
gens door de zon hard, en men maakt ’er
dikke ftokken o f klompen van , gelyk w y
dezelve door den koophandel bekomen.
De gutte gom is een zamengeftremt gomachtig
en harftachtig vocht, dat half brandbaar
, vaft , droog en van een’ geelachtige
fafraan kleur is , zonder reuk en byna zonder
fmaak, zy veroorzaakt echter een geringe
fcherpheit in de k e e l: zy ontbint in
grooter höeveelheit in den brandewyn als in
het water: deze zelfllandigheit heeft ver-
fcheide namen bekomen die mogelyk alleen
voortkomen van de verfchiüende landen uit
welke men haar brengt, o f naar de verfchil-
lende uitfpraken der handeldryvende volken.
De Indianen bedienen ’er zich in de verf-
konft en zeldzaam in de Geneeskonft van:
z y deelt het Ipog en het water een geele
kleur mede: zy ontbinden dezelve in lyn-
o lie , en ^wanneer zy hardlyvig. zyn, zwelgen
z y dit vocht door: het is gewis dat de
gutte gom fterk den buik zuivert met zomtyds
walgingen te verwekken : dit is een
purgatif middel dat goed voor jichtige lieden
is. De Amerikanen doen een ft uk je ter groo-
te van een groote hazelnoot een nacht in een
waterachtig'vocht weeken, en zuiveren zich
hier den buik .mede: de gifte voor een Franfch-
man is van tien tot zeftien greinen.
Men vervoert van de Ruft van Malebaar
naar de andere landfchappen de gedroogde
vrucht Coddam -puilt: men bedient ’er zich
in de fpyze van, en de inwoonders fchatten
dezelve hoog om den eetluft op te wekken:
z y doen dezelve in haare fouffen, en geloo-
ven dat dezelve goed is om het zog der zogende
vrouwen te vermeerderen , en voor
allerlei foorten van buikloop die uit te fter-
ke venusoefeningen ontftaan; dus heeft
deze vrucht de eigenfchap om dat geen za-
men te trekken, ’ t geen het fap van den boom
opent.
W y kennen de Gutte Gom alleen zedert
hondert en zeftig jaaren : de Indianen noemen
dezelve Lonan - Cambodja, om dat de-
zelve uit Camboja koomt, dat een nabuurig
landfchap van het Keizerryk China is. Men
heeft langen tyd gelooft dat dit.het verdikte
fap van den Euphorbium wa s : andere dachten
dat dit het fap van Wolfsmelk en Scam-
moneum was, o f het uitgeperfte fap van den
Indiaanfche Wonderboom , dat met Terra-
'merita, o f fap van rabarber gekleurt is ; maar
de Reizigers ftemmen overeen dat het de
boom Carcapulli is uit welke de Gutte Gom
getrokken word.
C A R D A M O M , Cardamomum. In deüt
Koophandel en in de Geneeskonft onderscheid
men drie foorten van Cardamom, die
alle uit Indië komen , en door de Grieken
met de naam van Cbair-cua beteekent wierd.
Het eerfte werd G r o o t C a r d am o m ,
o f P a r a d y s G r e in genaamt: Cardamomum
majus. De plant die deze vracht ver-
fchaft, kan niet naauwkeurig gekent worden
uit de befchryvingen van Pomèt, Labat en
Flacourt, in zyne hiftorie van Madagascar:
deze vracht is een noot o f peul, die de gedaante
van een kleine langwerpige vyg heeft,
en een meenigte kleine driekante zaadjes hervatten,
die van een roode en inwendig van
een witte kleur z yn , en een fcherpe en by-
tende fmaak gelyk de peper hebben: dit zaad,
dat tot het zamenftel van den azyn, en ver-
fcheide galenifche bereidingen behoort, ontleent
de naam van Maniguetta, van een Af*
rikaanfche Stad, die Maleguetta genaamt is ,
in welke men in het zelve handel dreef.
Het tweede foort werd M id d e l C a r d
a m o m genaamt: Cardamomum medium.
Deszelfs peul is van dezelfde kleur, maar
veel kleinder, driekant, gekromt, zyn zaden
van een roode violet kleur,, en van een
zeer fcherpen fmaak; de plant diedezevruchten
voortbrengt, groeit op verfcheide plaae-
zen in Ooft-Indië, :
Het derde foort werd K l e i n . C a r d a m
om genaamt: Cardamomum minus : deszelfs
vrucht is de kleinfte, en werd het meeste
van. deze drie foorten gebruikt: deze peulen
zyn mede driekant, van een graauw w it,
geftreept o f gegroeft, aan kleine fteeltjes van
dezelve kleur vaftgehecht, die een groot getal
van byna vierkante zaadjes bevatten,
welke op elkanderen- gefchikt en, gepakt zyn
gelyk in de voorige foorten, en door kleine
dunne vliesjes van elkanderen gefcheiden woir-
den; hunne kleur is een weinig roodachtig,
graauw, van een fpeceryachtigen reuk en een
zeer fcherpe fmaak: z y zyn inwendig roodachtig
gelyk alle de Cardamons.
De Cardamons zyn krachtige tegengiftige
en windbrekende middelen : men kaauwt dezelve
in Europa om het fpeekzel te verwekken,
en in Indië om zich in de zwaare hitte
te verfriflèn : wy bekomen dezelve uit Indië
over Egypte , en van daar over Marfeille ,
o f over den Oceaan uit Holland.
C A R T H A G A N E E S C H E B A L S
E M , zie T olutaansche B alsem.
