
van het klifteren, aan deze vogelen verfchul-
digt zyn , om dat zy zich met hunnen bek
zoüt water in het fondement fpuiten , wanneer
zy dit geneesmiddel nodig hebben, edoch
dit fchynt twyfelachtig..
Het vleefch van den'Ibis heeft geen kwaden
reuk , zelfs al bewaart men het lang na
dat den vogel gedood is :. het is zoo rood ais
het vleefch der Salmen.
. De zwarte Ibis , van naby befchouwt zyn-
de, fchynt een.groenachtige blaauwe kleur te
hebben die met eenig purper, gemengt is ; ee-
nige Schryvers willen dat dit een fport van
Wulp is. Zie dit. woort. .
Schoon men zecht dat de Ibis in onze ge--
wellen niet leeven kan ., zoo heeft men s er
echter een ,. geduurende verfcheide maanden
in de diergaarde te Verfailles, gevoed. De
Heer Perrault, heeft van dezen vogel een
ontleedkundige befchryving in de Gedenk--
fchriften van de JCon-inglyke Akademie. der.
Wetenfchappen van Parys geplaatfl..
I C A Q U E , dit is een pruimbóom van de
Antillifche Eilanden , welkers vruchten vry
wel met onzedamaskus pruimen o vereen kooi
e n ; de - Wilden maken *ër zoo veel werk.
van , dat z y omtrent de tyd dat deze vruchten
ryp beginnen te worden, de hoornen door
gewapende mannen dóen bewaken , om te beletten
dat de nabuurige ilruikrovers , dezelve
niet koomen afplukken ; . men noemt deze.
vruchten Anfe Pruimen.
I C H N E U M O N o f M an gou s -te ,
gemeenelyk R q t van P h a r o , o f E g y p t
i s c h e R ot genaamt J Mus Egypti. . Dit
is een klein dier dat genagelde pooten heeft,.
en tot het geflacht der Weezelen behoort,
men vint ze menigvuldig in Egypte , en op
de Bergen die Arabië van Egypte fcheiden: -
de Arabifche naam van dit dier is Garbua. De
lengte van deszelfs lichaam, aan hét einde van
den fn uit, . tot aan den oorfprong van den
Haart, is een voet en negen duimen, die van
den Haart meer als een en een half v o e t; zy-
ne voorHe pooten zyn omtrent v y f duimen
lang; de voeten, die men banden noemt, zyn
zeer k o r t , . en raken de aarde maar een wei- -
nig. De achterHe zyn veel langer. Zyn ge-
heele lichaam , uitgezondert den buik , j die
geelachtig ros is , is met hairen bedekt welke
van hunnen oorfprong tot aan hun uiteinde ,
witachtig en zwartaehtig gefchakeert zym De
lehneumon. heeft een langwerpig ho oft, een
koxtQvmuil; de openingyan. den.bek,is-, onder.
de fnuit geplaatfl, en is zeer klein; zyn tong;
tanden , en natuurlyke deelen koomen met
die der katten overeen , zyne knevels, zyn
zep- groot, en hy heeft ’er drie reijen; zyn
hair is zoo wreed als dat van den w o lf; zyne
ooren zyn kort en zacht: z y hebben gelyk de
voeten een vleefch kleur; zyne beenen zyn
zwart, en hy heeft v y f klaauwen aan de ach-
terfte pooten;.zyn Haart isdaug, vierkant en;
dik. ., Behalven het fondement, heeft dit dier
een zeer weide en ruige opening, welke zich
opent wanneer het heet is , ’t geen aanleiding
aan eenige Schryvers gegeeven. heeft om te'
zeggen dat dit dier een hermaphrodiet is ; het
wyfje werpt zoo veel jongen als de teef.,.
