
H A L .V E -M E T A A L EN'. 420. h a l v e -m e t a a l e n :.
, Len , een middelfoort tuflchen de viffchen. en
land-dieren , en zy bezitten eenige van hun-
. nè byzondere.eigenfchappen.
Eenige Hdlfflachtige dieren leeven langer
cp het land als in het water, 'gelyk de. A«-
vers en Otters ; z y zyn genoodzaakt om
naar het land weder te keeren,,. o f om boven
water te. koomen om vérfche lucht in
te ademen zonder dit zouden zy verflikken
t vermits de hoeveelheit van lucht welke
met het water vermengt is , niét genoeg
is om hen in het leven te behouden.
Andere , gelyk Slangen, Adders., en Padden,
hebben koud bloed: hierom konnen zy den
winter overbrengen zonder yoedzel te nee-
men , en.blyven in een Haat van verdoving
in onderaardfchè holen, leggen. Vermits dan
de beweging en warmte, der vloeiftoffen vertraagt
en vermindert is,, zoo gefchiet ’er by
na geen uitwaalTeming ,:~noch verlies ; waar
uit volgt dat, wanneer het werk tui ggelyk ge-
fiel van het dier geen verlies ondergaat, het
o.ok geen voedzel nodig heeft om het te- hër-
. Hellen., De Relmuis. is, in. dit, geval.. Zie
ILe l ju u is .. .
De menfch,, en-een menigte andere dieren,
welke men. als geen Halfjlacbtige Dieren be-
fd io uw t, zyn h e t,. o f hebben het in zeker-
voegen geweeft ; vermits zy in het water ge-
, leeft, hebben , zoo'lang zy in de baarmoeder
heilboten, waarén ,. en, om. dat z y niet.gëa-
demt Hebben, voor dat zy gebooren wierden:
maar z y konnen vervolgens de. luchtnietont-
beeren , ten minffen niet langer als eenige
oogenblikken , gelyk men zulks aan.de duikers
ziet. Men heeft échter lieden, gezien,-,
welke igeduurende een geruime tyd,onder het
water bleven.. Moge.lyk zoo men de jonge
dieren ftraks na.dat. z y gebooren. zyn , beur-
telihgfch' eénigen, tyd in- de lucht, en in het
water laat doorbrengen , men Hier door beletten
zou., dat de. eironde opening zou toefluiten,
en dat het.bloed ten ,minften_yoor een
tyd zou konnen omvloeijen,, zonder de be-
weeging van de long.,
H A L V E IN D IA AN S CHE H O EN DE -
, R E N .,', zie I n d ja a n s chjk HOENDEREN.
H A L V E -M E T A A L E N ' , . Semi-Me-
talla.. Men geeft deze naam aan zwaare zelf-
ftandigheden , dié meer. o f min valiheid , en
ondoorfcheinentheid bezitten, die een gropte
overe.enkomft met .de Metaalen door hunnen
lUiftét en.fiMtbaarheit hebben..,, die .-zich in.
het vuur , door opheffing Qfublimatie'). laagten
zuiveren , en die wanneer zy koud worden
een bolle oppervlakte aanneemenjin een
woord , die alle de eigenfchapp.en der Metaalen
bezit, uitgezonden de vaftheit en
fmeedbaarheit. Dus zyn alle -zelfftandighe-
den., die zwaarte ,. en een metaalachtigen
glans hebben, welke niet konnen gezuivert
worden, zonder.dat zy zich. opheffen, o f
die in dampen o f vlammen, veranderen ,. zyn.
Halve -Metaalen-
Dit zoo zynde,. zoo verfchillen-de Halve-
Metaalen wezentlyk ,. van de eigentlyke gezegde
Mineralen , welke uit een byeen verzameling
van aard. o f fleenachtige ftoffe be-
llaan „ die met zouten, bitumen , en metaalachtige
deeltjes vermengt z yn ,,. welke alle
in (laat zyn om tot fteeiïen, Hakken ( fcariesj ,
o f glas gebracht te konnen worden , en-geen
o f weinig- vereenlging met de. H alve- Metaalen.,
aanneemen.
