;giS T A I S A N T . F A L A N G E S .
men ziet ’ er mede de witte Chineefche Far-
fent. Q *)
Men vint mede veel Faifanten in verfchei-
'de andere geweften , en die van elkanderen
verfchillen , ’t z y door hunne vederen , o f
eenige andere byzonderheit. De Amerikaan-
fche Faifant heeft zwarte vederen, en een
roode kam die gelyk die van een kleine kal-
koenfche hen afhangt; zyne pooten zyn rood.
D e Braziliaanfche Faifant heeft een gekuifde
kam op den kop , het onderfle van den hals
is zonder vederen , en het vel is van dit gedeelte
rood. De Faifanten van de Antillifche
Eilanden hebben een zeer langen hals ,
en hunnen kop en bek gelyken naar die van
den Raaven ; wanneer -men deeze onder de
tamme vogelen ppvoed, -zoo voert hy een
.bloedigen oorlog tegens hem. Dus is het met
den Faifant van Carafow o f die der Wefi-In-
diën niet gelegen; deze is van een zachten en
gezelligen aart ;hy leeft zeer vreedzaam metde
.andere vogelen ; hy heeft op het boven Huk
van den bgk een rond uitwas, dat geel en”
hart is , en de groote van een hazelnoot heeft;
zyn kop is met een fluweel zwarte en gefcha-
keerde kuif bezet. De Paadw-Faifant werd
■ dus genaamt, om een foort van paauwe vederen
die hy op den rug h e e ft, men vint deze
in China, zyn wy fjé is bruin. De Faifant
van het land der Caflers heeft witte vederen
die met graauw.gevlakt zyn ; die van
Congo is zwart en blaauw; die van Juida op
de GoüdkuH, is wit met blaauw gemengt,
■ en zyn kop is met een zwarte pluim ge-
kroont. De Faifant van Madagaskar is violet
: men ziet deze mede op het Eiland der
Amazoonen ; ■ op zyn kop heeft hy een kuif
die uit witte en zwarte vederen bóven elkan-
deren geplaatfl is -zamengeftelt, en die den
vogel, naar zyne begeerte opzet o f laat hangen
; zyne gang is edel en trots. Het vleefch
van alle deze foorten van Faifanten is van
■ een uitmuntende fmaak , en dienflig voor alle.
foorten van lieden.
.F A L A N G E S . Men geeft dezen naam
aan groote vliegen van de Antillifche 'Eilanden
, welkers kop en bek naar die van een
Aap gelyken. Men ziet ’er verfcheide foorten
, waar van eenige een fnuit en andere
hoornen hebben.
F A L U N , C a oN , o f F e l u n i e r e .
F A L U N .. F AM O C A N T R A T O N .
Deze naamen geeft men gemeenelyk £i#
Vrankeryk) aan aardlagen, die uit aanmer-
kelyke byeenvergaderingen van Ferbryzefde
delfbaare Schelpen en Madreparaas , die haa-
ren glans verlooren hebben, Eeflaan. Deze
lagen vint men byzonder in Tourraine en
Vexin. Men bedient zich van de Falun in
verfcheide landfchappen, in plaatfi van mergel
, om zommige akkers te vefbeeteren.
De lengte , breedte en diepte van deze
laagen , welke men onder de aarde v int, alwaar
z y door aohter eenvolgende , op een-
hopingen gevormt zyn, veyfchillen onderling
veel van elkanderen ; zomtyds vint men ’er
noch van deze lichaamen in die uit de zee
zyn voprtgekoomen , welke noch weinig verkalkt,
o f niet tot Hof gebracht zyn.: alsdan
kan men ze herkennen , de kleuren alleen
jEÜtgezondert, door de kenmerken die hen
gemeen zyn met de overeenkomHige levendige
wezens ; men onderfcheid ’er vooral
verfohillende foorten van Madreparaas , Co-
raalen , wervelbeenderen van Zee-Starren ,
Fnïroques, vifch-beenderen, en Hukken van
fchulpen van allerlei foorten , onder. Deze
Cron is gewQonelyk in den Haat van een
meer o f min.fyn zand. Hoé veel laagen van
kalkachtige aarde fchynen niets anders al's
het overlchot van deze Fehmieres die zeef
fyn geworden zyn 1 dusdanige zyn mogelyk
de laagen van aaneevoert kryt.
De Boeren veripreiden de Falun over hunne
velden om ze vruchtbaar te maaken ; een
akker eens met deze, Falun bedekt zyndë ,
behoeft zulks in dertig jaaren niet weder.
F A M O C A N T R A T O N , Dit is een
foort van Haagedis van het Eiland Madagaskar
, welke, van infedten le e f t , en die zich
aan de fchorfen der hoornen verknocht houd,
alwaar men haar met moeite ontdekt. Op
den ru g , Haart, pooten , hals en aan het
uiteinde van den fnuit heeft z y klaauwen ,
welke haar dienen om zich aan de bpomcn
vafl te hechtgn , zy houd altoos den bek
opengefpart om de fpinnen en vliegen te ontvangen
welke haar voornaamHe voedzel uitmaken.
Dit dier werpt zich met zeer veel
vaardigheit op de borfl der Negers wanneer
z y een boom, naderen op welke het zich be-
v in t ; deze zyn hier voor zeer beducht, om
dat het . zich zoo flerk aan hunne buit vaft-
h e ch t, dat zy zich van het zelve zonder behulp
( * ) Deze wonderbaare fchoone vogels ziet men mede opgezet in het Kabinet van den Prinfe van Oranje in ’sGravenhage, en levende in de Diergaarde van deezen Vorft op het Kleine Loo,
F A R A F E S . FA SEO L E . F A U F E L .
