
G e z eg e ld e A arde. De vierde bevat
-de Minerale Aardens , Terra piStor ia : zy-
-zyn, gewoonlyk, gekleurt en zwaar ; zy
fmelten door een fterk vuur. Zie O ker.
2. D e K a l k a c h t i g e A a r d e n s ,
Terra calcarea. Z y zyn zamengepakt, op-
florpent, werden door de zuuren opgeloll,
en hechten zich aan de tong. Men onder-
fcheid ’er mede eenige'foorten van, welke
•bekent zyn onder de naam van K r y t ,
■ St e e n - merg , en M e r g e _l : zie deze
woorden..
Dit is onze kortbondige en algemeene ver-
■ deeling der Aardens. Wat de byzondere
hiflorie der Aardens, enz. betreft, die tot
de zamenflelling van den Aardkloot behoo-
ren, zie op derzelver byzondere namen.
Men zal zien dat deze fcheikundige vei»
deeling der Aardens op dezelve gron'dbegin-
felen gevefligt is als die der Steenen: zie het
woort S t e e n en . Ten flreiigfle genomen,
konnen alle de tans in wezen zynde Aardens^
gelyk alle de fleenen tot glas gebracht
worden , o f door zich zelfs , o f door de
fmeltmiddelen, o f door groote trappen van
v u u rm a a r wanneer men middelmatige trappen
van vuur gebruikt, gelyk dié welke men
tot proefnemingen noodig heeft, zoo z al
men lichtelyk onderfcheiden welke in het
zelve hard worden, welke in kalk veranderen,
enz,
A A R D E V A N CH IO , Terra Ciha, aut
Selinufia: z y is van eene leem en bolusach-
tigen aart, asachtig w i t ; men fchat dezelve
zamentrekkende en oploffende te z yn , dien-
llig om de vlakken en litteekens van de huit
te verdryven, om de gezwellen der borlten,
liefen en ballen te verzachten en te verdryven.
A A R D E V A N C IMOLU S, ‘Cimolia , een
beruchte Aarde, by de Ouden, die dezelve
in de Schilderkonfl gebruikten : z y was w it ,
zacht, weinig in een gedrongen, en.als vetachtig
in het aanraken-. Tournefort denkt
dat het een kryt was ; deze was een voort-
brengzel van het eiland Cimolus., een der eilanden
van den- Archipel, dat tans Argenta*-
ria genaamt wort. Het geen tans onder de
naam van Levantfche Cimolia verkocht wort-,
is een foortvan P y p a a r d e , zie dit woort*
De Aarde van Cimolus door de Méflen-
makers, anders jlib o f flyp -genoemt, is'*een
foort van okerachtig modder, dat men in de
flypbakken der MefTeniakers o f Slypers v in t,
het zelve wert voortgebracht door de wry-
ving" yan het yzer en de flypfleen, wanneer
z y mefien o f andere werktuigen flyp en.
Deze zelfflandigheit werd door de Verwers,
Zeem en Lederbereiders gebruikt; men gebruikt
dezelve ook in de Geneeskonfl, als
een zamentrekkent middel.
A A R D E V A N C R E T A , zie A a r de
v an C im o l u s .
A A R D E V A N P A T N A , is die van welke
men de lichte fleflen maakt, die men
Gorgeletten van den Mogol noemt. Zie. op het
woort G e z e g e l d e A a r d e .
A A R D E V A N SAM O S , Terra Samia,
een Aarde van welke de Ouden zich in de
Geneeskonfl en Schilderkonfl bedienden, gelyk
van de aarde van Lemnos. Deze . aarde
is leemachtig , dicht, zwaar , vetachtig,
zomtyds wit en zomtyds- g*rys : het is een
foortvan P y p a a r d e . Zie dit woort, De
Eretriaanfche aarde der Ouden, die men.van
het eiland Eubea deet komen, had dezelve;
eigenfchappen als de Aarde van Samos en
Lemnos.
A A R D E V O O R D EN W Y N G A A R T ,
zie A m p e l i t e s .
A A R D K O O L E N , zie S t e e n k o o -
l e n .
A A R D M U I S , -zie V e l d m u i s *
A A R D N O O T E N CKleine), Bulbo*
Cajlanum, dit gewas groeit in vochtigeplaat-
zen en in de koornlanden* Deszelfs wortel
is een knobbel zoo groot als een groote
noot, vleezig, uitwendig zwart, inwendig
w i t , die verfeheide vezelen uitfchiet, van
een zoeten en aangename fmaak, die met
die der kaflanjes veel overeenkomfl heeft:
deszelfs-bladeren hebben de gedaante van de
peterfelie, maar hunnen fmaak is veel flaau-
wer: de ifleel- is getakt, en heeft aan de toppen
kransjes o f zoniiefchermen; die metwit^
te bloemen be^et zyn , welke uit v y f roos-
wys gefchikte bladeren beflaan: wanneer de
bloem afgevallen is , volgt een vrudht die uit
twee kleine zaden beflaat-, die langwerpig,
Zwart, en van eenen fpeceryachtigen fcher-
pen fmaak zyn. Men eet deszelfs wortel
onder den aflchen gebraden o f in water gekookt*
kookt, vooral in de Noordfche'landen*, hy
is zamentrekkende, fluit het bloeden: het
zaad is- openende..
