
der dik; het mannetje heeft mede twee man-
nelyke roeden die elkanderen volmaakt ge-
lyken, die ieder uit twee lange, en bolachtige
lichamen, zyn.te zamengeftelt, inwendig
vervult met zeer witte, harde en fpitze
doornen,, die. in dezelve ingeplant zyn,. en
haare punten zyn.in.verfchillende richtingen
gekeert..
Da wyfjes hebben twee ballen gelyk de
mannetjes, en van dezelfde gedaante, doch
z y zyn langer en dikker die ter zyden en
omtrent het achterfte gedeelté van de twee
lichamen der lyfmoeder geplaatft zyn-, welke
hunne opperklootjes en- zaadvaten. veel
korter als die der mannetjes hebben..-'"De
lyfmoeder begint met een vry dik lichaam,
uit twee fterke vliezen, zamengeftelt: haaren
mond, die wyd is,.opent zich gemakkelyk
om_te_gelyk.de twee roeden van het mannetje
in, de paaring te. ontyangen.. Dit lichaam
verdeelt zich. zeer naby deszelfs begin
in twee. kleine zakken, die uit zachte, dunne
en doorfchynende vliezen zyn te zamen-
■ geftelt; zy zetten zich zeer gemakkelyk uit
om een groot getal jonge Adders,. tot haare
volkomen groote, te bevatten. De Adder
is de eenigfte onder de Slangen niet die haare
lyfmoeder in twee. diergelyke lichamen ge-
fcheiden heeft, en die. ter wederzyden langs
de ingewanden loopen, die dezelve van elkanderen
fcheiden; want mert merkt het zelve
.in de Cpluber aan. Dus worden de eye-
r.en eerft in de heide lichamen der lyfmoeder
gefofmeert,. ieder met hun. klein vlies, overdekt
: indiervoegen dat alle die in het zelve
lichaam bevat zyn , gezamentlyk door een
zelfde vlies omwonden zyn ,. ’t geen - men
hun eyerhuis noemen kan ; z y - verkrygen
hier hunnen groei: de kleine Adders worden
in dezelven, geformeert en tot volkomenheit
gebracht,, en zy komen naar elkanderen door
dezelve weg ter weerelt, door welke het
mannelyke zaat. is, ingegaan. Men heeft alléén
aangemerkt, dat het rechter lichaam van
de lyfmoeder gewoonelyk.meer. met eyeren
en jonge Adders vervult is -als het linker;
dat het getal, der eyeren vry. ongelyk i s ; dat
’ ér. zomtyds twintig, v y f en-twintig., en
zomtyds. de helft minder.zyn; dat de jonge
Adders haare gedaante en volkomentheit 'in
het ei. verkrygen, in 't welk zy op een ver-
fchillende wyze gelegen zyn en-gekronkelt
liggen; dat z y ieder in haar-ei een foort van
nageboorte hebben, die aan haaren navel is
vaftgehecht, door welke- z y haar voedzel
krygen; dat.zy dezelve.by_ de geboorte met
zich trekken; dat zy ’er voor een gedeelte'
in bewonden zyn ; dat eindelyk haare moeder
haar hier van ontdoet, en haar reinigt
niet haar te lekken wanneer zy geboren zyn;.
Men weet dus niet op wat gfcont de Ouden,
die over de Adder gefchréven hebben, hunne
verhalen geveftigt hebben, wanneer z y
zeggen dat het mannetje by de paaring zyn-
kop in den bek van het wyfje fteekt, en ’er
zyn zaad inftort, dat hier door in de lyfmoeder
v a l t , alwaar Bet eerft de eyeren-
vormt, en vervolgens jonge Adders; dat het
wyfje zich gekittelt. voelende door deze
zaadftorting , met haare tanden de kop van
het mannetje afbyt; en dat de jonge Adders
by de geboorte, de lyfmoeder en de-zydeir
van haare moeder doorboeren • om ■ ter wee—
relt te komen, indiervoegen dat zy met haar
om het leven te brengen, in zekeren zin de
dood van haaren vader wreken..
