
«5 AM AQ : AMAR.: AMBAIB: AMR ATT;
len meer ontbindende kracht bezat als die
der zoete amandelen ; men gebruikt dezelve
zeldzaam inwendig, ter oorzake van de
groote bitterheit die men vooronderftelden
dat dezelve bezat. Maar onlangs genomen
proeven hebben geleert dat de olie der bittere
amandelen van die der zoete niet verfchilt,
vermits de bitterheit in de waterachtige dee-
len beftaat, dat zich met de olie by de perfing
niet vermengt. Deze olie verdryft de vlekken
van het aangezicht die door de zon veroorzaakt
worden; met olie van eyeren ge-
mengt, belet z y de tekens der kinderpokken.
De bittere amandelen veroorzaken in de
meeite dieren doodelyke zenuuwtrekkingen,
doch de menfchen werden door dezelve niet
aangedaan: dit uitwerkzel moet men aan de
groote gèvoeligheit. van de zenuuwachtige
vezeltjes der magen van deze dieren toe-
fchryven.
A M A Q U A S , een boom van de Kaap
de. Goede Hoop , die. tot een vry aanmer-
kelyke groote groeit. Z^ne bloemen, zyn
roödachtig: op dezelve volgen peulen, die
ieder vier o f v y f .zaadkorlen bevatten, die
de groote van een erweet hebben, en van
een zamentrekkende fmaak z y n : wanneer
men een van deszelfs takken afïhyd, vloeit
. ’ er een geele blinkende gom uit. Dit land
is verwonderlyk in deszelfs natuurlyke voort-
brengzels: hetkoorn en alle Èuropefche zaden
, uitgezondert de haver , groeij.en hier
met verbazende vruchtbaarheit, Hiftor; b$-
fibryving der Reizen.
A M A R A N T , zie F luwe É i b lo em.
A M A R I L , Smyris. Dit is de hartfte,
ondankbaarfïe en onvruchtbaarfte der yzer-
mynen, en een der hardnekkigfte ea-verflin-
. denile.. Zie deszelfs befchryving" op het
woort Y z e r .
A M A R I L S T E E N , zie het woort
i ZER.
A M B A I B A , een hoorn die in Brazil
groeit, welkers hout en. wortelen, zoo hard
z yn , dat men het alleen door de wryv-ingdoet
ontvlammen. Men.fchryfLaan alle dedeelen
van dezen boom een zoo groote meenigte
Hgenfchappen. toe , dat de menfchen- niet
fterven moeiten in. een land alwaar men maar
alleen, twaalf boomen van dit foort had, en
aoo men ’ er ter rechter tyd gebruik van w ift
AM B A L ; AM B A R E . AM B E R P L A N T .
te maken. Maar ik twyfel n ie t, zecht 'de.
Schryver van dit artikel, in de Dictionaire
Enceclopedique, dat z y , die'deze afgelegen
landen bewoonen , het zelfde zeggen zouden
van ons en onze planten, wanneer zy
de wonderbaare krachten hoorden die wy
aan dezelve toefchryven.
A M B A I T I N G A , een boom welkers
bladeren aan den top van eenblinkent groen ,
en aan het benedenile gedeelte bleek z yn ,
z y zyn zoo ruuw en fclierp, dat zy tot v v-
len verftrekken.
A M B A L A M , een groote Tndiaanfche
boom , die tweemaalen- in ’ t jaar. vruchten
en bloemen geeft.- De vrucht is troswys
aan de takken vaitgehecht: zy zyn hard,
langwerpig, en ge.el wanneer z y ryp zyn :
z y bevatten een amandel; derzelver vleefch
is van een aangename ztmrachtigen fmaak.
. De Indianen mengen het zap. van d'eze
vrucht met ryft, en maken ’er een foort van
brood, van, dat z y ^ « « noemen.
A M B A R E , een Indïaanfche vrucht, die
de groote van een noot heeft, z y is geel,
heeft.een: aangename reuk,, en een pynsach-
tige aangenamen. fmaak , men. lecht dezelve;
in pekel en azynu
A M B E R , zfe G e e l e - A m b e r , G a y—
ZE A m b e r , en W i t t e A mb er..
A M B E R P L A N T , A mbe.r b l o e m ,.
M u s k u s - z a a d , Semen Mofcbb, dat door
de Egyptenaren Mofch genaamt wórt ; dat
Muskus - zaad. zeggen w i l , want het heeft
inderdaat deszelfs reuk.. Dit zaad heeft de
gedaante van, een- nier ,. en; de- groote van
gierft, het wafcht in een bruine vrucht, van.
een pyramidale gedaante, die op een foort
van Ketmia groeit; welkers bloemen roos-
vrys z yn , van een goudgeele kleur,,en bladeren
die na die van de witte: maluwe: gely-
ken. Deze plant groeit in overvloed en.zon-
der aankweeking- in het landfchap. Galarri.
De Negers maken-geen gebruik van het zelve.
. Hunne vrouwen , die de welriekende
kruiden, driftig beminnen, en vooral de
kruidnagelen,, van welke zy pakjes om den
hals dragen,, veronachtzamen dit zaad, mo-
gelyk alleen om dat het zelve zeer gemeen is.
De Europeefche Reukwerkers maken gebruik
van het zelve, om zynen aangenamen reuk..
AMJ£>
AMER: PALMBOOM.AMERIK: BOOM-PELIK: MAAGDE-H: AMETHIST. 53
A M E R I K A A N S C H E B O O M -
P E L I K A A N o f T a n t a l u s , Tantalus
foctilator , Peiicanus Amerikaans arboreus,
een vogel met een lange bek, en hoogfe poo-
ten ; hy is de Gans in groote. ten naaften by
gelyk: zyn bek is negen en een half duim
lan g , kegelvormig, en aan het einde ge-
kromt, hy kan dezelve .meer als een voet in
wydte openfparren : zyn ftaart. en ppoten
zyn zwart, en de eerfte gewrichten der klauwen
zyn met een, vlies aan een gehecht. Dit
is een domme vogel gelyk de Flamingoós en
de Lepelaaren: hy onthoud zich op de hoornen,
en maakt op dezelve zynen neft. De
Ridder Chardin zecht, dat de Periianen aan
den Tantalus de naam van Taleb en M i f e geven.
A M E R I K A A N S C H E H A R S T -
B O O M'. Zie het geene wy van den zelve
in het artikel G om - boom gezecht hebben.
A M E R l É A A N S C H M A A G D E -
H O E N . Is een foort van Waterhoen welkers
vederen met rood, groen, zwart, en
goud-geel gefchakeert z yn : deze kleuren zyn
fraai in dit dier. Deszelfs hooft is klein,
de oogen zyn mede klein en fchitterent:
het.is met een kleine kuif gekroont die uit
verfcheide kleine vederen van verfchillende
kleuren is zamengeitelt. Deze vogel heeft de
groote van een duif: des winters is hy vet:
de ïnwoonders beminnen deszelfs vleefch,
fchoön het moeijelyk om te verteeren is.
AM ER IK A AN SCH E P A L M B O O M ,
Papyracea Arbor. Deszelfs bladeren zyn
groot ; de Indianen gebruiken dezelve in
plaats van- papier; Zyne vruchten hebben
de gedaante van. groote knollen : zy zyn
zoet en zeer aangenaam van fmaak.
In Nieuw Spanje heeft men een andere
boom, die mede Papyracea genaamt wort,
en door de ïnwoonders van net Land Gua-
jaraba. Deszelfs ftam is ront, vaft en roodachtig
; zyne bladeren zyn g ro o t, groen,
roodachtig , dik en rond. De Indianen,
zecht Lemery, fchryven met yzere fchryf-
pennen op deze bladeren, die hen tot papier
verftrekken. Zyn vrucht is een foort van
druif, die de groote van een groote hazelnoot
heeft, en in kleur met de moerebeziën
overeenftemt; deze vrucht bevat een zeer
harde noot. Deze vrucht is zeer goed om
-te eeten : men wint in Amerika verfcheide
andere hoornen, welkers bladeren o f fchors
aan de .Indianen voor papier verftrekt: zie
P a p i e r - r i e t van den N y l .
A M E R I K A A N S C H E S C A M M O -
N IU M , zie M e c h o a c h a n .
A M E T H I S T , Amethyjlus, een edel
gefteente van een violette, o f purperachtige
violette kleur. Men kan de fchoonheit van
deszelfs. kleur niet nauwkeuriger doen kennen,
als met een vergelyking van de Natuur,
zelfs te pntleehen. Die uitgeftrektheit van
het zonnebeelt, dat de prisma voorbrengt
door de breking der lichtftralen, en aan
welke Newton de .naam van Violet gegeven
h e e ft, vertoont nauwkeurig de kleur van
den gèmeenften Amethift. Wanneer men het
onderfte einde van een dezer zonnebeelden
op het bovenfte van een ander laat vallen,
zoo zal men het rood met het violet v e r mengt
zien , en de waare kleur van den
purperachtigen Amethift hebben. Men kan.
op deze wys alle de kleuren van de overige
gekleurde, edele gëfteentens vertoonen. Zie
E de l e G e s t e e n t e n s .
Weinig lieden konnen zeggen dat zy Orien-
taalfcbe Ametbifien gezien hebben. De Wes-
terfebe Ametbifien zyn zeer gemeen: men
heeft twee foorten. De eerfte is van een
eenigzins düifter v iole t; de tweede heeft een
violette kleur, die een weinig purperachtig
i s . . Deze is zeldzamer: hy koomt van Car-
thagena, van waar-zynen naam van Ametbifi
van Carthagena ontleent is.
De Amethift fchynt uit rotskriftal. gevor-
meert te z yn , en door een metaalachtige
zelfftandigheit gekleurt: men vint dezelven
byna op alle plaatzen daar men rotskriftal
heeft. De Amethift heeft deszelfs hardheit:
hy vomeert zich mede op dezelve wyze als
het Kriftal, in zeshoekige pyramiden , die
ter wederzyden met een zeshoekige punt eindigen.
(Zie R o t s - K r i s t a l .) Het groot-
fte gedeelte van deze pyramiden o f naalden
zyn maar alleen voor een gedeelte violet;
het overige is wit , en dit is zuiver Rots-
Kriftal.
Men ziet kopjes, dekzels van fnuifdoozen,
en andere diergelyke zaken, die, fchoon zy
uit een ftuk gemaakt zyn , voor een gedeelte
uit kriftal,. en vóór een gedeelte uit Amethift
beftaan. Men ziet in het Kabinet der Natuurlyke
Hiftorie van den Tuin des Konings
van Vrankryk, onder de edele gefteentens,
vier fchoone pylaren van amethift, met ka-
piteelen yeriiert.
G 3 Wan