
D R A K E ajSS N - B L Q E D . D R E K V I S CH .
Vrucht dragen , die in zés deelen 'üitgerond
zyn. Deze vrucht is eirond, heeft de groote
van -een groote hazelnoot, is gefchubd,
en vertoont een omgekEeide vrucht, van den
denneboom.'. Onder deze fchubben, vind.
men een vleezig v lie s , dat witachtig i s , en
een vleezig.bolletje omvangt, dat groen voor-
zyne ryphêit, en ryp zynde, met fap vervult
i s , en een fmaak heeft welke na die
van peulvruchten zweemt, en zeer zamen-
trekkénde is", dat zich ras van de tong aan
bet tandvleefch' en door den geheelen mond-
verfpreid, en aanftonds verdwynt.' Bontint
heeft getracht om een afbeelding van deze
vrucht te geven , onder den naam van Ma-
layen Rotang ; maar deze- afbeelding is gebrekkig
en. onvolmaakt.
Kampher zecht dat de Oofterlingen, de
Maleyers en bewoonders van Java , op dé-
volgende w y s , bet harftachtige fap- uit- de
vrucht van dezen boom trekken. Men plaatft
de vruchten op een horde die boven een groot
aarde vat geplaatft i s , dat half met' water--
gevult is: men plaatft dit vat, eenigzins bedekt,
op' het vuur, om. dat de waaftem van'
het kokende water de vrachten zacht en flap
maken zou; door dit middel vloeit de bloed-
achtige ftoffe, die zich niet vertoonen zou,
wanneer-de vrucht doorgefneden wiert, door
dezen, heete waalfem uit dezelve , en verfpreid
zich over. de-oppervlakte van de vrucht.
Men neemt het ’er met kleine ftokjes- a f, en
befluit het in vliesjes die van bladeren -van
riet gemaakt worden , die men- vervolgens
met gaaren toebind , en- aan de lucht bloot
ftelt tot dat zy geheel droog zyn. Andere
trekken dit harftachtige- fap door een enkele
koking uit de vrucht: z y laaten deze koking
zoo lang dunren tot dat het water al het roo-
de fap uit. de vrucht getrokken h e e ft; zy
werpen.dan .de vruchten weg, en laten het
water vervolgens zoo lang koken-tot dat ’er
«en- dik fap overblyft, dat zy op dezelve wys
in vliesjes befluiten..
De derde foort van boomen, die den harft
uitgeven, w-elke men Draken-bloed noemt,,
draagt den naam van Mrqua-Huitl, feu fan-
gtiinis ar.hor. Dezen boom is g ro o t: • zyne
bladeren gelyken naar die van het wolle-.
kruid, zy zyn groot en hoekig: hy-groeit in
Nieuw .Spanje;- men trekt ’ er. den.harft.met.
o f zonder infnydingen uit..
De vierde foort werd Draco arbor Indlca
filiqufifa, PopulifoUo, Angfana ^favanenftbm
genaamt. Deze boom, die op het Eiland'.
Java j.ei}.zelfs. 15aar.b3r.de Sta.d.Batavia.groeit,,
is groot;.zyn hout is hard, en zyne fchorst
roodachtig. Zyne bladeren gelyken naar die1
van den Populierboom, doch zyn veel kleiii-
■ der. Zyne bloemen zyn klein-,, geel, welriekende
, en een weinig bitter. Zyné vruchten
, die aan lange fteelen gehecht zyn , hebben
een afchverwige. kleur, zyn hard, plat-
achtig, en echter bolrond verheven aan bei-
de zyden, vl.iesachtig aan haare kanten, en
met kleine uitfpringende hoeken bezet. Iedere
vrucht hehelft twee o f drie langwerpige
zaden, die gekromt en roodachtig zyn. Wanneer
men aan den ftam o f takken van dezen
boom een infnyding' d o e t, vloeit ’ er een
vocht uit dat wel ras. tot roodé tranen-zamcn-
ftremt,- die men ons in bolletjes overbrengt,
welke met blaadjes van biezen ontwonden
zyn» ■
Het grootfte gedeelte der S'chryyeren zeggen
dat men het Draken-bloed dus genocmt
heeft ,. om dat wanneer men-de fchel van
deszel-fs vrucht afneem-t, men de gedaante van
een draak ziet, gelyk dit dier door de Schilders
afgemaalt word; edoch ’er heerfcht veel-
verbeelding en verdicbtzei in deze vertelling
»
De harft, Draken-bloed'genaamt , is aatï
èen'lyment, opdroogent en. zamentrekkent:
inen gebruikt hem inwendig met n u t, van
een achtfte tot een vierendeel loots, tegens
de roodeloop , bloedloozingen , geweldige
buikloopen, en inwendige zweerec,. Wanneer
men dezelve uitwendig gebruikt, .zoo.