A lle deze eigenfchappen welke zoo nood-
zakelyk te-kennen zyn tot de onderfcheidifig
van de. wezens, welke het Ryk der Mineraa-
len uitmaken ,.doen- ons zes Halve-Metaalen,
herkennen,, waar van v y fva ft ,. en het zesde-
vloeibaar is- ... . ,
- De vafte Halve-Metaalen, welke door dé-
Natuur o f koiift gezuivert zyn ([ waar door
men hunnen. Haat van, koninkje.QReguIus5
vei-ftaat,.) zyn de: Ar.fenicvm de Kobalt
de Pismutb, de Antimmiie, ensde- Zinck.
•v-rHet vloeibaars Halve - Metaal, f .’rf zy in
den Haat welke men maagd noemt, ó f uit de
.Cinnaber weder opgewekt } . is het Kwikzilver.
. De Halve-Metaalen , zoo als de Natuur
ons dezelve aanbied, zyn- zeldzaam- in hunnen
flaat van zuiverheid o f van regu/ns ■ zy
zyn-altoos met andere metaakchtige-zelfilan-
digheden,. o f met de mineralifeerendê ftoffen
vermengt, welke de .Zwavel en-het Rottenkruid
zyn. Zie deeze woorden..,
Wat het Kwikzilver betreft ,. dè Scheikundigen
zyn zoowel als de Natuurkundigen verlegen.,;.
over den rang die hetzelve onder de
Mineralen-bekleden moet;: het heeft noch de
natuurlyke fmeedbaarheit, noch de vaftheit
noch de heohthek der. Metaalen : het gebrek
van deze eigenfchappen:, doet het de Halvè—
Metaalen, naby koomen. Het is,, gelyk deze
tot de groptfte vlugheit bekwaam;-van eeii
andere zy-de, het.is -niet brandbaar, het is uit
zynen aart, vloeibaar : -emhet is alleen door
de vermenging, dat men het vaftmaako, o f '
door een uitftekende. en .door konftgemaakte;
kaude^,
HAM. HAM EL. HAM ER V ISCH . H A N C H O A N . H A N E K A M .
koude , dat bet fmeedbaar word : waar uit
men beiluiten kan, dat het Kwikzilver eetiig
‘in zyn fóort is. Men haalt tans dikwyls een
befchryving aan van- een nieuw Half-Metaal,
Van welk de -Heer Cronjlad, in de Memorie
n van de Zweëdfche Geleerden, van ’t
Jaar 1751. melding gemaakt h e e ft: maar deze
metaakchtige zelfltandigheit, is noch niet
genoegzaam bekent, om ’er iets met zeker-
hei-t van te zeggen. Zie de woorden M in ê -
R.AALEN en M ïN E S ,
H A M o f H a m m e t j e , Per na , een
foort van tweefclielpigé fchelp , van het ge-
ilacht der moffelen: de: randen van deze fchelp
zyn veel dikker aan dé zyde ,. alwaar zy zich
opent als aan het fcharnier r deze fchelp is
altoos met flyk bedekt, men- vind dezelve op.
de plaafzen alwaar de zee, vloed en eb heeft:
het vleefch van deze fchelp.vifch is malfch;
en vry goed om. te -eeten ; die geene welke
men op pkatzen vind , die voor den wind
befchut zyn , overtreffen die geene , welke
in water leven., dat geftadig door den wind
beroert word.
De Heer Adanfon , die een byzonder ge-
flacht van deze tweèfchelpige fchelp maakt,
zecht,. dat het Hammetje aan de rotzen , zeeplanten
, en andere vafte lichaamen, van den
bodem, der zee-, leeft.
H A M E L , Vervex, dit is het mannetje
vani het Schaap o f Ram , welke men. gefne-
dcu heeft, om het gemakkel.yker vet te doen
worden , en het vleefch malfcher. te maken.