Kuip van een. fcheennes niet ontflaan koh-
nen. D apper zegt in zyne Befchryaing
•nart Afrika , dat het woort, ■ Famocaniraton,
in de taal van dit land, Borfifpringer betékent.
F A R A F E S .. Dit zyn wilde dieren van
het Eiland Madagaskar, die veel ovefeen-
komflen met.de Wolven hebben, maar veel'
verfcheurender zyn. De ïnwoonders zyn genoodzaakt
om- altoos vuur in hunne hutten
te onderhouden onr. deze ge vaarlyke vyandeii.
van zich te verwyderen...’
F A S E O L E . Eeft; foort van boen die
verfch gegeeten word, en in Italië genie ener
als in vrankryk. is.. Men heeft ’er witte ,
geele , roode en gemengelde. Zie K x im -
B O ONJiN.
De Antillifche Eilanden brengen een foort
van bruine Fafèalen voort,. welke geWoone-
ïyk langs de oeyeren der zee in. het zand
voortkruipen ,., doch deze worden voor ge-
vaarlyk gehouden , zoo wel als de Eurgeer-
nooten. Zie dit woord,
1 F A U F E L . . Dit is de naamyarr een ln-
diaanfche noot, welke aan. de eene zyde plat
en aan de andere bol i s , zy heeft eenigen
overeenkomfl met de muskaatnoot,. dóch is
van reuk en- fmaak: ontbloot.. De Indianen
bedienen ’ er zich Van: als van, een' zamentrëk-
kent middel».
F E N E G R I E K , Farnum-G racum. Meir-
©nderfcheid twee : foorten van deze plant,
waar yan de eene aangek weekt,, en de andere
wild is.. Vermits deze. laatfte van de andere
niet v erfchilt, als alleen door gebrek
van aankweking , zoo zullen w y alleen van*
'de eerfte foort fpreeken.. '
De Fenegriek die men- in dè veldèn- aankweekt
heeft een dunne,, witte., enkelvoudige
ep vezelachtige wortel ;, haaren Heel is
zes duimen o f daaromtrent hoogy dun , groen,
inwendig bol en ge takth aa re bladeren zyn
drie aan drie op meen fteeltje by eeft gefchikt;
gelyken naar die van beemd-k.lavers, maar
zyn veel kleinder, een weinig in ’t rondere—
tant, aan de boven zyde groen , en afchver-
Wig aan dé onder zyde:. haare bloemen koo-
men uit den fchoot der bladeren v o o r t; zy
gelyken^ naar die der peulvruchten y en zyn
w i ta c h t ig o p deze volgen lange , platte
Jpitze , gekromde ,, en fmalle peulen , dié
met zaden vervult zyn .welketennaaften.by de.
F EN E G R . F ER O CO S S E . F E R U L A . 3 ^
gedaante van éen lymachtigé zélfftandigheit,.
en een onaangename reuk en fmaak hébben
- welke in het hooft trekt.
Dit zaad werd in de Geneeskonft gebruikt
; het is verzachtende , en nuttig oni.
de fmerten te ftilien rmen maakt ’er een flym
van met hen in heet water te wecken: men.
gebruikt het in byna alle fpuuwdranken: het
is- een. uitmuntent en vefzachtent middel in
de-klifteeren. enontRekingen dèr ingewanden,,
tlitgezondert voor dè vrouwen die aan de
driften der opftyging onderhevig zyn : des-
zelfs flym is méde dienftig in de gebreken der
oogén. Hét zaad der Fenegriek werd mede
onder de oploflende ifteélen gebruikt. De
Indianen weeten ’er een zoete wyn uit te.-
trekken, die zy wanneer zulks nodig is gebruiken.,
F E R O C G S'SE .- Men geeft op het E iland
Madagaskar dezen naam. aan een klein
boompje dat een foort van kleine roode kool
voortbrengt , met welke de ïnwoonders van
dit Eiland zich voeden..
F E.R U L A . Een plant die in verfcheide-
landen’van A frika, Afia-en Europa op warme
plaatzen groeit. Haare wortel is , getakt,,
recht, zwartaehtig, en met een melkachtig
fap vervult. Haaren fteel is zeven o f acht
voeten hoog. , dik , fpons , mergachtig en*
getakt; deze werd in den herfft h art,, en
vervolgens houtachtig.. Haare bladeren ge—-
lyken naar dié vam.de Venkel; maar zyn veel.
Breedér: op den top derfteelen, koomen de
bloemen als zonnefchermen . te voorfchyn , .
zy zyn geel en rooswys gefchikt. Wanneer
de bloemen afgevallen z y n , vertoonen zich.
de zaaden in paaren. byeen gefchikt, deze
zyn g ro o t, eirönd ,. klein en. met een v lie s -
omwonden: men kweekt deze plant in Lan--
.guedok in de tuinen aan.
, Hét merg van de Ferula , ïn een af kook-
zei ingenobmen, is zamentrekkende en zweet—
dryyende.^ Haar zaad is windbrekende: men
bedient zich van haare fteelen, wanneer zy
noch buigzaam>. zyn , om. de planten te binden
en te onderfteunen welke door zwakheit::
te yeel nederhangen. Het is van deze groen--
achtige en fponachtige takjes, darde Beftuur—
déren der Ichoolén-zich voormaels bedienden
om hunne léerlingem' te ftraffen ;■ hierom^
heeft Martialis de Ferula Sceptrum Pièdago--
gorum geftoemt..
De boomen o f heefters , uit welke de -
lifta ch tig e gommenwloeyen,.gelyk de Gom: ■
Aztimo—