
556 K A T O E N P L A N T . K A T O E N PR U IM E N * .
als medé door de fehikking der zaden in hunne
peulen. ’Er groeit op Martinique, een
foort, welkers zaden in plaats van in de peulen
verfpreid te zyn , by een gepakt, en in
het midden van een zeer harde vlok , op een
gehoopt zyn, ’t geen haar Steen-Katoen heeft
doen noemen : het is deze die het fchoonfte
Katoen voortbrengt. Van de twee anderê
Poorten-, levert de eene het gemeenfte katoen
u it , van welk men matraden en gemeene lyn-
waten maakt, en.-de andere , een.fyn, wit katoen
, van welk men zeer fyn lynwaat vervaardigen
kan.
Men kweekt meede op de Antillifche E ilanden
een vierde foort van Katoenboom aan,
die byna van de yoorige niet verfchilt j als
dat hy een foort van katoeu voortbrengt, dat
een fchoone kamuis kleur heeft % en zeer fyn
is , men noemt dit Siamfcb K a to enMen vervaardigt
van hetzelve by uitftek fyne kouffen,
die om haare kleur zeer geacht zyix; mogelyk
is dezen boom uit het Koningryk Siam- oor-
fpronkelyk. Men heeft meede op de Fran-
fche Eilanden , een ander föort van katoen-
boom, die wit katoen voortbrengt, dat men
Siamfcb Katoen met groen zaad- noemt.
Eenige Schryvers fpreeken van een foort
van Katoenboom , o f Katoenplant, die ge-
lyk de wynftök kruipt; zy zeggen meede dat
’ er in Brazil een Katoenboom groeit, die de .
hoogte der grootfte Eikènboomen heeft, en
dat men op het Eiland St. Katharina, een foort
vint, welkers bladeren breed, en in v y f dee-
len ingefnedén zyn , en die een vrucht ter groo-
te van een klein hoender ei voortbrengt. Het
zyn de Franfche Eilanden in Amerika, welke
het befte Katoen voortbrengen , dat te
Rouaan en te Troyes , verwerkt word. De
andere Volken bekoomen veel katoen van
Guadaloupe, St. Domingo , en de omliggende
Eilanden. Men kweekt meede de Katoen-
boomen op Siciliën , in het Landfchap ia
Pouille, in Syrië-, op-Cyprus en Maltha aan.
Op verfcbeidepla'atzen van de Levant, kweekt
men de gemeene Katoenplant aan; haaren fteel
is wollig houtachtig , enffchiet niet hooger '
als drie o f vier voeten op-, haare bladeren ge-
lyken naar die van den kleinen Booghout—
boom, en haare vruchten gelyken- naar een
kleine noot. Het is in het gebruik van-deze-
ftoffe, welke men geheel ruuw uit de hand
der Natuur* ontvangt, dat de menfchelyke
vernuftigheit uitblinkt; onder hoeveel ver-
fchillende effby na tegen ftrydige-gedaan ten s,
ziet men deze ftoffe n ie t! welk een onder-
fcheid is- ’er tuffchen.het. neteldoeken, de tarpyten,
en tuffchen katoene dekens en katoen-
fluweel! deze-vefcheidenheit hangt van de.
keuze der ftoffe, en van de wyze om dezelve
te gebruiken., af.
Byna alle. de werken die men van katoen,
bereid, 'zyn wollig, om dat de uiteinden der
vezelen zich op de lynwaten vertoonen, welke
van hetzelve zamengeftel t worden; dit foort
van wolligheit vertoont zich op de neteldoeken
, en een meenigte katoene lynwaten, die
men in Indië vervaardigt. Om dit gebrek in
de allerfynfte neteldoeken te vermyden, zuivert
men het katoen , dat is te zeggen , dat
men ’er de kortfte vezelen uitdoet. Deeze
fchoone en fyne neteldoeken zyn het fchoonfte
en eelfte werk dat men van- het gefponne
katoen bereid. Behalveh die- geene van welke
wy reeds gefproken hebben , maakt men
’ er noch diemit, bombazyn , enz. van. Het
katoen werd meede tot een meenigte andere-
ftoffen gebruikt, in- welke het met zyde,gaa-
ren , en verfeheide andere zaken vermengt
word*
Behalven de fóorten van katoen, van welke
wy réeds gefproken hebben, heeft men in.
Amerika noch katoen van den S a am o u n a , en
van <\ en-Ma ho t. Zie S a amo u n a en M atho
t ; \] . . -■
In China zaaijen de Landlieden, op hunne
akkers, weinig tyd na de inzameling van den;
óogft, een foort van Katoenplant.; en zy vér*-
zamelén ’er weinig" tyd hier na, een katoen,
van in. De Egyptenaars doen hetzelve , ten
Opzichten van de A p ö c y n um - , zie dit woord,,
om de watten té bekoomen. Men gelooft,
dat de Chineefche Katoenplant,. een foort
van zeer wölachtige- Byvoét is ’, die men,
Moxa noemt. Men fcheid ’er het dons ,' o f
de wol a f, (] ’t geen een foort van vlokken is]),
met de bladeren te verpletten; de Chineëzen,
Japanners , en zelfs de Engelfchen ,i maken
’er een foort van lemmetten-van , welke de-
dikte van een pennêfchacht hebben, waar van
zy zich bedienen om de jicht te geneezen; zy
fteeken een dezer lemmetten in brand , en z y
branden ’er het beledigde deel in diervoegen,
meede ,. dat zy weinig fmerten veroorzaa-
ken*
K A T O E N P R U IM E N , de boom die
deze vruchten voor-tbrengt, is een foort van
Icaque , men noemt haar dus, om dat haar-
vleefch alzoo w i t , als katoen is. Dit is een-
vrucht die eenigzins langwerpig is, men-aan de-
eene zydé een donkerekarmozyn kleur heeft,
en, klaar, aan, de andere, zyde is.: fchoon z y
• . écn#.