De lehneumon is de.vyand van de.Kroko--
dil, welkers eijeren hy verbreekt'; edoch zonder
dezelve te eeten: men zecht dat hy in d en.
buik der krokodil kruipt, wanneer dit dier:
flaapt, en het de lever knaagt : deze vyand—
fchap tegens de krokodil heeft het goddelyke
eere van .de Egyptenaaren doen verwerven.
De lehneumon kan de wint niet verdragen,
zoo ras dezelve begint te blazen,,wykt hy in
zyn hol; hy befchut zich met fpriugen tegens ■
de koude; hy is Hout „en. Helt zich in pofluur
wanneer hy . eenig ander dier z ie t; hy tafl groo—
te honden en zelfs kameelen aan; hy betoont-
veel afkeer voor de afpics en alle foorten van .
Hangen ; wanneer hy vechten w i l, 'heeft hy
de behendigheit om zich in de flyk te wen te- ■
len, om zich in het water te dompelen, e n ,
zich vervolgens in het fto f te wentelen, ’t
geen hy .dus in de zon laatdroogen , om zich t
nier d o or, een foort van harnas te volu men.
Schoon 3e lehneumon met moeite tam ge- -
maakt moet worden,.zoo voed men hen echter
in Egypte op , gelyk wy de katten doen ,;
en men verkoopt dezelve tc .Alexandrië. , De ■
Egyptifche lehneumon koomt in de gedaante•
met de Wezel overeen; hy heeft zelfs eenlee—
vendige en gemeenzame gedaante; hy fpeelt,
en dartelt met de menfehen., en zelfs beveiliger
als een hond ; echter als'hy e e t , is hy
boosaardig en.verraderlyk : alsdan gromt hy -
byna .gefladigg en valt met verwoedheit op
die geene aan die hem verontmflen willen r :
vermits hy de hoendereijeren bemint, en zyn .
muil zoo wyd niet is , dat hy ze ovérvatten
kan, zoo tracht hy ze te verbreken met hen in ;
de lucht te k a a t z e n .o f ze op honden ver--
fcheide wyzen over de ^arde te rollen; zo o .
hy een Heen omtrent zich ontdekt, zoo keert
hy ’ér den rug naar to e , zet zyn achterfle
pooten. wyd. van: elkaaderen, ,vat .het ei rpet { da,-
I C H N E U M O N .
de yoorfte, en werpt het dus onder door zyn
cmk, tegens den Heen aan Hukken.
Dit dier bedient zich alleen van zyne ach-
terlte pooten om voortcegaan; zyn en gang is
Springende : het zet zich op deze pooten neder
onder zynen onderbuik geplaatfl, en rufl
op zyne gebooge kniën , indiervoegen dat
-zyne voorHe pooten niet zichtbaar zyn. W y
■ hebben gezecht dat men deszelfs voorHe pooten
handen noemt, om dat h e t’er zich <mlyk
•de Relmuis van bedient om zyn voedzel te
neemen; zyne handen dienen hem mede om
water te fcheppen en om te drinken, derzel-
ver nagelen zyn omgckrömt. By gebrek van
eyeren voed het zich met graan en met een
wo^d* men zecht , Sefanus genoemt
Men ziet foorten van Ichneumons die veel
kleinder als het voorige foort zyn
Kolbe zecht dat die van dë Kaap de Goede
Hoop zoo groot als Katten zyn , dat hunne
gedaante die van de veldmuis evenaart, en
Hat hun lichaam met lange, Hevige, en met
zwart en geel gevlakte hairen bedekt i s ; zy
zyn zeer gemeen in de velden naby de Kaap'•
het zyn algemeene vernielders van Hangen en
vogelen; zy vergezellen de fretten gewillig
om de eyeren van deze dieren uittezuigen en
te ledigen. * 'v ö
P ? lehneumon van 'Cylon is zeer onzin-
n e lyk : hy zoekt alleen door flerk te ruiken
: hy wroet , in de aarde met het op-
perHe van zynen fnuit, die in het klein vry
wel naar die van een varken gelykt; zyn kop
gelykt naar die van de wezel; hy heeft veel
overeenkomfl met de vos door de kleur van
zyn hair: de puntvanzynen Haart is gekroeH,
en met rauwe en flekende hairen bezet. Hy
heeft eenen zeer wilden aart: hy byt verwoed,
en verfcheurt alles wat hy ontmoet
.Geduurende den dach is hy lui en flaapt in
zyn hol, uit welk hy des nachts al fnuffelen-
öe voortkoomt; hy klimt op de boomen, eet
IR Ipinnen, wormen en tedere wortelen der
boomen ; en keert met het opgaan der zon
naar zyn hol weder.
