
■53P' K A K A U W . K A K K E R L A K .
ge byvoegzelen vervaardigt, worden;, en wan-
'neer men deze Chocolaat gebruiken w il,
fchrapt men ’er een genoegzame hoeveelheit
a f , en voegt.’er meer o f min kaneel, fuiker
en orangebloemen by., De Chocolaat die dus
bereid is ,. heeft een licffelyke geur en een
groote aangenaamheid Schoon de Banille
zeer gemeen op deze Eilanden is , zoo maakt
men ’ér echter geen gebruik van in de bereidingen
van de Chocolaat.
Hét gebruik van de Chocolaat, verdient,
noch al het goed., noch al het kwaad, dat
men ’er van gezecht heeft. Z y word onver-
fchillig door de gewoonte: men ziet niet,
noch dat.zy groot voordeel, noch dat z y groot
nadeel aan de Spanjaarden toebrengt, die Mr
zich een zoo aanmerkelyke levensbehoefte
van gemaakt hebben , dat gebrek aan Chocolaat
by dit volk, hetzelve is , als gebrek aan
brood, by andere, volken. De Chocolaat die
zonder eenige' fpecereijen bereidMs, bezit de.
eigenfchap om den éetluft in lieden op te wekken
?.welke, aan dêrzelver gebruik niet gewent
zyn. Z y onderhoud .de krach ten vry wel van
die geene , die ’er dagelyks des morgens gebruik.
van~ maken.. Hoe minder de Kakauw
gebrand is , hoe meer zy voed,, en de fappen
verdikt.; in tegendeel., hoe.meer z y gebrand
is , hoe meer zy opbrurffiag in dé vochten van
l e t lichaam veroorzaakt,, om .dat haaren olie
meer door het vuur verdunt word- De Chocolaat
die van weinig gebrande Kakauw , en
een zeer gering gedeelte fpecereijen zamen
geftélt is., verfchaft in zekere gevallen een
nuttige drank,yoof.die geene, welke de teer
r.ing lebben-
Men maakt van-.de Kakauw , . op dè wyze
van Rouaanfche nooten bereid zynde , een
uitmument confyt om de maag te verfterken,
zonder dezelve échter te .veel..,te. verhitten-.
Men trekt uit de Kakauw-.een olie die dezelf--
Handigheit van booter heeft., men noemt dezelve
B-öoter van Kakamv. Dezen olie ver*
èenigt met de verzachtende eigenfchappen der
andere oliën , het voordeel dat hy geen Her-
ke reuk verkrygt-,. en fchiêlyk droog word.
De fpaanfche vrouwen gebruiken hem .als een
zeer goed blanket-middeldat het vel glad en
zacht maakt, zonder dat men eenige vettig-:
heit o f iets blinken ts gewaar word.. Zoo men
ooit de gewoonte der Oudheit.weder in ge-*-
bruik brengt, die van zoo veel'nut voor dé
bejaarde lieden was , om-zich met olie te
wryven,, om de fpieren-zwak ,te maaken', en
laar voor verftyving te befchutten, zoo verdient,
den olie van de KakauwMe .voorkeus-;-.:
. zy .dfcoogt fchiêlyk op , .en geeft geen kwa>
• den reuk van. zich , aan welk ongemak men
waarfchynelyk de. vernietiging van dit gebruik-
moet toefchryven , welkers nuttigheit door
.dé. ondervindingyan .de geheele Qudheit ge-
„Haaftis.,
K A K K E R L A K , Blatta ; dit is een
.vliegent infeét dat zeer bekent by de Amen* -
kaanen en Zeelieden is , om dat ’er de fchee*
.pen menigvuLdig maaien door befmet zyn.
.Men heeft een foort van deze dieren , welke
zich in Europa in de keukens vermeenigyulf
digen.