De Adder kruipt langzaam, en ipringt
nooit; Wanneer men haar beledigt en haar
tergt, wort zyyerwoed-; én b y t , gelyk w y
gezecht hebben, zeer- diepe wonden; maar
z y taft nooit de menfehen noch groote dieren
aam, zoo men haar hier toe niet noodzaakt.
Z y rand alleen de kléine dieren aan,
die z y tot haar. voedzèl verflinde-n w il, gelyk
de Schorpioenen -, Kikvorféhen, Muizen
,. Mollen , Hagédifién , en diergelyke-
dieren ,. welke z y geheel', inzwelgt, na dat
zy hen met haar groote tanden gedood heeft-.
De dierelyke geeften huisveiten noch ver-
fcheide uuren in den kop- en andere deelen
van het lichaam van de Adder, na dat die
ge v ilt, de ingewanden ’er uitgehaalt zyn,
en-.ua dat het in verfcheiden ftukken- gefne-
den is- Dit veroorzaakt dat ’ér dé beweging
noch lang‘in-, duurt; dat de kop noch in ftaat
is om te. byten, en--dat deszelfs beet noch
zoo gevaarlyk is ,, als toen de-Adder no ch.
geheel was, en dat het hart zelfs nech eeni-
ge uuren klopt na dat het uk het- lichaam ge-
lcheurt is. De Adder looft weinig drek,
en zelfs geeft die geen ftank van zich ; in tegendeel
ruikt die van de Coluberzeer fterk.
De Adders maken geen hooien- in de aarde
gelyk de andere.-Slangen , om ’er zich in te
verbergen , maar. zy verbergen ■ zich doorgaans
onder fteenen o f onder vervallen gebouwen
, alwaar zy dikwyls in- groot ®etal
op. een geftapelt en in-elkanderen gevlochten
zyn. Wanneer hét.fchoon weder is , verbergen
z y zich onder de ftruiken en bladryke
planten.' Z y paaren doorgaans twee malen
in ’t jaar; in het begin van Maart, en. ia
A u -
Auguftus , en zy dragen haare jongen vier o f
v y f maanden. , ,
De Heer Charas heeft ondervonden, dat
de tabak en deszelfs olie , de Colubers zpó
wel als de Adders doet fterven. De Adder
kan een groot uur in brandewyn leven zonder
te verflikken: wy zagen op zekeren tyd
dat twee Adders elkanderen noch beten, na
dat z y vier uuren door brandewyn bedekt
geweeft waren.-
Men heeft byna Overal Adders y op Mal-
tba, in Griekenland, Egypte, A z ia , Italië,
Spanje, Portugal en Engeland. Z y onthouden
zich op bergachtige, fteenachtige, en
drooge plaatzen, maar men vint haar nooit
op plaatzen die kort aan zee’ gelegen zyn.
Het is valfch, dat de Adders zich met de
Lampreyen vermengen, gelyk de Ouden gezecht
hebben. Vermits zy zich niet gewillig
in het water begeven, zoo-zyn het geen
dieren van beiderlei leven5. Wanneer zy
verwoed zyn, zoo blazen zy-. Men verzekert
dat men Adders - gezien heeft die twee
fta a r ten en andere die twee hoofden hadden**
EieenfchappeW van! de Adder in de
*_ Geneeskonft.