Dc lehneumon van Amerika , o f Tzmue-
patl, of Quasje der Amerikanen, koomt in
zeden en gedaante met die van Cylon vry
wel overeen. J *
Deze gieren konnen de koude niet weder-
Haan: zy flapen den geheelen dach, en wa-
Ken des nachts.
Men kan in de tuinen, van het Paleis der
Pmleries te Parys de afbeeldingen van den
lehneumon en het Nylpaard in gevecht met
I C H N E U M O N V L I E G E N . 491
de Krokodil zien, die alle in èen zelfde groep
vereenigt zyn, welke de Nyl en zyn veertien
Kleine kinderen verheelt: deze troep kinderen
, welke hooger en lager op den Nylgod
geplaatfl zyn, die op zyn Hroomkruik leent,
zyn zinnebeelden van de verfchillende aan-
waflchingen van den N y l , welke veertien
vademen hoog opflygt, en zoo voordeelig
yoo/ Egypte is. Op de marmere bedding van
deze groep ziet men mede de Lotus, een plant
van welke de Egyptenaaren een foort van
brood o f dunne koeken bakken ; eindelyk
ziet men ’er noch de Ibis, de Ichneumon, enz.
op geplaatfl.
dc Egyptenaaren aan het dier gegeven is , dat
w y in het voorige artikel befchreven hebben,
en door dit Volk Goddelyke eerbe wyzen waardig
gefchat wierd om de dienflen die hetzelve
hen bewees, met de eyeren der Krokodillen
te verbreken, is door de Natuurkundigen op
een geheel geflacht van vlugge en Houte vliegen
overgebracht die alleen van de jacht le-
J P en waar van verfcheide ons een groote
dienfl bewyzen, gelyk w y in ’ c vervolg zien
zullen. Deze vliegen zyn me.t twee flerke
tanden gewapent, en zy hebben vier vleugelen
; haare borfl is alleen met een dun draadje
aan haaren buik gehecht; zy hebben vry
lange fprieten die zy geftadig bewegen: 5t geen
hen mede den naam van PI ie gen met beween
genae fprieten heefc doen verkrygen; dit aan-
merkelyk kenmerk doet hen gemakkelyk van
alle andere Vliegen onderfcheiden. De be-
gunfligde jacht van de Ichneumons is die van
de fpinnekoppen, op welke zy als gieren ne-
derftorten. i
Het zou nutteloos en byna onmogelyk zyn
om de verfchillende foorten van Ichneumons
vliegen door te loopen. Het is genoeg dat
men weet dat haar getal verbazent groot is ,
dat men er van allerlei groote beeft , van die
der juffertjes a f tot het kleinfte foort van mui-
gèn toe. Het grootfle gedeelte der Ichneu-
mon vliegen heeft dezelve gedaante; haaren
. r* 1 1S* van I)0r^' door een klein draadje
gelcheiden, gelyk w y gezecht hebben; maar
net juffertje van de tuin weegluis is een uitzondering
op dezen regel. Ónder deze Ichneumons
vliegen hebben eenige geen zicht-
baare ftaarten , andere hebben ’ er een en
zelfs zomtyds zeer lange.
Het zyn de wyfjes van de lehneumon vliegen
welke van deze ftaarten voorzien zyn die
Q q q 2 J een