• den word zy witter en verlieft veel van haare
bitterheit: in fpyze o f in geneesmiddelen gebruikt,
werd zy nuttig gefchat in de verpoppingen
der lever, in de geelzucht en in de
ontftekingen, zoo wel die der keel als borft.
• Haar zaad is een der vier koude zaden,, welke
die van de wilde Cichorei^ Endivie, La-
touw en Porcelein zyn.
C I E C E E -E T E. Een kleine Brazi-
liaanfche Schaalvifch , o f een foort van
k re e ft , die by de Portugeezen bekent is.'
I iy is van een vierkante gedaante, en
heeft de groote van een groote hazelnoot.
•Zyne fchelp js geelachtig bruin. Deszelfs
•vleefch word in Brazii gebruikt., rit zy tot
• fpyze o f in de genëeskonft, om! een zekere
-ziekte te geneezen die men Mia noemt.
C IM O L E A . Een leemachtige, 'witach-
tige. o f roodachtige_aarde , die. men voor-
maals pan G im o l is e e n dër.Eilandèn van
Creta bekwam, en van welke de'Ouden het
.zelve gebruik maakten ’t geen w y van .de
Gezegelde Aarde doen. Zie het artikel G ez
e g e l d e A a r d e . 1
i C I N A B E R Z i£ V e RMI L JOEN.
i C I S T -U S . De Ciftus is een bevallige
keeper van welke: men verfcheidefoorten
heeft , die in de gedaante der bladeren van
elkanderen verfchillen; deze heefters groei-
jen iiatuurlyk in Provence, Spanje en Italië :
men kan hen in de„ lente luftbofchjes aankweken
; zy zyn zeef fierlyk door hunne
bloemen , die ropswys zyn , en op welke
•zaadhuisjes volgen die kleine ronde zaadjes
-bevatten. Z y behouden hun groente geduu-
fende den winter, en die welke het fterkfte
z y n , konnen in de luftbofchjes van dit jaar-
.getyde geplant worden. Het is van de Ciftus
• die op_ Cyprus, Candia, in Griekenland en
in Italië groeit dat men de Ladanum \nza-
melt,' ’ t geen een harftachtige zelfftandigheit
• is die men in de winkels, onder den naam
van Labdanum en Laden der Arabieren verkoopt;
hierom heeft men aan deze , kleine
heefter, die op de aarde lecht, boven welke
hy zich niet. meer dan een o f twee voeten
verheft, de naam van Ciftus Ledon o f Ciftus
Ladanifera a^cretica gegeven.
- Tournefort leert ons. in zyne reize naar de
Levant, op wat wys men tans de Ladanum
inzamelt, ’ t geen een zelfftandigheit is die
zeer koftbaar was in de tyden van Plinius^
Dioscorides , Tbeophraftus en Bellonius. Dè
Griekfche Monniken , Caloyers , en zelfs
zommige Boeren begeven zich geduurende
de zwaarfte zomer hitte op de bergen die na-
by Canea z yn , deze Stad was voormaals het
beruchte Cydon, Hooftftad van het Eiland
Creta, als mede op de bergen van het E iland
Candia, en onder anderen aan den voet
van den Berg Ida^ en andere Eilanden van
den Archipel. Om deze inzameling te doen,
zyn zy met een foort van geeftel gewapent,
die uit een groote meenigte riempjes van leder
zamengeftelt, en op de wyze van franjes
aan het einde van een ftok vaftgehecht zyn.
Z y . ftryken en herftryken dezelve over de
Ciftus; de harftachtige.ftoffe die als dan uit
alle de poriën van de plant uitwafemt, hecht
zich aan' het.-leder, 'waar van zy dezèlve met
krabben afnemen. Men rekent dat een man
•Jer twee ^ponden daags van inzamelen kan:
deze harftachtige .fto-ffe is de zuiverfte Lab-
danum ; als dan is zy/in klompen , zacht,
kleefachtig, zwartachtig', grys , van een
aangename reuk en fcherpen balfemachtigen
fmaak : wy bekomen dezelve in vellen o f
blazen, en dit is de befte. In den koophandel
heeft men noch een ander foort ihr gekronkelde
brooden/, deze is hard en broos,
maar. word echter zacht doof de warmte:
deze heeft een flaauwe reuk, en is met zand
en met welriekende gommen vermengt, die
goedkoop zyn, en welke men te zamen fmelt:
net is deze die men Labdanum intortis noemt,
en zoo dikwyls in plaats .van den rechten
Labdanum gebruikt word.
•: Voormaals verzamelde men de Labdanum
met den baart en hairen der geiten te kammen
, die de Ciftus afgegeten hadden, en
aan welke deze vette ftoffe zich door haafe
lymachtigheit yaftgekleeft had , en vermits
Hg altoos eenige hairen in óverble.ven, zoo
noemden de ICooplieden in dien tyd dezen
harft gebaarden Labdanum.
De Labdanum uitwendig gebruikt,, is op-
loflent, inwendig is zy zamentrekkende. De
Griekfche en Circaffifehe vrouwen dragen
dikwyls ftukken Labdanum met amber en
maftik in traanen vermengt, welke z y gebruiken
om aan te rieken. Deze klompen
Van Labdanum zyn nuttig tegens de befmette
lucht ; in Turkyën mengt men dezelve onder
de inmengzels van de flaapverwekkende Talismans
die. in de Muzulmannifche en Tarta-
rifche Serails gebruikt worden, minder om
de gunften van den God Morpheus te genieten,
als'wel om de Veftalen een foort Van
i m
gevoelloosheit o f verdooving te verwekken,
aan welke men de gunften van den neusdoek
niet bewyzen wil. De Reukwerkers bereiden
een welriekende olie van den Labdanum:
men gebruikt hem tot de zamenftelling der
reukkoekjes. In Spanje, alwaar dezen heester
mede groeit, trekken’er de boeren door
middel van afkooking deze harftachtige zelfftandigheit
u it, die het minfte van alle gefchat
word.
