
$£0 BOOMSVEILSG: BO OM W A A R U IT M EN .OLIE TR : BOOM-UIL. BOON,
le'n zoo dun als hairen, en met kleine wratten
o f knobbeltjes bezet, die niets;anders^als
de indrukzelen der bladeren zyn die alle jaa-
ten afvallen: hy is zeer .breekbaar, en heeft
een-zoeten kruidachtigen fmaak , dieniets
onaangenaams heeft hy fchiet bladeren uit
die naar die van-de mannetjes varen, gelyken,
maar veel kleinder, en tot aan de ribben in
lange fihalle flroken ingefnedenzyn, aan de
aehterzyde met een aanklevent ftof bedekt,
dat roodachtig en op-kleine hoopjes by een
gefchikt- is. • Dit fto f is , volgens de Heer
Toumefort, die het zelve met een microscoop
onderzocht heeft , een-verzameling van de
vruchten dezer plant: dit zyn ronde' fchel-
pen die' zich op de wyze van een favonet-
doos, in twee deelen openen , en laten uit
haare < holligheit eenige kleine , geele zaden
vallen, -die devgedaante van een nier hebben,
ten naaflen by gelyk die van het Bourgon-
diefch-hooi.
Men -bedient zich voornamentlyk van haare^
wortelen in de Geneeskonfl: men fcliat die*
welke óm. de voeten der Eikenboomen, o f
om de plaats daar den boom zich verdeelt,
geflingert v in t : men verkiefl die welke het
gevoedfle fchynen, inwendig rond, en van
hunne- vezelen' ontbloot zyn. Deze plant is
het geheele jaai*.door groen, en kan in alle
j-aargetyden ingezamelt Worden. In het begin
van de lente fchieten zy nieuwe bladeren.
u it: men plaatft dezen wortel’onder de
opdroogende en zamentrekkende middelen ;
het is een goed middel tegens de leverziek-
tens. Hy wort aan den Rhyn en Moezel,
tegens de jicht gebruikt : men bedient zich
van den zei ven met vrucht inde drooge hoeft.
B O O M S V E I L S G O M , Gummi He-
dera. De Kooplieden in Drogeryen geven
dezen naam 'aan de harft van de Klimop.
Zie dit woort infbet artikel K l im o p .
B O O M W A A R U I T M E N O L IE
T R E K T . Dezen boom wert in China.
TJon -chu genaamt. By den eerften opflag-
gelykt hy naar een Noteboom: zyne nooten
zyn inet èéne eenigzinsdikachtigen olie vervult
, die niet ‘èen ölieachtig vleefch vermengt
is , dat ïiien flerk indrukt.
' Men maakt van dezen olie als van een
vernis gébruik. Men kookt hem met fchuim
van goud, én flrykt hem dus 'Over het .hout
dat hy voor het water befchut: mén gebruikt
hem medé op het houtwerk in de vertrekken
, dat door dit middel, fraai en blinkende
wort. Men mengt kleuren' onder
dezen olie wanneer men de vertrekken be*
fchilderen wip; en na dat men de befchotten
met een hier toe bereide deeg beflrefcem
heeft, lecht men ’er den olie op. De glans
van deze vernis .evenaart byna die van den
rjt-chu. Zie V e r n i s b o o m .
Deze olie inwendig gebruikt ,, is fchade-
lyk , waar van men voorbeelden gezien heeft.
Op de bergen van China groeit natuurlyk
een ander foort van boom, welkers-vruchten
groene beziën., van een onregelmatige gedaante
zyn , die een foort van kraakbeenige
pitten bevatten. Wanneer deze vruchten
éenigen tyd bewaart worden ,r geven. zy eën
meenigte uitmuntenden olie uit, die de befte
van geheel China is. .
B O O M - U I L . Ulula, een nachtvogel,
of,foort van Uil die zich in de holle hoornen
onthoud : hy heeft de groote van een hen.