De Adder verfchaft veel geneesmiddelen:
men bedient zich van dezelve om het vergift
te wederftaan , om het bloed te zuiveren,
voor de melaatéheit, fchurft, kropgezwellen,
en in de kwaadaartige en befmettelyke
koortzen. Het fchynt dat de voornaamfte
kracht der Adders beftaat om den■ omloop
van het bloed en deszelfs vermenging te bevorderen
,• de waterachtige verdikkingen te
de Adders zoo nuttig in de Geneeskonft maken.,
De oude Geneesheeren deden langen tyd
de Adders by wyze van vifch, op den rooster
ontbinden , en door dit middel de klieren
van deze grove en verftoppetfde Vochten te
ontladen, die , wanneer zy zich in dezelve
zetten, en ’er lcherp worden, een meenigfe
huitziektens veroorzaken , aan welke men'
de naam van fchurft en melaatsheit geeft.
Men- is ■ deze heilzame uitwerkzelen aan het
vlugge en' zeer doordringende zout verfchul-
digt,. ’t.geen de'Adders in-groote meenigte
in zich bevatten ,- en dat van de Hagediffen
en Mollen voortkomt, met welke zy zich
voeden: want men weet, dat wanneer deze
dieren in de maag ontbonden'zyn , zy een
meenigte vlugge deeltjes verfchaffen, en het is
hier in , dat het verfchil, van het vleefch der
Adders, met dat der Slangen gelegen is , die,
alleen van kruiden en groente levende, zeer
verwydert.zyn.yan de eigenfehappen die ons
gebraden, eeten; zy fchreven een lang-
tydig gebruik van de Adderen wyn voo r , en
zy genazen door dit middel de- verfchrikke-
lyklte en hardnekkigfle kwalen : gelyk de
melaatsheit. * *
De eenvoudigfle en te gelyk de befte bereidingen
der Adders, zyn afkookzels, ge-
leyen, do firo.pen en de Adder wyn.
Men droogt het hart en de lever van de
Adders in de zon-: floot dezelve te zamen,
en men noemt dit poeder Bezoardicim animale.
Het heeft dezelve krachten als het
lichaam der Adders; uien geeft het met
vleefchnat o f eenig ander voegzaam vocht in.
De Scheiktfnft levert verfcheide andere bereidingen
u i t ,- die- onder oen- verfchiUende
gedaante , dezelve eigenfehappen bezitten:
dus zyn het overgehaalde water, de geeft ,•
-het-vlugge zout, en de olie der Adders. De'
geeft en het vlugge.zout zyn de gebruikelyk-'
fte geneesmiddelen die de overhaling van de-
Adders verfchaft.- Z y bezitten | alleen de
wezentlykfte krachten van het dier. Men-
gebruikt dezelve in de kinderpokken , be-
roertheit, kwaadaartige koortzen, vallende
ziekte ,r lammigheit, moederkwalen, en te-
gens alle boeten van vergiftige dieren*
Het vet o f reuzel van de Adder is een uit-
nement middel in-de ongemakken der zenuw-'
achtige deelen, byzonder der gewrichten,
die uit oenige uitwendige- oorzaken ontftaan y
gelyk kneuzingen, ■ wonden ,- fteken, en andere
diergelyke toevallen*- Dit vet kan in
plaats van de beroemfte oogzalven tegens
de ongemakken- der oogen gebruikt worden.-
Wanneer- maar alleen vereifcht wort om het
gezicht te verfterken, en de te overvloedige
vochten te verdryven die in de oogen vallen ,-
en dezelve hinderlyk zyn , zoo vergenoegt
men zich om de oogleden met dit fmee-rzel
te ftryken. Maar wanneer men dringender-
ongemakken verdryven w il, zoo moet men
een droppel of-twee van het zelve in het oog;
laaten vloeijen. Dit is een uitmuntent af-
yeegent,- zuiverent en genezent middel : het
is een onfeilbaar middel voor de vlekken,
fchellen , en vliesachtige uitwaden der oogen
die de-kinderpokken zomtyds achter-laaten.
D it vet heeft dit byzonder, fchoon het zoo
vloeibaar als olie is , dat het, wanneer het
eenige tyd in het oog geweeft is , ’er zeer
dik weder uitkoomt, en in de gedaante van
E 3