
A lle de deelen van den citroen, de feite!,
zoo wel de inwendige als uitwendige, het
vleefch, het fap en de kernen zyn van een
uitmuntent gebruik in onze fpyzen en geneesmiddelen
: men dient de citroenen op de
tafels voor om het yleefch met derzelver fap
welfmakertt te m a k e n in fchy.ven gefneden
en met fuiker beftrooit, maken zy de mond
fris, ftillen den dorft, wekken den eetluft
o p , en bevorderen de verteering. De citroenen
zyn tegengiftig, en hun fap geneeft het
fcorbut. Dit werd door hét'voorbeeld der
Hollanders beveiligt, die, by hunne , weder-
leomft van lange reizen die zy in afgelegen
landen gedaan' hebben, wel ras genezen zyn
zoo zy in Portugal konnen aanlanden, en
citroenen o f oranje appelen, bekomen tonnen..
De fébellen der citroenen zyn uit een oneindige
meenigte yliesjes zanten g e i l e k d i e
met een wezentlyken_olie vervult zyn ; zy
zyn. zeer welriekende en fpeceryachtig, TÉ
geen haar wormdoodent en. hartilerkcnde
maakt: men maakt dezelve met fuiker in , en
men. dient haar onder het nagerecht met andere
ingelegde vruchten voor.. Verfcheide
.Lieden vervaardigen- een drank van de- citroenen
, o f citroen water dat zeer aangenaam
van fmaakis, dit- is zamengeilek van de geele
fchel van den citroen, brandewyn-en firoop
van fuiker,. Men trekt de wezentlyke olie
uit de fchel, ’t zy door overhaling, o f met
de- fchel tufféhen- de vingers boven een glas
o f glaaze trechter uittedrukken: men maakt
”er een firoop met citroen fap en fuiker van,
die zeer aangenaam en heilzaam is om- de
opbmisfing van het bloed te matigen.. Met
het vleefch. o f zuure merg der citroenen,
maakt men een confeif tegen het fcorbut: de
kernen zyn wormdoodent- In tyden van
befmettelyke ziéktens befteekt men een citroen
aan alle zyden met kruidnagelen, 1 en
men. draagt dezelve in den zak, om ’er dik-
wyls aan te ruiken, ten einde zich voor de
befmettmg- te befchutten-
Men heeft noch een ander föort van citroenen
, die zoete Citroenen genaamt worden;
bunnen fniaak is v r y la f, en zy worden weinig
geacht, als alleen om hunne ftaaiheit,
want. zy zyn’ gewoonlyk grooter als de ge—
jneerre citroenen..
De Cedrat o f Bergamot olie, dié zoo 11e—
ftly k ruikt, en zoo hoog in onze reukwerken
gefchat w o rd,. werd' uit een foort van
feiliaamfche eitroen getrokken-, die Bergamot:
genaamt'w.ord,;, welke, zynèn. oorfjjrong, zoet
men ze ch t, aan een Italiaan van Bergamo
verfchuldigt is , die een tak van een citroenboom
op den ftam van een bergamot peere-
boom ente; de citroenen die hier van voortkwamen,
bezaten te gelyk de eigenfehappen
van den citroen en deze peer. Den uitvinder
hielt deze ontdekking langen tyd geheim,
en wiert ’er ryk door. De bergamot is een
roode oranje appel-, die -de- gedaante van
een peer heeft, en veel van de Cedrat ver-
fch-ilt.
Verfcheide lieden, drukken de dunne buiten
fchel in een glaaze vat u it, welkers ope—
ning naauw is , om den bergamot olie te bekomen:
deze handelwyze is zeer langwylig;
de wezentlyken olie is hier door krachtiger en
liefelyker van reuk; maar men maakt doorgaans
van de overhaling gebruik, om *ër dezen
olie uit te trekken.
C I T R .O E N H O U T , Lignum citri; dit
is het hout van een groote boom die in Amerika'
op den oever der zee wafcht, en welkers
bladeren naar die van den Laumierboom
gelyken: zyne bloemen kómen met die van
dén Oranjeboom overeen., en. hebben den
reuk van de jasmin ; ■ op deze bloemen volgen
vruchten die zwart-zyn, en de groote van.
peperkorlen- hebben-.. Het hout van. dezen,
boom is v alt, zwaar en harftachtig; hierom-
klieven het de Indianen in dunne Hukken,,
waar mede zy zich des nachts,verlichten, dit
heeft het den naam van kaarsh'óut doen vér—
krygetu. Deszelfs fchoone citroenkleur maakt
het zeer gefchikt om fraije. huisfieraden te
vervaardigen : het verkrygt door den tyd
eerien, alzoo fchoone, glans als dat van den
Kokos: by de fchoonheit der kleur voegt het.
een reuk, die met die van den citroen o ver-
eenftemt..
C I V E T K A T . Het grootffe gedeelte
der Natuurkundigen- hebben gedacht, dat’etmaal
een foort van dier was dat het reukwerk
verfchaften , dat w y Civet noemen. W y
hebben.,, zoo-wel als. den'Heer de Buffon,
twee dezer dieren gezien, die, wel is waar,,
naar elkanderen geleken , door de wezentlyke
overeenkomften der vorming van de
deelen, zoo ■ wel inwendige als uitwendige;
maar-die echter van-elkanderen, ineen vry
groot getal andere kenmerken,. verfchilden ,
zoo dat men hen, befchouwen- kon als twee
verfchiljende fóorten uitmakende , die wc—
zentlyk van-,elkanderen.verfcheiden waren..
Het.
