke den buik, het onderfte van den ftaart,
K k k k van