De Kakkerlakken - van Amerika , zyn vry
groote infécten, welkers lichaam plataehtig is:-
het lichaam der mannetjes is onder de vleugelen
verborgen, en dat der wyfjes is ontbloot
om dat zy geen-vleugelen hebben. Die ,,
welke men in onze ge wellen heeft, zyn meer
.onder den naam vap Motten bekent , en zyn-
veel kleinder als die van andere wereltdeelep:.-.
zy zyn meede zoo fchadelyk niet, men ducht
hen zelfs-alleen in de keukens als een onzin-
nelykheit. . Maar op de Eilanden van Ameri-
.ka dringen zy zich overal, in , „bevlekken alles
, en ontzien noch kleederen*, ndch lyn--
waat.. De Kakker!akken beminnen alles wat
zoet is , en vooral de ananaflen : zy leggen
hunne eijeren niet geheele hoopen , 'en om- -
kleden dezelve met een dun vlies , gelyk zekere
Europeaanfche fpinnekopp.en doen. Het
is een. vermaak onvte zien hoe dat. de jongen,
in den, tyd wanneer zy uk de eijeren voortkomen
, het omkleedzei verfcheuren:,. e n ’er
.o-verhaaH uit voortkomen : z y zyn alsdan niet
grooter-als één mier : deze jonge Kakkerlakken
kruipen met gemak door de fpleeten o f
flooten der kabinetten en koffers , in' welke -
zy alles .aan-Hukken knagen , en vernielen...
Maar gelukkig is het, zecht de Heer OóJJjghi^
dat de Ichneumon-wespen deze vernielende'
infeéten aantallen, en dooden.
Wanneer de..Ichneumon-wesp', na dat zy.
alómme, ’ t zy al'vliegende o f 16 open d é , ge--
kruift heeft, om wildbraad .te zoeken -, oen,
Kakkerlak gewaar'word, houd zy een weinig
f t i l, geduurende.welke tyd de twee infedleii'
el kand ére fchynen -te befchóuwen ; maar weT
ras valt dè Ichneumon - wêsp op het -andere
„aan , en .grypt deszelfs kop o f fnuit tuïlcheii'
haare nyp.ers o f tanden , zy kromt zich vervolgens
onder het lichaam, van haaren-prooi,
om ze met haaren angel te doorboren : zoo
ras zy bemerkt dat zy ’er het doodelyke'ver--
'gift in.uftgeftort heeft, verlaat zy deze vVand
K A K O N D E . K A K O N G O;
.en verwydert ’er zich van: maar. wanneer, zy
.verfcheide keeren gedaan heeft , komt zy te
rug , verzekert zynde , dat zy ze op dezelve
plaats vinden zal. De Kakkerlak die natuur-
lyk weinig moed bezit, heeft alsdan zyne
.krachten verloóren, en zy.is buiten Haat. om
eenige weèrftant te bieden , de'Ichneumon-
wesp grypt' hem dan by den kop ,. en-.fle.ept
hem achterwaarts uit tot in haar hól.
In Surinamen , -geeft men meede den naam
van Kakkerlak, aan een foort van Blafta , die
des nachts op roöf uitgaat., en de fchoenen,
klëederen, vleefch,,en vooral het brood doorknaagt
, , van welk hy maar alleen de,kruim
verflind.; edoch ,. ditinfecl.dat men meede
op Martiniquc vind., is de Ravet.' Zie dit
woont. |
K A K O N D E , dit is een. foort . van zeer
aan gen amen deeg, die eën lieffelyken adem
veroorzaakt, hy word van kaehou, zaad van
bangue, kalmus", emeenleemachdge aarde,
zamengefteit.,. die. meelachtig is en Mhsqui-
qui génaamt word. De Japanneezen kauwen
dezelve: geftadig., en bieden hem die geene
aan^welke, hen komen, bezoeken, op dezelve
wyze als -dé Indiaanen de Kaehou. en.Betel
doen. Zie deze woorden-,
K A K O N G O , dit is-een vifch die de gedaante
van ecn.Salm heeft: welke men in de
rivieren van Congo en Angola in Afrika vangt:
zyn vleefch is graauwachtig en zeer vet.. De
Viflchers zyn verplicht deze yilfchen aan de
Koningen van het land te leveren..