A A R D P E E R E N , .zie P a t a t t e n .
A A R D P E K , zie D e l f b a a r P i k ..
A A R D P I S T A S S E N , Manobi^ flve
Mondubii dus noemt men zekere Braziliaanse
be vruchten, die rond, gekromt, een vinger
dik, een duim la n g e n bruinachtig z yn ,
z y behelzen ieder een o f twee kernen, die
de groote van. onze hazelnooten , dezelve
-fmaak , en. een afchverwige kleur hebben,
z y klateren en geven geluk wanneer zy
droog zyn.. Deze vruchten: vint men jku de
aarde," en zyn door vezelen-aan elkanderen
gehecht „ 'zonder eenige andere blyk. van
wortelen, als een. plant die veel takken uitfchie
t, en,'met geronde, bladeren, bezet, is ,
die vier aan vier op eene fleel gefchikt zyn.
Deze bladeren, zym geel r. zy werden gevolgt
door peulen ,. die niet tot rypheit-komen
wanneer z y met geen. aarde bedekt worden;
indiervoegen dat deze vruchten onder^de
aarde, verborgen zyn., Z y zyn- goed 'van
fmaak,. en verkerken de maag.. ('Lemery.^),
A A R D R O O K ,, zie,D u i v e n k e e t e l -
A A R D V L O O I , is een infeét van de,
Kaap de Goede Hoop ; het zelve gelykt
naar een v lo o i, en. veroorzaakt groote fcha-
de in de. tuinen- en velden.,, alwaar het
de zaaden verderft, en de jonge en tee-
dere fcheuten. af knaagt; doch« de Europeanen
die aan de Kaap Wöonen , weten- dezelve
te verdelgen , zoo ras zy ze ergens
ontdekken.
A A R D W O K M , Lomhricus: Dit krui-
pent infeél is rond, zacht, vleezig, bleekrood
, en heeft de groote van een ganze—
fchacht, zonder beenderen, ooren,. o o gen;
en pooten,. -
Hoe gering en veraehtelyk, zecht de beruchte
Willis, dit infeél ook fchynen mag,
is het echter, van alle de zintuigen voörziens
die het zelve noodig zyn: deszelfs ledematen
en ingewanden zyn met een wonderbare-
konfl. zamengeflelt». Zyn lichaam is niets*
anders als een zamenvléchting o f aaneenfcha-
keling-van ringswyze fpieren, welker rond—
foopende vezelen, met. ineentetrekken, iedere
ring,, die te vooren wyd en uitgezet:
was, naauwer en langer maken. Déze Worm
gaat voort * en hecht zich vafl door de on~
gelykheden van zyn achterfle deelen , als
door zoo veel kleine pooten o f haaken; en
wanneer deszelfs voorfte deelen los laaten,
verkort zich de Worm, en zyn voorfle gedeelte,
nadert het achterfle. Iedere ring is
gewapent met kleine lievige hairen,. die als
een foort van doornen gepunt z y n , die hy
openen, kan om iets te grypen o f aantevat-
ten.
Behalven d i t h e e f t hy onder het vel een
lymachtig vocht, dat hy in zekere omflan--
digheden door kleine openingen die in zyne
ringen -zyn., laat uitvloeijen. Dit vocht dient
©m zyn lichaam te bevochtigen, het zelve
glibberig te maken, en dus zynen doorgang
door de aarde te bevorderen. Door alle deze
hulpmiddelen, kan hy zich door de aarde-
met groot gemak voortflooten en voortgaan,
en zelfs met fiielheit.-
. Men vint altoos het ingewant van alle de
Aardwormen, met een zeer fyne , en als on-
taflbaare aarde vervult’, die het eenigfle
voedzelvan deze dieren is; want zy knagen-
nooit dé wortelen , kruiden, noch andere
aardvruchten. Men befpeurt boven de ope-
ning van den mond een fnuit, met welke
zy de aarde doorboor en en opheffen..
Wanneer zy zich met elkanderen vermengen,,
zoo voegen zy zich niet rechtflreeks
met de flaarten te zamen, gelyk het groot-
fle gedeelte der andere dieren, doen, maar
naby het hooft; men befpeurt mede in de
nabuurfehap van het hart kleine witte bolletjes,
die een melkachtig vocht laten uit-
zypelen , die men vóór de zaadvaten houden
kan.. Men v in t,. zecht Redi? inwendig in
deze Wormem,,kleine-witachtige lichaamen,
die met een groot getal eyeren vervult_zyn %
want deze infeélen zyn eyerbarent.- Uit deze
eyeren komen wormen te voorféhyn die.
geen gedaanteverwifleling meer behoeven, te
ondergaan;.
De Aardwormen zyn hermaphroditen.. De
Heer Linnaus heeft waargenomen , dat zy
©p de aarde do on-den halsring paaren; , hier--
om is het dat deze dieren, wanneer zy uk.
de aarde komen, om zich te vermengen, dezelve
op duizent plaatzèn doorgraven. Deze
Wormen blyveo-zoo vafl aan elkanderen gehecht,
geduurende de vermenging, dat zy
zich eerder, zullen laten, verpletten als. lös;
katern
Men- heeflr verfeheide foorten* van Aard—
wormen^ de eenen.he.bben pp den.rug, naby
het
■