W y hebben, op de woorden- A i. pa.g n a en
G l a m a gezecht, dat dePeruviaanfche Scha-
,pen, van welke men zich in. danLandtbedicnt,
1 zy om de Erts naar de fmeltovens, o f om
lallen van de e'ene ftad naar de andere te voeren
, dieren van een verfchillent foort zyn.
zie G lam a .
H A M E R V I S C H , B a i a n s - v is e h-:
een vifch van een verfchrlkkelyk aanzien ,
welke voor de Zeelieden zeer te duchten is ,
men vint hem gemeenelyk in de Afrikaanfche
Z e e ; hy heeft in Amerika de naam van Pan-
touflier : men noemt hem mede Zygêne..
Dit verflindzuchtig dier , is een foort van
Zée-hond, welkers platte kop zich ten we-
derzyden , in de gedaante van. een hamer ,
uitbreid : zyne oogen zyn aan de beide uit-
eindens gepkatft, zy zyn rond, groot, rood
en glinfterende : in een woord , hunne bc-
weeging, heeft, iets vcrfchrikkelyks. Zynen
42I
wydcn bek is met verfclieMe reijen zeer fny-
dende tanden ge.wapent: dezen bek is indier-
voegen gefchikt, dat hy door dé lengte van
den fnuit niet belemmert word, gelyk die
der Haai zyn lichaam, is rond en eindigt in
een dikke ? en zeer fterke ftaart. Hy heeft
geen fehubben r maar zyn. hult is zeer dik.,
en met vlakken getekent: zyne vinnen zyn
groot, fterk, en kraakbeenig. Hy werpt zich
met een uitftekende gretigheit op-zynen.piiöoi;
alles, behaagt zyne verflindzucht, en vooral
het menfchenvleefch. Ondanks zyne fnel-
heit, krachten, en de vrees voor het gevaar,
zoo- tallen de Negers hem echter vrywillig
aan , en dooden hem. met veel behendigheid,
en- des te gemakkelyker hoe grooter hy is ,
om dat hy zich als dan met meer moeite beweegt.
Men ziet ’er die de groote van wal-
viflchen hebben :.men vangt ze mede zomtyds
i-n dé Middelandfche Zee : men noemt hem
te Marfeille , Pefce Jouzio , Jooden Vifch-,
om zyne overeenkomft met het hoofdfieraad
dat de Joden voormaals in Provence droegen-
Het vleefch van den Hamervifch is zeer wreed,
en van eencn onaaugenamen fmaak- ,
- H A N C H O A N y dezen naam geeft men
in Brazil aan een. roofvogel, welke.veel overeenkomft
met Att Buizert heeft. Tentyde van.
R ed i, was. ’er een. in de diergaarde van den.
Groot-Hcrtog van Toskanen. De Portugee-
zen welke in Brazil woonen , en de Inboorlingen,
van dit Land, zeggen dat het affchrapzel.
van de nagelen , en van den bek van dezen
vogel, eender beften tegengiften i s , welke
men in de; wereld heeft;. en dat zyne vederen,
vleefch en. beenderen ,, verfcheide ziekten
sgeneezen-
H A N E K A M . Men geeft dezen naam-
aan twee , twee-fchelpige ïchelpen, van het'
gedacht der Oefiers. ; de pene is gelyk de kam
van een Haan , zamengevouwen , en heeft
deszelfs kleur ; de andere word Varkens-oor,
genoemt; haare kleur is violet-
- H A N E K A M M E T J E S „ Crifta, GallL
Dit is een foort van Luiskruid ’t geen men
;n mannetje en wyfje onderfcheid; het eerfte
fehiet vierkante fteelen u it , die hol., en een
en een halve voet hoog zyn ; deszelfs bladeren
koomen zonder fteelen,. v o o r t; en zyn
indiervoegen- gctant,. dat zy een Hanekam
naarbóótzen ; de bloemen zyn een foort van.'
g'eele buizen., welke, uit den fchoot der bladeren
voonkoomen : op dezelve volgt een.
D-g g 3. _ kleine: