
dringende , het bloed langzamerhand doet
Rremmén en den omloop ophouden., waar
door de dood veroorzaakt w o r t , zoo men
hy tyds geem hulpmiddelen gebruikt. Dit
uitwerkzel heeft veel overeenkomt met het
geen gebeurt wanneer men , uit weetluR,
eenig zuur vocht, in een ader van een hond
o f ander dier infpuit; want weinig tyd hierna
krygt hy Ruiptrekkingen en Rerft.
De geneesmiddelen tegens de beet der Ad- •
der , b e t aan in inwendige en . uitwendige. ■
De uitwendige zyn om zonder verzuim aan—
Ronds het gekwetfte d e e l z o o men kan-; te
•binden, en de band Rerk.te doen knellen,
om het vergift te beletten door te dringen:
maar wanneer het gebeten deel niet gebonden
kan worden, zoo. moet ..men ’er op het
©ogenblik, het hooft van de Adder die de
beet toegebracht heeft ^ opleggen , na dat
men het zelve verplettert heeft; o f wanneer
men dit niet bekomen kan; dat van een andere
Adder ; o f weKmaakt men een mes o f
ander frak yzer gloeijende , ,èn men houd
het zelve zoo naby als zulks mogelyk is , om ■
de hitte zoo Rerk te doen gevoelen'als men
kan; o f men Reekt eenig buspoeder op de ■
wond in brand ,. o f eindelyk men kopt de -
w on d ,'en men legt ’er therjakel, o f knoflook
en armoniakzout te zamen geRooten,
op.D
eze uitwendige hulpmiddelen konnen de
poriën van de wond openen, en ’ér de vergiftige
geeRen doen uitvloeijéri; .maar men
moet aanmerken dat dit foort van hulpmiddelen
op het oogenblik in ’ t werk moeten
gellelt worden, zoo ras. de beet gedaan i s : -
want zoo men het vergift tyd geiaaten heeft
om in de ,vaten van het lichaam intedringen,
zoo zyn z y nutteloos, want dit vergift keert
naar de wonde niet weder , welk eene ope-
ning der poriën deze, geneesmiddelen bok kon- -
nen uitwerken...
Schoon de ■ uitwendige hulpmiddelen- in
deze gelegentheit niet moeten veronacht—
zaamt worden, Zoo zyn z y echter van een
gering n u t, in vergelyking vair die welke
men inwendig moet doen gebruiken : want
vermits het vergift van de Adder zeer door-
dringent is , zoo dringt ?ér altoos een gedeelte
van in het bloed, welke voorzorgen
men ook gebruikt om dit te beletten, en net
naar .buiten te trekken,.. Men moerde lyder
hierom geneesmiddelen ingeven die het bloed
en andere geRremde-vochten ontbinden konnen;
.dërzelver omvloeijing bevorderen, en
door. de ;iüt.wazeming en . waterloozing dat
géén ui.ttedryven , dat van het vergift van dé-
Adder noch overig zyn mocht.. ,r
De vlugge zouten der dieren, konnen hier
aan voldoen, om dat z y alkaliën, uitzettent,
zweetdryvent en waterafzettent zyn ; dat
van de Adder is boven alle te fchatten, vermits'dit
het doordringende is; maar by gebrek
van dit kan men dat van hartshoorn,-
pis,, o f van het menfchelyk bekkeneel nemén.
De th e r ia k e lm its hy oud ïs , kan'
mede met nut tegens-deze kwaal gebruikt
worden,.om dat dezelve uit,inmengzels za-
mengeflelt is , die voor het grpotRe gedeelte •
verdunnent én .uitzettende zyn ; maar wanneer
zy. noch verfch is , kan men zich van
dezelve in deze gelegentheit mét geen vrucht
bedienen , om dat de opium die dezelve bev
a t, noch ..niet genoeg door- de gilling verdunt
is .,
Men heeft ' zedêrt éenigé jaaren in Engeland
de o ly f olie alleen voorgeRelt, met
welke men eenvoudig het gebeten.-déél'Roven
moet, en zoo de wond diep is , zoo bedekt
men het geheele gekwetRe deel met een
fmeerzalf die uit lootwit en deze olie. is za--
mengeRelt; maar dit geneesmiddel, dat dóór
de Heeren Geofroi en Hünauld onderzocht
is-, .en welkers proeven* men in de Gedenk-
fchriften van de Koninglyke Akademie der
JVetenfchappen van Parys van het jaar 1737.
v in t , is zoo zeker niet bevonden als men
voorgaf.
Voor ft .overige is ’ér geen krachtiger én
fpoediger geneesmiddel tegen het vergift def
Adders, als de vlugge zouten, gelyk zulks
op een. ontegenzeggelyke wyze bewezen
wo rt, door de hiRorie die men léeR in de
Gedenkfchriften van de Paryfche Akademie
van het jaar. 174.7. en welke ons te gelyk dé
wyze aan de hand geeft. op. w elkè men dezelve
gebruiken m oet., t
Den 23 July 1747. bevon-t- zich den door-
luchtigen Heer Bernard de y'ujjieu op dè
heuvelen van Montmorency met zyne leerlingen
om kruiden te zoeken , een hunnèr
greep met de hand een Slang aan , die hyI
voor een ..Coluber aanzag:, en die wezentlyk :
een Adder^ was. Het vergramde dier , beet
hem op drie verfcheidé plaatzen: te weten
in den duim , „en de voorRe vinger van de
rechterhand, en in den duim van de linker- •
hand; hy gevoelde byna aanRónds een ver-
dooving in de vingeren, en z y zwollen op.,.