C A -
G A R Y O P H I L L O ID E S , Dit zyn
kalkachtige verfteeningen, die na kruidnagelen
gelyken, en aan derzelver boven gedeelte
een foort van fter hebben , o f de gedaante
van een kloksvvyze bloem, die vyfhoekig is.
Eenige Natuurkundigen hebben gedacht dat
deze fteenen geledingen waren van eenige
-foorten van boomswyze zeefterren. In dit
g e v al, zouden zy van het geflacht der Trocbi-
tes zyn (zie dit woort.J Anderen fchikken
dezelve onder de fter koralen ; en dit zou
mede het werk van een foort v an ' polypus
zyn. Zie E l l i s ’ Natumiyke Hiftorie der
■ Koraalgewaftên.
Het is zéker dat de overeenkomft met de
zee lichaamen , die hier in zichtbaar te be-
fpeuren is ,. noch niet recht bekent is. De
Heer Bertrand ( Di&ionaire OrySloIogO gelooft
dat het de uiteindens zyn van een foort
van geledigt koraal, van hét geflacht der zee
Zoophyten , met welke den bodem der zee
bedekt is.
C A S C A R I L L A . Dit is een fchors
die by de Natuuronderzoekers mede bekent
is onder den naam van Speceryachtige Kina-
Kina en Eluteriaanfche fchors. Hec is een
•gerolde eerfte fchors die de dikte van. de Kaneel
heeft, en zoo lang als den voorfte vinger
is , uitwendig is zy afchverwig, inwendig
roeftkleurig , vin een bittere fmaak, en
van een zeer aangename fpeceryachtigen reuk
wanneer men dezelve brand. Men brengt
haar uit Parugay; zy is harftachtig. Eenige
lieden mengen haar onder den tabak om te
rooken, om deszelfs kwade lucht te verbeteren.
Zoo men ’er te veel inmengt, zoo
verwekt zy noch grooter lichthoöfdigheit als
den tabak zelve doet. Men gebruikt dezelve
tot poeder gebracht, in aftrekzels, uittrek-
zels -en afkookzels: zy is koortsbrekent;
men kan dezelve, by gebrek, in plaats van
de kina-kina, en de fimarouba gebruiken: zy
is zeer goed om de brakingen en de al te
groote loslyvigheit te wederftaan; men brand
dezelve zomtyds in de vertrekken om ’er de
kwade lucht uit te verdryven.
C A S S A N D R A (de) zie H a r p .
C A S S A V E . Dit is brood dat van de
wortelen van Maniok gemaakt word. Zie
M a n io k .
C A S S I D A , een plant die op bergachtige,
vochtige en fte enachtige pïaatzen, en.
in de boflchen groeit: zy heeft een wortel
die naar die van de brandnetel g e ly k t, en
geel en vezelachtig i s ; zy fchiet een fteel
u it, die een. en een half voethoo g, recht,
vierkant, wollig en met knoopen bezet is ,
uit welke langwerpige bladen te vooffchyn
komen, die diep ingefneden, zacht, wo llig
en donker groen zyn: de fteel is aan deszelfs
top getakt, en met kleine fmalle blaadjes
bezet, die niet getant zyn , en onderfteunt
bekswyze bloemen, die in langwerpige airen
gelyk die der fcharlye gefchikt z y n , en een
purperachtige kleur hebben. Op de bloem
volgen vier ronde, harde en rauwe zaden,
die in de zaadhuisjes der bloem ryp worden ,
die de gedaante van een hooft met een kap
o f helm bedekt hebben. Deze plant is a fvegende
, wondhelende, afzettende, en zeer
-nuttig voor den buikloop.
C A S S I E o f C a r o b o ü , Siliqua edulis.
Dit is een boom van een middelmatige groote
, takryk, en met byna ronde blaadjes bezet
die des winters niet afvallen. De man-
nelyke en vrouwelyke bloemen komen ieder
op byzondere fteeltjes voort. De mannelyke
hebben helmftyltjes, en vormen kleine roode
trosjes; de vrouwelyke beftaan uit v y f knobbeltjes
zonder bladen r op den ftamper volgt
een vrucht die de gedaante van een platte
peul heeft, deze is een half voet lang en
zomtyds noch langer , en een en een half
duim breed : men noemt dezelve Carouge.
Deze peul bevat platachtige zaden die in
dwarfe holletjes bevat zyn , die tuffchen het
vleefch zyn geplaatft, dat den baft inwendig
vervult. Dit vleefch heeft de zelfftandigheit
van-een dik fap, is zwartachtig, honingachtig
, zoetachtig, en heeft eenigen oyereen-
komft met het merg van de Caffia. Wanneer
deze vracht groen is , heeft zy eenen onaan-
genamen fmaak ; maar ryp zynde, is zy vry
aangenaam : men houd dezelve voor nuttig
in de borftkwalen. De Egyptenaren trekken
uit deze vrucht een zeer zoeten honing, die
de Arabieren tot füiker verftrekt. Men gebruikt
denzelven om de tamarinden, i i i j t o -
bolanen, en andere vruchten in te leggen r
hy heeft mede een buikzuiverende kracht.
In Syrië en in Egypte trok men voormaals
een wyn door middel van gifting uit deze-
vracht. De Carobouboom was voormaals
zeer- gemeen in Paleftina , in Judea en in
Egypte : men ziet ’er veel in Provence,
Spanje en Napels. In landftreken in welke
hy gemeen is", voeden zich. de armen met.
•zyne: