
6(54, L E Y . L I A I S , l i a n e ;
worden , welke de nodige hardheid hebben.
*Ër blyft alsdan noch eenige hoop overig;
want de leyen werden harder en vader, naar
maate dat men dieper in de groef indringt
het kan gebeuren dat men noch goede leyen
naar de gebladerde vint. Op andere plaatsen
, vint men leyen, welke by uitdek hart,
en breukig zyn , alsdan blyft ’er geen hoop
meer overig; want men is verzekert hoe dieper
dat men indringt, hoe harder men de
leyen vinden zal , en hoe Hechter haare hoedanigheden
zyn zullen;
De beruchtde Lej^groeven in Vrankeryk,
heeft men in de omliggende dreeken van
Angers-, en in het Landfchap van-AnjoiL,
alwaar men eenderkenhandel in Leyen dryft.
Men vint eenige uuren van Charleville-, Leyen
, welke zoo goed als die van Anjou zyn ,
fchoon haare kleur , noch zoo blaauw o f
zwart is. Men heeft ’er in Auvergne, en in
Engeland, die blaauw en graauw zyn. Men
verkied de.hardde tot leye-tafels en blokdee-
nen>
Men-ziet op eenige dukken leydeen, edoch
meermalen , op die der Schidus , afbeeldingen
van viflchen en planten,. Zie. S c h i s -
t ü s .
De TransaElions^oan de Koninglyke Akademie
van Londen , geeven eenige eenvoudige middelen
aan de hand , - om de goedheit en vaft-
heit van eenige foorten van Leyen te bepaa-
len.D
e bede foort-van-leyen , geeven een helder
geluit van zich: zy hebben een licht blaau-
we kleur;- die geene-, welkers kleur op het
zwart trekt, zuigen het water naar zich •: de
goede foorten van leyen , fchynen hart en
ruuw in ’t aanraken ; de flechten, in tegendeel^
zyn alzoo zacht, als of'zy met olie be-
ftreeken waarem
Zie hier een -zeker middel om zich-te ver-
zeekeren , o f de leyen goed zyn , en o f zy
het water inzuigen zullen o f niet. Plaatd uwe
leyen.recht overeinde daande in een v at, in
welk een weinig water is , en laat haar een
geheele dac-h in deezen dand. Zoo de leyen
van een vad zamenweefzèl zyn , zoo- zuilen
zy het water niet hooger inzuigen , als zes
lynen boven deszelfs oppervlak;- en mogelyk
zullen de randen alleen, welke door het kappen
misvormt worden , bevoehttigt zyn: in
tegendeel zullen de le y en , zoo zy van een
Hechte hoedanigheit z y n , het water- gelyk
een fpons naar zich-zuigen, en-’ér tot aan den
Uoven randimeede, doordrongen zyn..
L H A M A o f L N A M A . . De Amerikanen
geeven deezen naam aan de Kleine Peru-
viaanfcbe Schapen* Zie G l a m a .
L I A I S - : men geeft deezen naapi- aait een
kalkachtigen witten, deen, en die zoo hart is,
dat men hem doof polyden , en met beeldwerk
verzieren kan.. Men onderfcheid hem
in verfcheide foorten :.men heeft roozenkleu-
rig Liais ,/dat het fchoonde -is het yzerach-
tige Liais , laat zich bezwaarlyk tot kalk branden
, en dient, om deze reden , tot dylen
voor de fchoordeenen : men vint deze dee—
nen in de omleggende dreeken van Parys, zy
hebben zes o f acht duimen, hoogte*.
L I A N E . . ’ Dit is-een fóort van zeer zonderlinge
planten , die in Amerika groeijen,.
alwaar men ’er zich in-plaats-van touwen van
bedient: deze planten zyn hier zeer gemeen-:
men onderfcheid voornamentlyk: i . de L iane
met een look reuk , welke dus genoemt
word., om dat zy , wanneer zy eerd
verfchgefneeden is , een derke en onaangename
reuk van zich verfpreid , die de reuk
der look, evenaart u 2. . de Witte Liane: 3. de
Dunne L i a n e 4. de Aangekweekte Liane:
5. de Korf Liane : 6; de Stinkende Lianen
de Vierkante Liane : 8. de Koode Liane
o f Water Liane : 9. de Liane Segnilianeen
to> de Troyaanfche Liane♦
De Liane, klimt. Hangswys langs de boo-
men.ap, welke zy ontmoet, en-na dat zy.de
hoogde takken bereikt, heeft 'gfefe zy draden
o f vezelen u i t ,/ welke rechtlynig.op de
aarde nederdalen, en ’èr indringen, en wortelen
krygen deze fchieten wede-r op , en
klimmen en dalen dus beurtelings op err‘ne<-
der.. Andere draden , welke door de wind
o f e enig ander toeval , dwars van den boom
af gevoert. worden, hechten zich meenigmar
lën aan dé ©mdaande boomen, en vormen
een verwarring van touwen die in allerlei:
richtingen gefchikt zyn , en aan het oog het
zelfde gezicht r als het wand van-een fchip
verfchaffen. Men heeft geen- foorten van
Liane-, aan welke men geen byzondere ei-
genfchap- toefchryft, waar van eenige door
de ondervinding bevedigt z y n g e ly k .d ie van-
Ipecacuana.
Men heeft eenige- foorten' van Liane j waar
van de ranken zoo dik als een arm zyn , ee-
nige verdikken de boomen , welke zy omvatten
, door middel van hen te drukken. Het
gebeurt.zomtyds.dat den:boom derft, verrot,.
ent
LIANE,
•€n vergaat, in diervoegen dat de ranken van
•de Liane alleen overblyven, welke een foort
van geflingerde, alleen daande, en doorluchtige
pylaar vormen , -die'He kond zeer be-
•zwaarelyk zou können nabootzen. De Wilden
, welke de oevers der Amazoonen Rivier
bbwoonen doopen hunne pylen , om
<ze te vergiftigen , in het fap dat zy uit de
•bladeren van verfcheide planten trekken , en
‘byzonder uit die van zekere foorten van Liane.
. Deze vergiftigde pylen, hebben de zon*-
Herlinge eigenfchap , om hunne kracht, ten
einde van een jaar, noch te bezitten. Zie
de Reife van den Heer de la Condamine.
In Guyana , maakt men van de witte Liane
het zelfde gebruik , als van de aangékweekte
en dinkende Liane ; uitgezonden dat de Kuipers
’er zich niet van bedienen , om hunne
hoepen vad te hechten : men maakt ’ er vry
goede korven van , gelyk mede van de korf
Liane , die haaren naam , van het byzonder
gebruik dat men ’er van maakt, ontleent heeft:
Heze gelykt* naar de witte Liane in kleur :
maar zy verfchilt ’er door de knoopen van,
De dunne Liane is niet dikker als bindgaa-
ren: zy dient, gelyk meede de Liane Segui-
ne , om de affchutzelen za-men re hechten,
om de korven , welke men van de bladeren
. van den Bareülou o f Balifier maakt, aan een
te reigen en om vifchtuig te vervaardigen.
De aangekweekte Liane is de bede, zy duurt
langer als de fpyker , aan welke zy vadge-
hecht is. De tamme Liane is niet zeer gemeen
in de bewoonde plaatzen: men verkoopt
haar tegens twintig franfche duivers het pak,
waar in twee hondert ranken zonder knoopen
zyn , welke twee vademen lengte hebben.
Men maakt haar vochtig om ze te-gebruiken
, zy können met gemak gefpleeten
worden , en meiï gebruikt ze om "de groote
vleflchen te omkleed^n ; de Kuipers maken
. ’er gebruik van om hunne hoepen vad te hechten.
De dinkende Liane , kruipt langs de
aarde , haare ranken hebben een uitgedrekt-
heit yan veertig voeten , zonder knoopen.,
zy dienen tot dezelve gebruiken als de voo-
rige. De vierkante Liane dient tot dezelve
■ eindens als deroode Liane , en word op dezelve
wyze bereid ; maar zy bezit de eigen-
fchap n ie t, om de dordige lieden , water te
verfchaffen. De roode ofWater-Li au e dient,
wanneer zy in een gedraait is , om kabels,
flagboomen, en?, te vervaardigen; zy is zeer
gemeen , en groeit zeer ras ; maar zy duurt
■ zeldzaam langer als een jaar, wanneer zy ge-
I. D EEL
L I C H T . L I E R S P : L I G A N S . 66$
bruikt word, en voor de lucht blootgedelt
is : men heeft eenige van dit foort waar van
de ranken zoo dik als een vuid zyn. Wanneer
men haar affnyd , geeven zy helder efi
zuiver water u i t , waar van de dordige Reizigers
en jagers, menigvuldig gebruik maken;
maar men moet acht geeven, dat men, wanneer
men haar aan de onder zyde ingefnee*
den heeft, ’er een duk aan het boven gedeelte
,, ter lengte van drie o f vier voeten
moet affnyden , om het water te noodzaken
neder te dalen ? zonder d it , zou het water,
in plaats van uit te vloeijen , op het oogen-
blik naar den top van den dam opklimmen.
De Liane Seguine is zeer nuttig in de ver-
koeldranken, zy heeft behalven d i t , de ei-
genfbhappen van de dunne Liane. Eindelyk
de Tocoyaaniche Liane , dient om korven
te vervaardigen ; haare fchors die dubbelt is ,
maakt haar moeijelyk om af te fchrappen, en
te bereiden : zy groeit overvloedig, in
het Land van het Volk , dat men Tacoyer-f
noemt»
L I C H T . Vermits de Z on , de bron van
deze dierbaare doffe is , zoo zie het woon
D w a a l s t a r , alwaar wy,volgens het gevoelen
van den Heer Maupertuis, het fchoo-
ne fchouwfpel van het Planetiefch d e lz e l,
voorgedelt hebben.
L I C H T G E V E N D E Z E E ,zie Zeel
i c h t .
L I E R E M A N , deze naam geeft men aan
zekere vliegende infeéten, om het geluit , dat
•^y-öftder het vliegen maken , en dat het geluit
van e,en lier naarbootd : zie het artikel
A c u d i a .
L I E R S P E E L D E R : dit is een Amerï*
kaanfche Slang, welkers huit donker bruin,
en met fchubben bedekt is, welke de gedaante
van fchuinfe ruiten hebben , en op zekere
afdanden met ringen bezet zyn. Dit dier
lokt door zyn zagt en aangenaam gefluit, de
kleine vogeltjes tot zich , om ’er zynen prooi
van te maken. Seba, Thef II. Tab. 42,
3 ,
L I G A N S . Dit is een foort van A fr ikaan
feite Krokodil, haare lengte is gewoone^
lyk drie voeten : haar lichaam is met wit gevlakt
haafe oogen zyn zeer rond , en haare
huit za g t: zy beoorloogt alleen de hoende-
p P P P ' rèn.