
G E E R S T -E E T E R . GEGRr W E LW
tig fchreden lang z yn : men wil- dat wanneer
hy iemand in zynen wech ontmoete, hy "hem ,
doorbooren zou: zyn vleefch is van een goeden
fmaak zoo hy van de . vruchten van-den
Mancelinier niet gegeeten heeft: zie ditwoort^
?x. geen men in dezen visch ontdekken kan,
want zoo- zyne tanden niet wit zyn.,. zoo is
h-y zeer gevaarlyk. De Geep van de Kaap* de
Goede Hoop gelykt byna geheel naar de Eur
xopifche..
G E 'E R S T , zie- G ie r s t .
• G E E R S T - E E T E R o f G E E R S T -
V O G E L ; een trekvogel, die in ’t latyn
jyiiliaris genoemt word : de Boeren vangen
veel van-deze vogelen in de lente, inde -vlakten
s die naby de bergen en boffchen zyn : zy-
• ne-vederen koomen met die van den. Leeuwer
ik overeen : hy is grooter als de gekuifde
Leeuwrik : zynen bek is^-kortdik , en aan
de- boven zyde verheven: het onderftuk is
tenwederzyden uitgefneden. Men heeft geen
eene vogel welke een gefpletèn b e k g e ly
k de Geerft-eeter- heeft.. De buik van dezen
vogel is bleek , en een weinig met bruin
feipikkelt; hy zet zich zeldzaam op de taken
, maar onthoud zich: gewoonelyk op de
aarde; hy leeft in- de* weiden * op de-oevers
der waters: hy bemint de garft en gierft; hy
-■ maakt zynen nefl in de velden die met haver
engerft bezaait zyn * o f in de weiden * enz.
* Wanneer-hy vliegt, zoo trekt hy zyn pooten
niet in , gelyk andere vogels, en hy beweegt
-dïkwyls en onregelmatig zyne vleugelen.
Men melte voormaals deze vogelen, te Rome
met gierft: en men diende hen. op feeften
voor..
G E E S Z E L S T A A R T , zie C q r d ï -
1.US.
- G E F I G U R E E R D E S T E E N E S *
zie L ajpis F ig -u.r a t a .
G E G R A V E N W E R V E L B E E N D
E R E N , Wertebra Faffiies. Men-geeft dezen
naam aan de Entroques. De wervelbeenderen:
der viffch en werden lehtèyoepondyles-,
en de wervelbeenderen van de Ammonshoor-
nzn SpondyloiiibetsrgQnoemx.^
G E H O O R N D E V L E D E R M U I S t ,
zie, A n d i -j . a . G ü.a c .h ü ^
j G E H U T HL D it ik een Boom die.in Inr-
GEHUPH. GEITJE. G E IT E N B A A R T .
diën hoog gefchat w o rd : zyn fchors is geel
en faffraanachtig;' zyne takken zyn klein, én
zyne bladeren kort; zyn Vrucht is rond , en
zoo groot als een kaatsbal ; de Indiaanen van
het Eiland Sumatra-, noemen deze vrucht Perzik
.v.an T ra p o b a n a Z y bevat een. kern o f
amandel.,, welkers pit zeer bitter is , en de-
finaak van angelika wortel, heeft: men trekt
’er een olie uit die van-yeel gebruik in dit
land is ;; z y ftilt dendor ft, geneeft de ziek-
.tens die uit verftoppingen ontflaan, ei^z. Uit
dezen boom vloeit mede een gom die dezelve,
•eigenfchappen. als den. olie bezit..
G E I T , zie B ok-
- G E U T J E , Hcedus, Men geeft deze aan
de jonge Bokjes,. wanneer zy niet meer als.
zes maanden oud zyn*., zy, zyn zeer. goed. tot.
fpyze.. Zie op het woord B o.rt:.
G E L T C Wilde > Zie G em s .
G E I T E N B A A R T . R e in e t t e , Ul~
maria, een plant die overvloedig naby alle
waterryke plaatzen groeit: haaren wortel is
vry dik* zoo lang als een vinger, welriekende,,
uitwendig, zwartachtig., inwendig roodachtig;*
en, is met vezelen b e ze t; haare fteel.
is drie.voeten hoog, recht,, geknoopt,, glad,,
roodachtig, ftevig,.hol en getakt;.> haare.-bladeren?
zyn.beurtel-ingfeh geplaatft en uit ver-
fcheide andere langwerpige blaadjes- zamen—
geftelt, die aan hunne randen ge tant,. aan de
boven zyde groen, gelyk die der Olmen ,, en.
aan de ander zyde. witachtig z yn . Haare bloemen
die in J.uny en July. te voorfchyn-koo-
men, zyn,klein, in.troffen aan de toppen der
fteelen en takken by een^vergadert, uit ver-
fcheide witte blaadjes zamengeftelt,die roos-
wys, gefchikt zyn , en. een aangename reuk
hebben , welke die van de bloemen van den.
wynftok evenaaren. Op deze bloem- volgt
een vrucht die uit verfcheidé gedraaide fche—
den is te.zamengeftelt, welke, op de wyze van:
een hooft hy een, gefchikt z yn : iedere fchede
bevat een vry. klein zaad». Deze vracht werd;
in den herfft ryp.
De bladeren,van de. Geitenbaart- hebben de:
fmaak van ziltig en lymerig kruid: de gehée—
le plant is zweetdryvende,- hardfterkende,,
en wondhelende ;, het afkookzel- van haaien
wortel is zeer nuttig in de kw-aadaartige
koortzen* en om-de verzweeringente zuiveren
t de jonge blaadjes^* en de bloemen van'
deze plant,, in. wyn ^ bier.of meede afgetrokrkem
©
G E I T E N M E L K E R . G E I T E NIS R U IT .- GEK..
k en , geeven aan- hetzelve een aangename
fmaak en reuk , die dezelve naar de Candi-
aanfche wyn doet gelyken , welke onder de
naam van Malvoizy wyn bekent is.
G E I T E B L A D * zie K am p e r f o e l
i e .
• G E I T E N M E L K E R , Caprimulgus-,
dit is de naam- van een. nachtvogel die de
•groQte .van den. Koekkoek h e e ft: het gèluit
dat hy maakt is een gekor dat noch onaangenaam
, noch verfchrikkelyk is : dezen vogel
aaft óp groote en kleine infedten..
* De GEiTENMELKE:R, zecht^/im,heeft
tien duimen lengte , en .vier en twintig duimen
vlucht; zynen kop is breed; enden bek
by uitftek klein, en. een weinig- gekromt, zyn
mond is groot en wyd ,zoo als mede de keel;
de neusgaaten en de baart, zyn * in plaats van
met vederen,. met een- fbort van varkensborstels
bezet,, die hem, volgens den Heer Lin-
-nceusydienen, om des te gemakkelyker zynen
prooi te konnen. yermeefteren-:. het onderfte
. gedeelte van. zyn lichaam is met zwartachtir
g e , bleeke en. afgebrooke ftreepen gefcha-
keer-t: het achterfte gedeelte van het hooft is
van de kleur van effchenhout, en, is met bruin
gefpikkelt, en met zwart gewolkt.:; de. ftaart
heeft v y f duimen lengte , en dezelve kleur als
den rug en vleugelen, benevens driehoekige
zwarte en vuurkleurige baaren , die dwars
over dezelve Loopen * en aan het bovengedeelte
eindigen;, hy is met. zwart en rood gefpikkelt;
de bouten- zyn klein en dicht met
vederen van. een roode bruine kleur bezet;
de klaauwen zyn zwart en klein; de vingers
met een vlies tot aan het. eerfte zamenvoeg-
zel aan. een gehecht den: inwendigen rand
van de klaauw is. kleverig, gelyk die van den
Reiger.,
Dezen vogel lecht zyne eijeren , die. lang,
w it, en met zwart gefpikkelt zyn ; in het
eerfte hol dat hy in de aarde vind ; hy bebroed
dezelve in, dezen neft, die door het geval
zamen geftelt is ; en. wanneer, men hem
fto o r t, brengt hy zyne jongen elders heen::,
men ziet een menigte van deze. vogelen in het
bofch van Eppingen in Engeland. Men- on~
derfcheid de mannetjes van de wyfjes , om
dat eenige toppen van hunne vederen witzyn;
zyne oogen zyn zeer g r o o t e n zyne. pennen,
flap en -gelyk.
\ Klein maakt van verfcheide fborten van
Geitenmelkers gewach. Catesby zecht dat de
tucht. in. Carolina voor den regen met déze
vogelen, vervult i s : het is als. dan- dat zy'de
vliegpn- en torren vervolgen ; .^de ftaart vair
den Geitenmelker van Carolina, is veel
langer als die- van dit foort van vogelen in
. ons land : hy heeft geele vlakken aan den
hals en op de vleugelen-
De He.er Slome maakt mede gewach van
.een Geitenmelker van Jamaïka; hy is klein
en van een bleeke kleur die met bruin ge-
fchakeert is- De Heer Linn'ms. plaatft do
. Geitenmelkers in het geflacht der Zwaluwen;,
de ftaart van dezen vogel is regelmatig.. Mén
w il dat déze vogel op Candia dé ftallen der
Geiten zoekt om deze dieren te zoogen , om
dat hy zeer gretig naar melk i s ; en dkt hier
van de naam van Geitenmelker voortgekoo-
men is : doch deze byzonderheit vereifcht
nader beveiliging., ' -
G E I T E N R U I T , Galega , dit fs een
plant, die natuurlyk in Italië op vochtige en
vette plaatzen. g ro e it,- maar die wy in onze-
tuinen aankweeken,. Haare wortelen zyn.
dun, kruipende, en eenige fchieten alle jaa-
ren in de lente weder uitr haare fteelen zyn
gevoort,, drie voeten hoog , hol en getakt
haare bladeren gelyken naar die der wikken §
zy zyn met een kleine zachte doorn aan hun
uiteinde bezet: haare bloemen vormen een
lange air ; zy zyn af hangende’ ,. gelyken naar
die der peulvruchten., en hebben een blaauw-
achtige kleur op dezelve volgen rondachtige
fc h e d è n d fe dik en. langwerpig zyn , en
verfcheide langwerpige en nierswyze zaadën
bevatten. Dezè plant is- een zeer. beroemt
zweetdryv.ent middel tegens het vergift der
peftziekte, vallende ziekte, beeten der flan-
gen . en tegens de navelwormen.:, men.fchryft:
haar in een afziedzel voor».
G E K * o f É E N D M E T ' E E N N A A U W E ’N
b e k , Jlultus. Een water Vogel die dus om
de. gedaante van zynen bek genoemd word,
en Gek om. dat hy zich met de hand laat gry-
pen wanneer hy zich op het rondhout der
fchepen neder zet welke h y in zee ontmoet.
De Gek. gelykt dbör zynen bek, groote en
gebaarden naar onze Ravens ;.'zynen bek. is
aan de zyden getant o f zaagwys;. zyn vleugelen
en. rug. zyn met graauwe vederen , en
den. gebeden, buik. is met witte vederen bezet.;
dé vier vingeren van zyne pooten zyn
gepalmt op de wyze van die der. eendvogels:
hy zwemt zeer wel * hy flaat met de vleugelen
onder ’t vliegen , en houd zich volmaakt
in de lucht op; hy voed zich met vifTchemdie-
X x . 3, hy