Het dier dat w y Civetkat noemen, is oor-
fpronkelyk uit A fr ik a , en word Kajior in
Guinée genaamt. De Zibet is waarfchyne-
lyk de Civetkat van -Azia, de Ooft-Indië en
Arabië. Hy verfchilt van de Civetkat hier
in , dat zyn lichaam veel langwerpiger i s ,
de fnuit dunner, de Haart langer, en meer
met vlakken en ringen geteekënt, het hak
zachter en . korter , en heeft geen maanen,
dat is te zeggen, dat zyn hak met langer aan
den hals. en op den ruggraat i s , het heeft,
geen zwart boven de oogen noch aan de wangen
; ’t geen byzondere en aanmerkelyke
kenmerken van de Civetkat zyn.
De Zibet fchynt-den Heer de Buffon het
zélve dier te zyn dat door den Heer de la
Pyronie, onder den naam van Muskusdier in
de Memorien van de Franfche Akademie be-
fchreven is. Het verfchü dat hy ’er in opgemerkt
heeft, was. zop gering, dat het wel
toevallige, yerfcheidenheden zyn konnen, aan.
welke de Civetkatten meer als andere wilde
dieren onderhevig zyn moeten, vermits men
dezelve als andere tamme .dieren , op verfcheide
plaatzèn van de Levant en van Indië-
aankweëkt en voed.
Men heeft deze dieren Muskuskatten en
Civetkatten genoemt; zy hebben echter niets
gemeen mét de katten als alleen de vlugheit
der leden; zy gelyken meer naar de vollen,
vooral derzelver kop. Hunne huk is met
Hreepen en vlakken geteekent, ’t geen hen
van verre naar kleine panterdieren doet gelyken,
van welke zy. in alle andere .opzichten
ondérfchcjdcii zyn. Z y .hebben eenige
gelykvormigheit met de Genet-Ivat, die ge-
lylc de Civetkat' een zak heeft in welke een
fuiken’; vocht zyp e lt;. maar welkers aange-
naiije reuk zeer „zwak en van geringen duur
is ; integendeel is--dié" van de Civetkat zeer
fterk, en die van de Zibet is noch geweldiger.
W y 'zullen, aan het einde van dit artikel
van de Genet-Katten fpreken, om,deze
dieren des te beter te leeren kennen, die een
zoo groote oyereenkomft hebben, met hen,
volgens ons gewoon ontwerp, in eenzelfde
tafreel af te beelden.
De Civetkat, en de Zibet zyn twee dieren
/die aan de heete landen van de Oude Werelt
eigen z yn : die welke men in Amerika vind
zyn ,’er overgebracht; want deze dieren,
die zeer aandocnelyk voor de koude zyn.,
hebben zich van het,eene vaflcland naar hét
andere door de Noordelyke landen niet konnen
begeven.. Vermits-de zaken die w-y van
, deze dieren zeggen moeten, hen gemeen zyn,
o f ten minften dat h et zeer moeijelyk zyn
zou om haar op het eene veel eer dan op
het andere toe..te paffen, zoo zullen w y van
hen tegenwoordig alleen onder den algemee-
nen naam van Civetkat fpreken. '.'f f4:
Het mannetje der-Civetkatten kan in het
uitwendige van het w.yfje niet onderfcheiden
worden; zy gelyken in alles wat uitwendig ■
zichtbaar is. zoo volmaakt naar elkanderen,.
dat ’er zelfs geen de minfte fchyn van onder-
fcheid in de Sexeis. Het mannetje hoeft de
deelen. die hem eigen zyn inwendig in het
lichaam -verborgen en beflooten: het vlies o f
de vergaderplaats -van het ruikende vocht,
welkers openiug' door de Ouden voor het,
kenteeken der Sexe van het wyfje gehouden
wierd, is volmaakt het zelve in de beide,
Sexen. .
Het v o ch t, dat men Civet noemt, vind
men in een beurs o f zak, die onder de ope-
ning van den aars en tufTchen de byzondere
deelen der Sexe' van ieder dezer dieren geul
aatH is. Deze zak heeft een opening- van
twee duimen o f daar. omtrent; deszelfs uit-
gebreidheit is z o o ,groot, dat hy een klein
hoender ei bevatten kan. Het vocht dat men
’er in vim heeft de zclfflandiglieit van pommade,
en welkers reuk, fchoon zeer Herk ,-
echter, zeer aangenaam is , .zelfs wanneer het
uit het lichaam van -het dier koomt. Men
moet deze floffe der Civetkatten -met de
Muskus niet verwarren, dat een .met bloed
gemengt vocht,.is, ’t geen men uk een foort
van Rheebok o f Geit zonder hoornen haalt,
die niéts gemeen met de Civetkat heeft, als
alleen dat het. gelyk. déze een geweldig reukwerk
verfchaft.
. Wanneer men nafpooriugen d o e t, o f ’er
geen byzondere vaten in de Civetkat zyn die
deze ruikende floffe aanvoeren, zoo ontdekt
men alleen takken die uit de aderen en flag-
aderen van den',onderbuik in de twee beur-
fen overgaam .welke de groote zak uittnaken.
Dit verfchynfcl gefchiet dan alleen door de
klieren die in de beurfen van de vergader-
„plaats van de civet zyn , en welke de eigen-
fehap -bezitten om uit de flagaderen dat geene
na zich te- trekken, ’ t welk gefchikt- is om in
deze ruikende floffe verandert te worden;
op dezelve wys.als de klieren der borflen
de floffe inzuigen die zy in ’t bloed vinden,
welke, bekwaam is om de hoedanigkeit van
melk aan. te nemen.- De vaten die in de
beurfen der vergaderplaats van de civet overgaan,
zyn zeer groot in de mannetjes, maar
naauwlyks kan men dezelve in de wyfjes ge-
'È è z waar