v i v o o r r e e d e n *
Ieder Ryk werd aangeduid door een groot A r tik e l, o f liever door een Verhandeling die
daar van de voornaamfte kenmerken, en debetrekkelyke afhankelykheden doet kennen, leder
van deszelfs Verdeelingen is op deze wys befchreven; en ’ er is een voortgang in acht genomen
, door welke de Leezer by trappen kan overgaan van de algemeenheden , de foorten en
geflachten, tot dat geen zy byzonder hebben*
Het is overeènkomftig dit ontwerp, dat Ik, in het Artikel Dier, alle dealgemeene trekken
opgeve, welke alle Weezens affchetzen, die tot het Ryk der Dieren behooren. Het Artikel
M e n f c b verfcheidenheitvan deszelfsfoort kennen, en het geen hetzelve verheft boven
dat der andere dieren. Viervoetige Dieren, Vogelen, Vijfden, Schelpvijffchen, Polypen, enz.
vertoonen mede dezelve onderfcheidelyke gedaanten die de Natuur haar gegeven heeft.
Ik heb , op diergelyke wys , alle de op elkanderen betrekking hebbende artikelen van een
izelfde foort aan een verbonden ; ’t zy in het R yk der Planten , ’t zy in het Ryk der Mineralen.
In diervoegen dat men een omftandige verhandeling vinden kan over zoodanig een onderwerp
als men beoeffenen wil.
Men raadpleege Hechts, om de Planten te le'eren kennen , de woorden Planten, Boomen,
Hout, Bloemen, enz. Zoo tot kennis der Mineralen , de woorden Aarde, Mynen, Wateren,
Zee, Steen, enz. En men zal in deze Artikelen de algemeenheden , de beginfelen , de hoedanigheden
vinden van de geflachten, als zoo veel inleidingen, die tot de byzondere bèfchou-
vving der byzondere lichamen geleiden.
Men ontmoet byzonderheden , die dikwyls alleen tot een foort behooren ; dit zyn onderscheidingen,
kenmerkelyke eigenfchappen, die het my toefeheen dat ik niet moeft affcheiden
van algemeene geflacht-bepalingen, op dat de Leezer in een zelfde oogpunt by een verzamelt
zou vinden , alles wat het Tafreel uitmaakt en voleind van het voorwerp dat hy onderfoeken
wil. Dus heb ik in een eenig Artikel alles by een gevoegt wat de Byen betreft, hunne geboorte,
groey, levenswys, arbeiding en vernuft; ik wys aan , de manier om haar te beftuu-
ren ; de middelen om ’er het meefte voordeel van te trekken ; ik befchryf de onderfcheide
foorten van deze werkzame Vliegen; en ik doe hier zonder tuflchenpoozing op volgen , de
woorden Zwerm, Honingraten, Voorivafch, Honig, Wafch, enz. in diervoegen, dat dit Artikel
in zekeren z in , een volledige Verhandeling over de Byen wordt.
Ik behandel met dezelve uitgebreidheit alles wat de Rupzen betreft, met-, in een artikel,
te befchryven ; hunne veranderingen , wyze van z y n , byzondere vernuftigheit, gedaante-
verwiflelinge, fbaat van popjes, de gedaante van hun Tonnetje; in een woort, alles wat dezelve
betrefi?.
Met het zelve oogmerk verklaar ik , op het woort Infect, na een algemeene befchryving
der Infecten, wat het is Litteekens, Nets-ge'iuysoog, ënz. Ik eindige deKoraalgewaffchen, die
op Koraal volgen, met de befchryving der Polyps wyze gewaflchen, gelykde SteengewaJJchen,
Escares o f Korft geve afchen, Spons ,.Jlcyonso? Zeefchuim, enz. ik geef op het artikel Tzer, de
befchryving van d Amaril, Bloedfteen, Zeilfteen, Perigordfchen-fteen. Ik heb op het woord
Paddeftoel, de Hiftorie bygevoegt , der Kampernoelje, Mofch o f lente Kampernoelje, Moril-
je s , ‘ Truffels, Wolfsveeften , jfudasooren, enz.
Eindëlyk , zonder hier alle de Artikelen aan te halen in welke ik deze vereenigende order
gehouden hebbe , zoo is het genoeg de Leezer te berigten , dat dezelve in acht genomen is ,
overal waar zy meer naauwkeurigheit en zekerder licht kon verfpreiden , en een weetluft-
fcherpent geheel uitmaken, door de vergelykende Hiftorie van verfcheide onderwerpen, die,
fchoon zy van een geflacht zyn , echter verfchillende gedaantens hebben.
Ik heb my voornamentlyk toegelecht om een overeenkomft in acht te nemen tuflchen de
voorwerpen die in dit Woordenboek behandelt worden, evenreedignaar hun gewicht en nuttigheit,
Men begrype lichtelyk , dat het onmogelyk , en zelfs nutteloos zyn zou , om een
gelykmatige uitgebreide befchryving aan alle de voortbrengzelen der Natuur te geven.
Een enkele fchets, eenige voorname trekken, zyn voldoende om de gemeene Weezens af-
te fehetzen, welke zoo overvloedig over de oppervlakte der aarde verfpreie zyn. Ik heb zelf
■ eenige Planten van weinig aanbelang met ftilzwygen voorbygegaan; zoo ook eenige verdichte
Dieren, die geen ander beftaan hebben dan in de verhalen van lichtgelovige o f leugenachtige
Reizigers.
Maar ik vond my verplicht om my uittebreiden over die voorwerpen welke onze opletten-
heit verdienen door hunne nuttigheit, door het zonderlinge hunner gedaantens, door het voordeel
V O O R R E E D :E N.. VTB
deel hunner eigenfchappen, en door het belang dat wy hebben om hen te kennen, om ons van
hen te bedienen, o f om ’er ons voor te wachten..