Zyn vederen zyn afchverwig en met,zwart
gefchakeert: zyrie pooten zyn met vederen'
t-ot .aan dejdaauwen bezet die afchyerwig en
gekromt zyn. De bék is krom en blinkende.
Hy fluit zyne oogen alleen met het b’ovenfle
ooglid; zyn Oogen zyn zwart, en met kleine
witte vederen omringt :xzyn kop is van een
verbazende groote., en wel met vederen be-
xzet. Zie de woorden K a t -U i l , U i l ; enzK
B O O N , Faba. Deze naam kan men aan.
verfcheide foorten van kernen der peulvruchten
geven : w y zullen hen' alle «onder dé-
groote' o f Röomfche boonen ■ , en de kleine,
o f witte boontjes by een trekken.
De G r o o t e o f R o o m s ch e B óo-
n e n ,. Faba major- vulgaris , dit zyn zeef
békende peulvruchten 1, en die men in dé.
tuinen en op de velden aankweekt, de wortel
Van haare: plant ’ is voor een 'gedeelte
recht en voor een 'gedeelte kruipende , en
met knobbels en' vezelen bezet-: haare ftee-
len zyn drie'voeten ho og, vierkant, in-,
wendig hol ', en mét verfcheide ribben bezet,
die ; óp ëenigen afftand van elkandefen
te voorfchyn komen, aan welke paaren van
langwerpige bladeren vaflgehecht zyn , die
eetngzins gèront, wat dikachtig, blaauw-
achtig , geadert _ en glad z y n ; -haare bloe--
mèh zyn langwerpig', zomtyds van een vfit-
achtige f kleur-y-met zwarte vlakken getee-5
ként, zomtyds purpèrachtig etl 'zwartachtig p
op'dezelve volgén peulen , die lang p dik ,'
vleezig, - cn ieder uit twee fch ellen zatneh-'-
geflelt
B O O R H O R E N T J E *
®êffelt zyn, die vyf,groote platachtige boonen
bevatten, die langwerpig, igewoonelyk
w i t , maar zomtyds rood'.,. en purperachtig,
zyn , ihet een lange en zwarte flreep aan het
uiteinde, met welk zy aan de fcheede vaft-
gehecht zyn ; de. baft -van. deze boon is dik
en taai ; deszelfs., inwendigef zelfitandigheit
gedróogt zynde , . is hard , ’ en fcheid zich
ïichtelyk in twee deelen;:, men befpeurt dan,
^an een der. twee uitéindens , de gedaante
van een jong plantje..
De K l e in e . B o o n t j e s , Faba minor,
deze moet men, gelyk zommigé doen, met
de Klimboonen niet verwarren, ( zie dit woort Éj
zy verfchillen , van de voorgaande,. alleen
door liaare kleinheit, en om dat zy ,meer
bladeren., bloemen en vruchten vóórtbrengen:
deze boontjes zyn- witachtig,,, geelachtig,
o f zwart: men kweekt haar op de velden
aan..
r. De wortelen, 'bladeren, bloemen, peulen'
emzaaden der Groote Boonen. werden in de
Geneeskonfl gebruikt. . De- boonen- worden,
groen, o f ryp gegeten.. Ifidorus wil liv. 17.
origin. bhap, 4, dat de boonen de eerfle pluk-
Vruchten" géweefl zyn van welke de men-
fehen. gebruik gemaaltt hebben. Plinius zecht
4at men. bézocht heeft om;’er brood, van te
bakken. De boonen zyn winderig', en geven
een. te grof voedzel voor. lieden van een.
.teedere g.efleltheit ;: zy die zwaren. arbeid'
verrichten moeten, konnen ’ er zich aan ge-f
w en n enB e tfo on en die. aan kolyk,, hooft-?
pyn èn darmkrimpingen onderworpen- zyn ,:
moeten, ’ér. zich. van Onthouden. Men dient?
altoos op de befte tafels Boonen voor zoo:
lang-zy noch groen zyn; men bereid dezelve
op verfcheide wyzen, na. dat men ’ er de bas--'
tén -afgedaan heeft,. onu haar malfchèr te:
maken. Het meel-der gepelde Boonen^ dat
door flampen gemaakt is , behoort onder de
vier o ploffen de meelen;, welke ,zyn., meel
van G a r ftk le in e Wikken , Fygeboonen en-
gemeenè Boonen : men. plaatft het meel der,
Boemcn mede onder die middelen welke de
gebreken, der huit genezen.. In de Apothekers
winkels heeft men een water dat van de
bloemen der Boonen.geflookt wort, ’ t.geen
nuttig is , om-hét vel zacht en-zuiver te maken.
De Egyptenaren befchouwden de Boonen
als onrein,. en hunne Rrieflers. onthiel—
b o o r v l i e g ; B O O R T O R , i^ r
den zich van dezelve. De Boonen dienden
voormaals tot het opnemen der flemmen in
het verkiezen van Magiftraats Perfo onen. *
B O O N K R U ID , zie K e u l e .
.B Q O R H O R E N T J E , Anomites. Mën
geeft mede aan deze.tweefchelpige fchelp den
naam-'-van Haan en Hené/zy fchynt tot het
geflacht van: de. Oëfters.te:- behooren , en -is ^
gevvoonelyk uit gladda fchelpen zamengeftelt.,,
van welke de eene veel kleinder. als de andere
is; de groote die de ohderfte. is , heeft een
kleine bek die een weinig, om de andere omgebogen
is: dezen bek ds: met een gat door--
boort: dus zyn de Boor bar entjes der zee-? die
men- tans im de verzamelingen der delfbaare
lichaamen ziet. Men vint veel delfbaare
Boorhorentjes-, dat is te. zeggen delfbaare
Anomites;.msLQ.r z y zyn gewoonelyk geftreeptr:
de verfcheidenheden van deze delfbaare fchel--
pen zyn. zeer talryk, en. zeer gelyk vormig in
ieder foort.' : Men heeft ’ér, zecht -de Heef
Ber.trand, .die.rond; andere die in het midden
als opgeblazen; zyn ;. andere die plat ■ zyn
andere?langwerpig:;* andere gevoort :ën glad,,
o f geftreept;..andere hebben open vakken die‘
meer o f min diep zyn,, o f zyn dubbelt, o f
hebben drie o oren- o f kwabben, even- o f zy
befchadigt waren ;, andere zyn omtrent den-
bek. in. lengte 'u i t g e r e k to f inv de gedaante^
van vleugelen uitgebreid,:. eindelyk- vint men’
’er, welkers flrepen eenvoudig- o f met flralen-
gemengt zyn die breeder en'dieper zyn , ge--
lyk de -geribde fchelpen. Eenige denken dat
de Hyftberoliten noten van de groote Boor-;
horens zyn.. Zie dit woort..
. B O O R o f ZA A G V L IE G , een gevleu-*
geit infedl,. van welk de Heer Lihnizus acht
en • twintig foort en optelt, onder- den geflacht--
naam- van. Tenthedro zie het artikel Z a a g-
VLi-EG, achter het woort V l ie g .
B O O R T O R , dit is een zeer fraije Tor,
die men.-dikwyls in.de Hammen der vermolmde
boomen,. en onder de fchorflen der oude
boomen vint:. h y is plat, en wanneer men•
hem ’• aangrypt, trekt hy zyne- pooten onder
het lichaam , - en bl-yft zoo volmaakt flil leg- -
gen;dat men denken zou dat hy dood was.-
' Zyn geheele lichaam-beftaat uit een zwarte
grond:
*' Deze gewoonte heeft noch plaats in dé-Stad-Rotterdam,, waar van dén-naam. van Boonbeeren ooi--
fpronkeiyk is*, i