De zwelling fpreide zich over de hand uit,
en wiert zoo aanmerkelyk dik , dat hy de
vingeren niet meer buigen k o n ., Het was in |
deze&
A D D E R . A D D E R . 3d
dezen Raat dat men hem by de Heer de Jus-
feu bracht die eenige honderde fchreden van
d eze plaats verwydert was. De befchou-
wing van het dier deet hem aanRónds het
.zelve voor een krachtige en Rerke Adder
.herkennen.; en de gebetene die beangR was,
wiert geruR geRelt door de hoop van een
fpoedige en zekere genezing. Inderdaat, de
Heer de Juffieu was volkomen overtuigt,
zoo wel door oyerweginge , als door een
groot getal proeven met dieren genomen,
dat het vlugge alkaline zout in deze gele-
gentheden een zeker geneesmiddel is , mits
het fpoedig gebruikt wort. Hy had gelukkig
een vlefchje met Eau de Luce by zig , dat,
•gelyk men w eet, niets anders is als een bereiding
van vlug alkaliën zout, dat met olie
van barnRëen yereenigt is ; hy deet de zieke
zes droppen in een glas met water innemen,
en goot zoo veel op iedere wond als genoeg
was om dezelve te walïchen en te wryven.
Het was toen een uur na de middag, en het
weder zeer heet; omtrent nVee uuren klaagde
de zieke oven pyn aan het hart, en viel
in zwym: men wilde een band om de réchter
arm leggen^ die zeer gezwollen was,
•doch de Heer dzjuffieu verhinderde dit, en
-een tweede gifte van het zelve hulpmiddel in
wyn deet de flauwte verdryven. Toen verzocht
de zieke om naar de plaats gebracht te
. worden alwaar hy. de nacht zou doorbrengen,
’ t geen1 aanRónds door twee Studenten
4n de GeneeskonR wiert ter uitvoer gebracht,
die pp zich namen o inyoo r hem te
-zorgen, en hem het zelve geneesmiddel in te
geven , zoo hy weder eenige flauwte krygen
mocht: hy kreeg ?er inderdaat twee op den
weg ; wanneer hy in,het bed was, bevond,
-hy zich zeer ongeRelt, g a f zelfs eenige tee-
kenen van ylhoofdigheit, en braakten al de
fpyze uit die hy dien middag.gebruikt had;
maar alle deze toevallen weken voor eenige
nieuwe giften van vlug alkaliën zout. Na
• zyne braking bevont hy zich beter, de ylhoofdigheit
verdween, en hy Hiep vry geruR.
De Heer de juffieu, die omtrent acht
uuren aankwam, vond hem in beter Raat,
en alleen ongeRelt door de overvloedige uitwazeming
die het geneesmiddel veroorzaakt
had; geduurende de nacht was hy zeer we l,
-doch om dat des morgens de zwelling der
handen niet geflonken w a s , deet men een
wtyving met o ly f olie , in welke men een
'weinig vlug' alkaliën zout mengden. Het
uitwerkzel van dit middel was oögenblikke-
4 y k ; een half uur hier na kon de zieke met
gemak de vingers bewegen; hy kle'ede zich,
en keerde naar Parys te rug. na dat hy met
goeden eetluR Ontbeten had; vervolgens
'nam zyne beterfchap van tyd tot tyd toe,
en vond zich ten einde van acht dagen geheel
genezen. De zwelling en doof heit der
handen, en een geele, kleur die zich over de
beide voorarmen zedert den derden dag vertoont
had-, wièrden door dit zelfde hulpmiddel
verdreven, van ’t welk hy drie maaien
des daags, twee droppen in zynen ge-
woonen drank innam.
Men vint meer p f min Adders in de ver-
fcheide. landfchappen van Vrarikryk; maar
vooral in Dauphmé, het Lionneefche, en
Poitou. De zwartRe Adders werden vopr
de vergiftigRe gehouden. Men vangt de
Adders in de lente en in de zomer, om dat
zy dan vetter en 'krachtiger als in eenig ander
jaargetyde zyn.' De Boeren grypen haar met
kleine houte nyptangen aan, die hier toe gemaakt
worden, en brengen haar in haar zakken
by de Apothekers.
De Adders verfchillen van de andere Slangen,
niet. alleen door de twee lange tanden
die zy ter wederzyden van het kakebeen hebben,
maar mede-, *zecht -Lemery^ door eene
verfchillende zamenvoeging van de wervelbeenderen
van den rug, ’t geen belet dat zy
zich niet, gelyk de andere Slangen, konnen
opheffeh o f kronkelen om de hand o f tang
die haar vaRhoud. 'Volgens Derham, zyn
de uitRekken v a n ‘ de wervelbeenderen der
Adders .veel korter^ vooral omtrent het
hooft : dit is de oorzaak waarom dit dier ge-
makkelyk het hooft omkeert en ter zyden
went. Iedere Adder, zoo wel de mannetjes
als de wy fjes, heeft hondert v y f en veertig
wervelbeenderen van h e t ' einde van het
hooft, tot aan het begin vandenflaart, en
twee hondert en negentig ribben, dat het
dubbelt getal van de wervelbeenderen is , aan
iéder van welke men twee geleden ribben
- heeft. Behalven' d i t , hebben zy v y f en
twintig wervelbeenderen van het begin van
den Raart tot aan deszelfs einde^ én deze
wervelbeenderen hebben geen ribben; maar
in deszelfs plaats kleine uitRekken , die in
. groote gelyk'de wervelbeendereu afnemen-,
naar het einde van den Raart.
De mannetjes Adders, zecht de Héér
Charas, hebben twee langwerpige ronde
•zaad-ballen, dié wit én van een klierachtige
zelfRandigheit zyn. Hunne lengte is orr-
gèlyk; de rechter is meer als een duim lang;
de linker is veel korter en een weinig min-
E -a der