Hoe veel Dieren fcheppen geen behagen in onze maatfehappy, in welke zy medegezellen
van onzen arbeid zyn , werkzame flaven, getrouwe huisgenoten, behagclyke vrienden ! vec-
l e , ’t zy ooiTpronkelyk, o f in onze, luchtftreek overgebracht, o f geheel vreemt, brengen toe
tot ons voedzel, tot ons beftaan , tot de gemakken, en vermaken van het leven , en ftrekken
tot een voprdeeligen Koophandel. Deze dierbaare foorten konnen niet te veel aangeprezen,
niet te veel verzorgt,, noch niet te veel vermeerdert worden; hier om beflaan zy aanmerkely-
ke plaatzen in dit Werk. Men zal zekerlyk met vermaak een naauwkeurige- affehetzing van
het werktuigkundig geftei hunner gedaante, hun vernuft, hunne zeden ,. en hunne opvoeding;
zien : is men begerig om hen te zien geboren worden , opwalïchen , zich vermenigvuldigen,
en zorg voor hunne nakomelingfchap dragen.. W y hebben te veel belang in hen, dan dat wy
verzuimen, zouden- om hunne ziektens na te fporem, en om ons-niet te bevlydgen geneesmiddelen
tegen hunne kwalen te zoeken. Ten opzichten van-de wilde Dieren , zoo fpreekt men
van hunne Liftpn, hunne Oorlogen , hunne Woonplaatfem, van den tyd hunner dragtr, hunne
levenswys, opvoeding hunner jongen, hunne tochten van het eene land naar het andere, enz-
Men zöeke maar op de woorden Paart , Hond, Bever , Stier , Ram , H e r t, Konyn , Haas,
Struisvogel, Walvifch, Kabbeljaamv, Haring, Sa lm, Schildpad, Bergmuis., Leewwmier, Mier,
Zyworm, en honderd anderen : deze artikelen zullen de nieuwsgierigheit van den Leezer opwekken
, ’t zy door de Hiftorie der. Dieren.zelfs ,. ’t zy om de aanduiding van het nut dat wy
van dezelve trekken konnen..
Dit heeft my o'ok aangefpoort om ter gelegener plaats de voordeelen aan te wyzen , die de:
Koophandel van verfcheide foorten trekt, als de bereiding van de Walvifchtraan, Vifchlym,
Segrynleder, het gebruik der Bevergeil, Muskus. , Sivet. „ enz.
Ik heb gewag gemaakt van de behendigheden der jacht, derzelver wetten en vermaken; de1
wyze om gevaarlyke dieren aan te taften en te vangen.
Ik fpreek van de fcheering van het dier dat ons van zyn en overvloed kleed; de luhbingwelke
een konft geworden is om zekere dieren welfmakclyker te maken, o f een middel om de woeite-
gëaartheit te. beteugelen- van an d e red ie ons belang vordert om ze tot onzen dienft te dwingen,
Ik heb de Konften der Ryfchool, der Viffery , der Valkenjacht, niet voorby gegaan , noch
alle de byzondere handgrepen des vernufes , die de voortbrengzels o f afleggingen van zekere
ioorten, van waarde doen zyn..
W y trekken, voordeel , door de fchoone gedaante van zekere foort van Dieren te bewaa—
ren, en die w y willen duurzaam.maken met alle de vryheit van hunnen oorfprong ; ik heb in
dit opzicht de nuttigheit aangewezen, van het aankweeken der geflachten , ten einde zy niet
ontaarden, en. verb afteren.
Doch ’er zyn andere foorten van Dieren,, vyanden van-het menfchelyke geflacht , geboren-
kwaaddoeners :. den menfeh heeft het vonnis hunner verbanning gevelt: hier om heb ik , na
hun te hebben aangeduit, na hunne gedaante omftandig te hebben opgegevennahunnenboo—
zen aart en trouwlooze geneigtheden te hebben befchreven , de befte middelen aan de hand
gegeven om deze dwingelanden der maatfehappy te verbannen o f te verdelgen. Men kan hier
van voorbeelden vinden, op de woorden Slang, Kever, Mug, Vloo, Weegluis, Luis, Mot,,
Sprinkhaan, Wormen die de Schepen doorknagen , en een meenigte andere , welke foorten tot
groot onheil niet dan al te meenigvuldig,.en algemeen verfpreid zyn.
ïk. héb ook zorgvuldig bye en verzamelt de nieuwfte ontleedkundige Aanmerkingen o f Ontdekkingen,
die reden geven van verfcheide onregelmatigheden van eenige Dieren. Men zal
een fraaije aanmerking ontmoeten, die de Koekoek rechtvaardigt van de verwyting, ik had
byna de misdaat gezegt , dat hy zyne eijeren in vreemde nellen le g t , en zyne jonge laat opvoeden,
door vogelen die zich verbeelden hunne ouderetrte z-yn.
Ik heb de wyze van ademhaling der Zwaan befchreven ; ik befchryf de zonderlinge gefteit—
heit des Q liphan ts de vreemde voortteeling van de Pad Pipa en Slak , de vorming eter Vis-
fchubben^ Ik verklaar ^elke fpieren het zyn die dienen om de Paauweftaart uit te breiden,
en in te trekken ; waarom de vogelvederen weinig o f niet door de lucht o f door den regerr
befchadigt worden; van welk nut de grootheit van- de pynappelklier in den Eland is; hoe uitmuntend,
en- teder de. werktuigen der zinnen z y n e n z -
; Hott