K A T T E N O O G . K A T T E P O O T . K A U W O E R D E . K A Y M A N . $5?
een zamentrekkende fmaak heeft , zoo eet
men haar echter met vermaak. Zie Maifo-n
Ruftique de' Cayenne.
K A T T E N G O U D j z/VMi c a *
K A T T E N O O G , Oculis cati. Dit is
een foort van zeer fyn Agaat, dat zeer door-
fchynent, en hard is , en een graauwe ftroo-
kleur heeft, o f geel, o f groen achtige en met
een foort van oogen gevlakt is , en die de Ju-
weelliers met zeer veel behendigheit weten
te klieven. De Kattenoogen hebben een ftip
in het midden, uit welke ftraalswys, o f kit-
telent £gelyk men zulks noemt]) zeer levendige
groene ftreepen voortkomen,. die de
kleur'van prei hebben, en die met goudkleurige
vlakken vermengt zyn , welke niet kwa-
lyk naar het glansryke graauw van dé oogen
der Katten gelyken. Dezen fteen, die zeer
fraai gepplyft kan worden, doet een vry bevallige
uitwerking: wanneer hy tuffchen het
oog en het licht geplaatft word. De Katten-
oogen zyn vry zeldzaam , en werden, zeer
hoog gefchat wanneer zy volmaakt zyn : men
bewaart ’er een in het Kabinet vanden Groot
Hertog van ’ Toskanen die grooter als een
duim is..^_
K A T T E P O O T , Hispidula; dit is een
katoenachtige plant die bergachtige plaatzen
bemint welke voor den wind blootgeftelt en
met kruiden bedekt zyn ; haare wortelen zyn
vezelachtig en zeer kruipende; haare bladeren
leggen ter aarde, zyn langwerpig, wollig
, en nebben een vrolyke gröene kleur; uit
het midden van. deze bladeren verheffen zich
fteelen die negen duimen lang, wolachtig,
witachtig, en met lange en fmalle bladeren
bezet zyn : op de toppen dezer fteelen be-
fpeurt men verfeheide bloemen die uit halve
bloempjes- zamengeftelt, en ftarswys verdeelt
zyn, welke ieder op een vruchtbeginfel rusten,
en in een fchubachtige kelk bevat zyn,
die blinkende,. wit o f rooaachtig is , en wanneer
zy ontloken zyn de poot van een kat vertoonen
: het vruchtbeginfel verandert in een
zaad dat met pluimpjes bezet is.
Haare bloemen werden vooral gebruikt;
zy ftillen den hoeft, maken de zuivering der
borft gemakkelyk, en beletten de verzwee*
ring der long: deze plant is nuttig, voor die
geene welkers long verftopt is: men gebruikt
dezelve met vrucht, ’ t zy in een afkookzel
o f flroop tegens de bloedfpuwingen*. De
Apothekers bereiden ’èr een conferf van dat
nuttig voor de aamborftige lieden is.
K A T T E S T A A R T , zie P a a r d e -
STAART.
K A T -U I L , zie U i l .
K A U W O E R D E , Cucurbita. Dit is
een plant die verfeheide rankswyze fteelen
uitfehiet, welke de dikte van een vinger hebben,
zeer lang zyn , en over denaarde kruipen,
o f door behulp dey klaauwtjes tegens
de ftokken opklimmen* Men onderfchcid
drie foorten van Kamvoerden; de langwerpig
e , dikke en de kalabas.
Deze planten komen ’sjaarlykfch op nieuw
voort: zy brengen klokswyze bloemen van
beiderlei foorten voort* De eene foort is
onvruchtbaar; op de andere volgen vruchten,
wélke zomtyds in de eerfte foort vier voeten
en noch meer lengte hebben 1 derzel-ver fchors
word onder het droogen gedachtig en zoo
hard als hout. Het vleefch van dit foort is
fponsachtig en verfriffende. Men bereid ’er
tans een confyt van dat vry geacht is. De
vruchten van de tweede foorten hebben de
gedaante van ronde vleffchen : men bedient
’er'zich van als van dit foort van-vaaten. De
derde foort werd Kalabas o f Vlefch-Kalabas
genoemt, ter oorzake van dé gedaante van
deszelfs vruchten, die volkomen de gedaante
van vleffchen hebben. Wanneer deze vruchten
naauwkeurig droog zyn , maakt men dezelve
ledig, en zy verftrekken tot uitmuntende
vleffchen voor de Bedevaartsreizigers. De
zaaden van deze vruchten werden onder de
vier verkoelende hoofdzaden geplaatft. Men
zecht, dat wanneer de groene bladeren- der
Kauwoerden op de boriten gelecht worden,,
zy de melk doen. opdroogen.
K A U W O E R D E B 0 0 M ,. zie K a l a -
BASBOOM.
K A Y M-A N* Men- geeft dezen - naam aan
een tamme Krokodil, die zich op de kuften
van de rivier van Su Domingo onthoud, maar
die zulks te Suriname niet is.. Dit dier dat
uit een ei voortkoomt dat de groote yan een
ganze ei heeft, is zeer fterk, en ([wanneer
het niet tam is]), voor de menfehen, zoo wel'
als voor de land en waterdieren zeer gevaar-
lyk. Het heeft genagelde pooten en heeft
geen hair; het leeft zoo wel. op het land als
A.a.a.a 3. ini