droogt hy de verzweringen op, bevordert de
•vereeniging der. wonden, .maakt de losftaanda
tanden v a lt,, en verfterkt het.tandvleefch;
hierom.mengt men hem altoos Onder-de tandpoeders:
men bedient ’er zich mede tot ver-
fchetds verlakte werken van..
De ftokjes. die. men in ’t franfeh Bols de la
Palile noemt, zyn ftukjes hout, die de In-
woonders van Porto. San&o in vloeibaar Dra—
ken-bloed doopen. Z y hebben de dikte van
een zwariefchacht, en zyn ligt en w it, men.
-bedient ’ er zich van om de tanden .te reinigen
en .het tandvleefch te verfterken.,
D R E K , xie. U ït w e r p z e l e n .
D R E K V T S .C H , PifcisJlercorarius: dezen
vifch gelykt, in de gedaante van het lichaam
naar de fparus.. Men .heeft hem-dus gè-
uaaint; om dat hy zich na by de rioolen .onthoud.,.
en zich met de onreinheden voéd die
’er uit voortkomen. Zonimlge denken dat
hy.,. om.zyne.leyehswyze, niet gezond.is; .
maar-
D RIEKLEUR: V IO L E T T : D R O N T E .
maar Ray zecht, integendeel, dat hy van
een'goeden -imaalc i s , . ’ t zy gebraden o f gekookt.
■ Hy is breed en plat ; zyn buik is
blaauw en met breede vlakken geteekent: de
vinnen van zyn rag zyn met doornachtige
ftralen aan de voorzyde, en met zachte ftra-
len aan de achterzyde bezet.
D R E K W R O E T E R . Dit is de Mift-
T o r o f Pillen-Tor. Zie T or. '
D R I E B L A D , zie Z e v e n g e t y d e n
K r u id »
D R I E K L E U R IG E V IN K , zie P au s .
D R I E K L E U R IG E V I O L E T T E N ,
Viola tricolor, een foort van- reukelooze vio-
letten, die men in de tuinen om haare fchoo-
ne-kleuren aankweekt; en van welke ieder
blad drie kleuren heeft, purper o f blaauw,
eej en wit. Haaren wortel is vezelachtig;,
y fchiet kleine kruipende fteeltjes uit, die
getakt en met bladeren bezet zyn-, waar van
de eene rond., en. andere langwerpig en- ge-
tant zyn-. Haare bloemen zyn wolachtig:
op deze volgt een peul die kleine zaden bevat.
Deze plant is zuiverende, wondheelen-
de en zweetdry-vende: zie V i o i s t t é n .
D R O M M E D A R I S , zie K am e e l .