, K A L A -B A 'S , zie W a t e r m e l o e n . /
K A L A B A S B O O M , o f KAUWOER -
DEBOOM. Dit is een groote boom, die1
voornamentlyk in het Amerikaanfche Land-
fchap Marpio - groeit ,, en welke, men byna
nergens in- dit land onthoeren kan. Zyne
fchoone groene bladeren hebben v y f o f .zes
.duimen lengte eir een duim.-hreedte; zy zyrr
achter elkanderen langs de takken valtgehecht.
Zyne bloemen zyn wit, en klokswys van gedaante;
op dezelve volgen vruchten-die,, de
gedaante van onze KalabalTen hebben, en met
een houtachtige en zeer harde fcliors. bedekt
Z.yn, die twee lynen dikte heeft. „Deze vrucht
werd door JLemer.y Guineefche o f Afrikaan-
fche Kalabas genoemt, omfdat dezen boom
in Atrika is overgebracht, en hier medé aangekweekt
word. Men noemt deszelfs vrucht
in Guinee.. MachamonaChoyne.oï Cuieté in
K A L A B A S B O O M . 53*3
Nieuw Spanje,,en Couïs_in deFranfche Volkr
. plantingen.
Men; holt déze KalabalTen uit met. ’er koken!;,
water in te, gieten om het-vleefch te
doen wecken, waar door men haar ledig ma*
ken kan,; en als dan verllrekken zy tot uit^-
.muntende vlelTchen.. Lemery Zecht, dat dc
Kanibaleh-’er kleine vaten van vervaardigen,
welke- zy tot een verborgentheit gebruiken
die hunne Godheit betreft : zy hollen haar
meede. dus uit, en vullen’ ze met turkfeh koorn
en andere zaaden ofTdeine fteenen, en ver-
fieren-haar uitwendig met verfcheide foor ten
van vederen; vervolgens doorbooren zy haar
van onderen, en. Heken.’er een-klein Hokje
door, dat M in de*^aarde planten. Z y heb*
ben de^gewoonte'oiu drie. of. vier van deze
vruchten, dus toebereid,, in-hunne hutten te
bewaaren : zy noemen dezelve. Mar aha en
Tamaraka. Z y gelooven dat, wanneer zy
deze vruchten bewegen, en haaf eenig geluic
hóóren geven, dat door de zaaden o f Heenen
veroorzaakt- word die ’er in bevat z}rn , zy
met hunnen Toupan Ipreeken, dat is te ze°—
gen. met hunnen God.,, en dat zy van hem
zeekere antwoorden ontvangen. Z y worden
in deze- bygeioovigheit door hunnen Pagi o f
Wichelaar gevoed., die hen. doet gelooven
dat dóór middel , van den- rook van tabak o f
eenige-andere reukwerken en zekere.betoo veringen
en mompelingen, zy een Gbddelyke
kracht aan hunnen Tamaraka geven.
De Indianen polyHen Me fchors der cuieté,
en Hejlen ’èr verfcheide vaten om.uit teeeten
en drinken van te zamen,. die zy zeer bevallig
met rocou, indigo.,. en andere fraaije verwen
befchilderen: hunne afbeeldingen op de
wyze der wilden zyn- vry naauwkeurig voos
lieden die geen gebruik van lineaalen o f pas-,
fers maken. Men ziet zomtyds-eenige van
déze vaten in de kabinetten dér lie f liebbèren».
Men maakt ’èr mede verfcheide föortcn van
keuken gereedfehappen van , en ■ byzondes
fchotelen;.en fchoon zy van hout zyn, zoo
gebruikt men hen echter om water warm te
maken. De Kalabasboom verfchaft alleen
het grootfte-gedèelte der kléine huishoiidely*
ke gereedfehappen der.-Caraïbers, Negers en. '
andere Vreemdelingen, dié zich' naar dè Amerikaan
fche Eilftudèn begeven.
De Inwoondérs der landfehappen in welke:
de Kalabasboom-groeic, befchóuwen deszelfs
vleefch als een algemeen geneesmiddel voor
een groot getal ziektens» Zy. bereiden ’er een
drank van Mie naar onze limoenade gelykt..
Tans heeft men een gewoonte om dit vleèfclL
K x x q , ‘ re
I
n