
|S|
■ « 11
■Sip iWH|
||L
van het wondèrbaare zamehflel der Koraalèn^
madrepooren , ifteengewaifen , , enz.. te kry~
gen. .Zie achter het woort Ko,r a a l g ïw a s -
SEN.
Het Koraal kan alleen als een oploflent,.of.
aardachtig alkalyn middel gebruikt worden.
Wanneer het door het zuur van den azyn ontbonden
i s , geeft het een zeepachtig geenflach»
tig zo u t, dat als zweetdryvent, en goed om
de zenuwen en peezen te verflerken, kan be—
fchouwt worden. Men maakt ’er meede een
a fv .e r f z e le n een zamentrekkende firoop
van..
Schoon het Koraal zeer hart is , zoo is het
echter, wanneer het door de tyd ofeenigtoe--
val,, zyn.fchors verlooren heeft, aan het knagen
van kleine infeéten onderhevig, ’c geen
het zoo zwak en breukig,maakt, dat men hen ’
nergens, toe. gebruiken kan. Het hardfte marmer
dat men op den grond der zee vint^
is mede van de aanvallen van .deze infedten,
niet bevryd..
De KoraaLviiïchery gefchiet van het begin,
van April , tot aan het einde van July.. De
Viflchers hechten twee latten kruisgewys aan
elkanderen v aft, en.geeven haar door middel
van éen kogel, o f een fhuk loot,, zwaarte, ...dat
zy in het midden vafthechten, om dit kruis
naar de grond te doen zinken , zy krinkelen
onachtzaam hennip,.... ter dikte van een vinger,
te zaame-n, en zy om winden ’èr de latten mede
, welke noch aan ieder einde.een net, by
wyze van een beurs hebben ; zy maken deze
houten aan twee touwen.vaft , waar van het
eene aan de voor- en het andere aan den'achter
fteven van de bark. Js vaftgehecht; vervolgens
laaten zy het op het gevoel , en roer.
de.ftroom, op den grond zakten , om dat dit
werktuig zich onder de uitftekken. der rotzo.n
zou konnen vafthechten ; door. dit middel
flingert zich de hennip om de Koraaltakken.,
Men gebruikt v'yf o f zes.perfoonen- om de latten.
op te haaien, en het Koraal lös te fcheu—
ren, ’ t geen'aan de hennip vaftgehecht blyfr,
o f in de netten valt; zoo het in zee v alt, zoo
werd het door de Duikelaars opgevifcht..
Mén zoekt vooral de graote Koraaltakken,
om hen . aan die<geene te verkoopen , wclke-
verzamelingen van Natuurlyke zeldzaamheden
vergaderen, o f om hen met hennip, wit
van eijeren , en amaril te polyften , o f om-
hen te graveeren, en ’Sr verzierzelên van zanten
te ftel'.en , welke men naar Indië, en.
andere geweften van Azia , en vooral naar
Arabië zend.. Men ftelt ’ èr een- oneindige-
mc*enigte kleine, w-erkjes, van.te zanten.,, gelyk:
als rottingknoppen.,, mes-hecliten ,'greepeni
van daegens, hakbanden, armbanden en ko-
raalen tot róozekranifen.. De Mahomcttaanen.
van Gelukkig Arabië .tellen hunne gebeeden;-
op roozekranflen van kqraalen ; ..en men be-
- graaft zeldzaam iemand onderhen zonder hermeen
van .deze roozekranflen, om. den, hals te
hangen..
K O R A A L .G E W A . S - S È N K o r a l -
l .y n e .n , CoraUina. Dezen naam geeft men
aan die voortbrengzelen. der z e e , welke de
gedaante van planten hebben, en uit verfchei-
de dunne takjes zyn zamengeftek, welkc-we—
der in zeer fyne takfehietingen, gefmaldcek
zyn ; zy gelyken naar zekere. mofchgewas—
fen: ook hebben-eenige Kruidkundigen, met
Toumefdrt, alle de Koraal ge waffen in den-,
rang van deze Molchgcwaflen geplaatft; maar.
de waarnemingen van den Heer Pyffbnel, en
die van den doorluchtigen Bernard de jjujjieuy.
hebben geleert om de Konaalgeviajfen in . twee -
lootten te onderfcheiden , waar van de eene
waare planten zyn ,. en de andere door inlcc—
ten ■ voortgebracht worden , op dezelve wy—
ze als het Koraal;. Zie bet. voorgaande artikel..