D R O N T E o f D O D - A A R S . Een
foort van Oöft-Iüdifche Struisvogel, die ge—
WOönelyk op het Eiland Mauritius gevonden
word, ’t geen om- deszelfs fchoon ebbenhout
beroemd is. Deze vogel is zeer bot:-zyne
'groote en gedaante hebben . iets van den
Struisvogel en Kalkoen: zyne kop is lang,
dik en wanftallig-y en met een-kaps-wys vel
Bedekt: hy heeft groote en zwarte oogen,
een zeer lange b ek, die dik, grof, fpits,
en gekromt is , en een bleek blaauwe kleur
heeft: zyne hals is groot, vèt en gekromt:
het lichaam dik en-rond', met graauwe vederen
, gelyk dat van den Struisvogel, bedekt:
-zyne pooten zyn dik, kort en geelaehtig: zy
hebben vier klaauwen ; zynen gang is zeer
langzaam ,, en zyn vleefch zoo voedzaam;
dat drie o f vier Dod-aarfen* genoeg zyn om
honden perfoonen te voeden.. Men-vint ge-
woonelyk fteenen in de magen-dezer dieren..
D R O O G E R Y Ë N ^ V e r z a m e l in g
v a n J. Dit-is een by een vergadering-van
de. verfchillende werken der. Natuur ‘in de.
D RO O G ER Y ËN . DRUIVENKRUID. 26$
drie Ryken, Mineralen, Planten, en Dieren.
De Natuurkundige verzamelt, in zyne filo-
fofifehe omdolingen, alle de verfchillende
voortbrengsels der Natuur ; hy onderzoekt
dezelve om'haar in benden, rangen, gedachten
en foorten te fchikken; hy bied alle deze
fchatten die noodig o f onnut in de Kruidmen-
ging zyn , aan de Seheikonft, Verfkonft,
Schilderkonft , en in een woort aan. alle
Konften en Wetepfchappen aan. Het is in
het Kabinet van den Beminnaar der Natuur-
lyke Hiftorie, dat men Raaien ziet van het
geen de menfeh verzamelen , verwiffelen,
zamenftellen en gebruiken kan, als mede alle
de vcrvalfingen die men ’er in doen kan; in
een woort, men vint hier de ftoffe van den
koophandel en het vernuft,. Een Verzameling
van Droogeryën-, die met bordeel vergadert
en gefchikt is,, kan aan de behoeftens
en vermaken des levens.voldoen,, met de by-
zo-nderheden van ieder land:te doen kennen.
Dit is tans de beweegreden, die de Grooten
aanfpoort om diergelyker Verzameling te bezitten.
De Abt Pluche zecht betreffende dit
onderwerp, dat hoe talryker verzamelingen
van dit foort de Vorften bezitten, hoe meer
zy betoonen een rechte kennis van de maat-
fchappy te hebben die' zy beftuuren*.
D R U I V E N K R U I D ,. Bbtrys amhrojïoi-
des, een plant die dus-genoemt’is om haaren
liefFelyken en fpeceryaehtigen reuk. Men
maakt van twee foorten. gebruik, waar van
de eene ni Spanje langs de beken groeit, de
andere is uit Mexiko oorfprónkelyk.. De
eerfte foort fchiet een fleel uit die een voet
o f daar: omtrent hoog is :’ deze is met bladeren
bezet'welke gelyk: die der eikeboomen
ingefneden zyn ; maar met roode aderen
doorilreept, en aan lange roode fteelen vaft-
■ gehecht. Haare bloemen beftaan uit helm-
fty ltje s ,’ zyn klein, lymachtig,. en in airen
op de toppen der fteelen en takken by een
gefchikt. Op de bloemen volgen zaden welke
naar die der moftert gelyken, maar zyn
veel kleinder.
De geheele plant is met een harftachtige
kleverige ftoffe bedekt, die de handen be-
fmet wanneer men haar plukt: zy heeft een
fcherpe en fpeceryaehtigen reuk. Door haare
fyne deeltjes verdeelt zy de verdikte ftoffe;
’ t geen haar nuttig in den hoeft en flymachtige
aamborftigheit maakt; zy is windbrekende
; uitwendig opgelecht, is zy dienftig
in de fnydïngen die na de baaring.gevoelt
worden..
Li H Het