Aan de wortelen van den Ciftus hecht zich
een opfchuimloopende plant, die naardehuis-
look o f het fmeerkruid gelykt, hierom heeft
men haar Hypociftus genoemt. Deze plant
verheft zich ter hoogte van drie p f vier duimen;
haaren wortel is vleezig, van een geelachtige
kleur , zamentrekkende fmaak , en
met kleine dikke fchubben bedekt. De bloemen
, die aan het einde der takken te voor-
fchynkomen, gelyken naar de kelken van de
bloemen van den granaatappelboom; uit haar
middelfte gedeelte verheft zig een ftamper
die in eeii ge voort bolletje eindigt,. welk
door zich te openen een zeer fyn fto f uitgeeft;
dus vervult dit'gedeelte de plaats van
ftamper, helmftyltjes, en helmpjes. Op de
bloem volgt een zachte vrucht, die met een
lymerig, kleverig, klaar en laf fap, en een
meenigte zaaden die zoo fyn als fto f zyn ,
vervult is. Dit gegfoeft.bolletje blyft altoos
met de vrucht vereenigt welke rond is. Het
is . het fap van deze plant ’t welk, na dat het
uitgedrukt en in de zon gedroogt is , tot de
zelfftandigheit van een uittrekzel, ’ t geen
dat zwarte fap is dat e,en wrangen fmaak
heeft, ’t welk men uit Proyence, Langue-
doc -en de Oofterfche landen brengt, en dat
onder den naam van Hypociftus bekent is.
Dit fap heeft de krachten van-den acacia, en
het is. een krachtig zamentrekkent middel.
C I T R O E N B O O M , Citreum vulgare.
Dit is èen' kleine altoos groene boom., en
die alleen tot een middelmatige hoogte in
onze tuinen opfehiet; zynen wortel is geta
k t, en breid zich in alle richtingen uit,
hy is houtachtig, uitwendig met een g-eele
fchors bedekt, die inwendig witachtig is*
Het hout van den ftam des booms is wit en
hard, zyn fchors is bleek groen , zyn takken
zyn meenigvuldig, lang, zeer buigzaam, en
met een gladde en groene fchors omkleet.
Zyne bladeren zyn eenvoudig, zonder aanban
gzel , lang, breed, en gelyken naar die
van den laurierboom, maar zyn veel vleezi-
jger, aan hunne randen getant , van een fchoo-
X. D e e l .
ne groene kleur, blinkendey van een ftefké
reuk, en bevatten veel olie.: De bloemen
komen aan do toppen der takken te . voor-
fchyn, en vormen ruikertjes; zy zyn roos-
w y s , en uit v y f blaadjes zamengeftelt, die.
omgebogén , van een purperachtige witte
kleur , en van een aangename zoetachtigen
reuk zyn, zy worden door een ronde en har*
de kelk onderfteunt.
Op deze bloem voigt een langwerpige o f
eironde vrucht, die zomtyds geheel rond is,
en doorgaans de groote van een middelmatige
peer heeft, zy is met een knobbelachtige,
ongelyke., dikke en vleezige fchel bedekt,
die eerft groen is , en vervolgens een aangename,
geele kleur krygt, zy is van een fcher-
pe fpeceryachtigen fmaak. Haar vleefch is
dik, van een aangenaam zuur, en ligte reuk,
in verfcheide afdeelingen gefcheiden , die
met een zuur fap vervult zyn dat in vliezige,
blaasjes bevat is: iedere vrucht bevat zomtyds
meer als hondert en vyftig kernen, die
in het vliesachtige merg bevat zyn; zy zyn
langwerpig, aan beide einden fpits, en bevatten
een witachtige pit die een weinig bitter
is : eenige van deze vruchten wegen v ier,
zes en negen oneen, en zomtyds noch veel
meer.
Meu ziét zomtyds de lente, op een aangename
wyze met den herfft op dezen boom
vermengt, die - te gelyk met bloemen en
vruchten, beladen is , van welke de eene door
rypheit afvallen, terwyl andere eerft beginnen
te. rypen, ■ en zelfs anderen zich noch
naauwlyks vertoon en; maar den herfft is den
tyd, in welke men het grootfte getal inzamelt.
Men kweekt dezen boom in de warme landen
, gelyk Italië , Provence, Languedoc ,
Portugal, enz. aan.
Het bl-ykt uit de Verhandeling Van Èbem-
bit ar (Van het jaar 1187.]) die-uit het Ara-
biefch in het Latyn, enz. vertaalt is , dat de.
Citroenboom, eerft uit Aflyr-ië en Medië, in
Griekenland is overgebracht, en van daar in
de zuidelyke Landfchappen van Europa: het
is hierom dat zyne vruchten in ’t latyn Ma la
Medica, en Mala -Aft'yria genaamt worden:
men noemt dezelve tans Citroenen* De Romeinen
noemden de Citroenen mede Malum
Medicum, ’t zy om dat zy uit Medië kwamen
, o f om hufine medicinale krachten;
want deze vruchten wierden by de Ouden
zeer hoog gefchat: het fchynt. zelfs uit het
tweede boek der Landgedichten van Virgilius
te blyken, dat men ’er zich tegens de gewaande
toveryen van bedienden*
È e ‘ Al-1#