- , -
De ontdekkingen welke men gedaan heeft,
en die men .noch dagelyks doet ,bew.yzen dat.
dit laatfte.loort het talrykfte is. Men merkt
op dat het grootfte ■ gedeelte der. vóórtbreng-'-
zeleh van de zee , welkers,gedaante hen tot
heden .tóe., vóorjieeftcrs, planten,. en zee-,
ge waffen heeft doen aanzien, niet,alleen ver--
blyfplaatzen van dieren zyn, maar da: zy mede
hunne werken zyn', en dat zy tot.hun'behoud
,. verdediging-, en • voortplanting, dienen
.W
y zullen.-ons alleen in, dit-artikel bepaa—
len, om van dc Koraalgewajfen -welke voortbrengzelen
van.Injelten zyn, te fpreeken , als;
voorwerpen die nieuw zyn , en waardig om
de aandacht,.door haare.fchoonheir, fierely—
ke gedaante, .verfche iden thed en, en verfchci--
de andere wetenswaardige byzönderhedèn ,
tot zich te trekken. Men zal met vermaak de -
onmerkbaare wooningenbefchouwen van een.
meeiiigte dieren , o f liever, van een nieuwe,
wereld , die met miljoenen inwoonders bevolkt
is , welke alzoo aanmerkelyk om de ver—
fcbcidènhek van hunne gedaante , als om de
.zcldzaamheit van hunne vernuftige handel—
wyzen zyn -, welke zy. tot- hun behoud volgen
; maar laaten wy de Natuurlyke Hiftorie.
der. Koraalgewaffen van den Hees Ellis opflaan,,
en h et geen.hy ze.chr,,raadpleegen..
Mens
Men verdeelt de KoraalgewaJen in blaas-
achtige, celachtige, en in leedjes verdeeldeKo-
■ rallynen. Men befchouwt de Hoorngewafjen,
■ Korftgewajfen , -SponsgcwaJJen , en Zeej'chui-
rnen , mede als voortbrengzelen van Infecten.
W y zullen in dit artikel van deze verfchillen-
■ de voortbrengzelen fpreeken , om dat wanneer
zy onder een zelfde oogpunt by een verzamelt
z yn , men het vermaak van de verge-
-lyking genieten kan. ö
Laaten wy eerft de wyze befcjiouwen van
welke men zich bedienen kan om deze uitfte-
iendeïfyne dieren na te fpooren.
Op de rotzen o f oesterbanken , welke ge-
-duurende eenigen tyd veronachtzaamt zyn ,
vint men de Koraalgewallen, by wy ze, van
heefters, welke de grootfte verfcheidenheden
bezitten. Zoo ras de Viffchers de oesters op-
gehaalt hebben, welke-’er meede bezet zyn,
moet men haar in een groot houten vat doen,
. en haar met zee-water bedekken. Ten einde
van een uur , ziet. men de Polypen te voor-
u j *00iaen! welke zich in een getrokken
hadden-, .zoo ras men hen uit bet water haalden.
Alsdan-giet men zachtjes zoo veel ko-
kent water aan de randen, in het vat, als het
koud water bevat. Dit gedaan zynde , zoo
neemt men ze fpoedig met een nyptang van de
lchelp.cn af: men plaatft de foorten afzonder-
ly * ^ kleins vaten van wit glas t welke met
een heldere geeft van wyn vervult zyn , die
door water zoo ver verzwakt is , dat hy goede
brandewyn evenaart : de -Polypen verliezen
hier door in een oogenblik het leeven,
zonder dat zy tyd hebben, om te konnen in-
krimpen. Men moet acht geven dat de kleine
glaaze vaten de lengte van het brandpunt
van het vergrootglas niet overtreffen , met
welk men de waarnemingen doen wil. Men
kan deze verzamelingen alleen des zoomers
maken, om dat de Polypen des winters dóór
de koude in een krimp en-.
De Polypen welke de bouwmeeflers van de
celletjes zyn van welke Wy fpreeken zullen,
hebben veel overeenkomft met de Zoetwater-
B o typ en. Zie dit woort. Men ziet in het Kabinet
van den Tuin des Konings Van Vranke-
ryk , in een klein glas, een ftukje rood Koraal
, in welk men de witte Polypen op dezen
rooden grond, duidelyk ziet afftee-
Men zal op het woort Zoetwater Polypuffin
de wyze befchreeven vinden , op welke deze
ïniecten zich voeden , groeijen en vermenw-
vulutgen, die waarfchynelyk dezelve is ,v o lgens
de waarnemingen van den Heer E l lis ,
als die van de Zee-Polypen. De vereeniging
van deze twee artikelen, zal de Hiftorie van
deze zonderlinge voortbrengzelen van de Natuur
uitmaken. W y zullen de verfchillende
loorten van Koraalgewaffen afzonderlyk be-
leiiouwcn. •
Blaasacbtige Korallynen. . Deze Koraalge-
waflen onderfcheiden zich door hunne zelf-
ftandigheit, welke die van het hoorn evenaart,
en door hunne takken , welke zoo veel
buizen zyn, en in diervoegen gefchikt zyn ,
dat zy een zeer bevallige plant fchynen te
vormen. Het grootfte gedeelte van deze Korallynen
, hebben hunne takken op de wy ze
van de blaadjes der moftgewaflën getant. In
zekere tyden van het ja ar, ziet men ze met
• kleine lichaamen bezet , welke door het microscoop
befchouwt zynde, zoo veel blaasjes
fchynen te zyn. Eenige Schryvers hebben,
b y gebrek van deze bezielde Korallynen in
het zee-water te onderzoeken , deze blaasjes
voor dryvende blaartjes aangezien, welke de
Korallynen in het water ophouden , en hier
in aan de Aciniat'es en Zee-Eik p-elyk zyn De
waarnemingen van de Heer E llis , hebben
hem geleert, dat deze blaasjes de matricenof
wooningen der jongen Polypuffen zyn, die uit
het lichaam der moeder , gelyk die der Zoet-
watei-Polypuffen voortkoomen, met dit on-
derfcheid, dat het lichaam der Zee-Polypen.
onder dit b/aaswys bedekzel befchut is. Wanneer
de jonge Polypen tot een zekere groote
aangegroeit zyn , zoo beginnen de blaasjes zich
aan het boven einde te openen ; het dier be-
geeft zich naar buiten, fpreid zyne armen uit
en zoekt zyn voedzel aan alle zyden ; op de
fflipfte beweging-krimpt het in , en verbergt
zich m zyn celletje, dat zich op hetzelve oo-
genblik toefluit. De gedaante der blaasjes
verfchilt volgens de verfcheide foorten van
korallynen. Men heeft ’er eenige , welkers
blaasjes een klem veerkrachtig dekzeltje heb-
ben, dat den ingang fluit zoo ras het dief zich
er m verborgen heeft. Wanneer de Polypen
een zekere graad van fterkte verkregen hebben
, zoo vallen de blaasjes als bloemen o f
zaaden van planten, af.
Onder de Blaasachcige Korallynen , heeft
toen er van een zeer bevallige gedaante. Een,
menJpekhoorens-ftaart noemt, vormt een
iechte fcheut, die met een dikke bos takken
omringt is , die in een flange trek , eeven als
op de draad van een fchroef geplaatft zyn
en die den ftam van den top, tot aan den wortel
omringen, De blaasjes van een ander foort
door het microscoop vergroot zynde, hebben
G g g g 2 de