
alwaar h y Aura en Tropiot genaamt word. Zie
b e t woord A ura.
G A L L E N , Galla. Men heeft den
naam van Gallen, aan die uitwaflen , o f
knobbelachtige lichaamen gegeeven , welke
ziek op verfchillende deelen der planten en
boomen, verheffen; en die hunnen oorfprong
aan Infeében verfchuldigt z y n , welke in der-
zelver inwendig gedeelte groeijen. Z y boot- -
zen zoo naauwkeurig de natuurlyke voortbrengzelen
der planten na , dat men by den
eerften opflag van het oog- , eenige voor
derzelyer vruchten , en andere voor haare
bloemen zou aanzien. Maar deze gewaande
vruchten hebben tot kern o f amandel een in-
feéb, en boven dit foort van bloemen vind
men mede infedten , in plaats van zaaden ge-
plaatft.
Deze Gallen, vertoonen ons een verbazende
verfcheidenheit, welke voor een gedeelte
van de verfchillende foorten van infedten
voortkoomt die haare vorming veroorzaakt
hebben. Een moeder -infeéb dat
gewoonelyk een vier-vleugelige , o f wel een
twee-vleugelige v lieg , een vlinder, een tor,
enz. i s , heeft een werktuig gehad dat bekwaam
was om het h o u t, de Schors o f de
bladeren te doorbooren, o f intefnyden ; zy
hebben dezelve aan het achterfte gedeelte ,
het is een boor o f angel: die der moeders van
de verfchillende foorten zyn gewoonelyk op
verfchillende wyzen gemaakt. W y konnen alles
niet onderfcheiden wat het zamenltel van
dit werktuig uitmaakt; maar wy zien ’er genoeg
van om ’er ons over te verwonderen';
(men kan op het woort Zaag-vlieg, in het
artikel V l i e g de befchryving van een dezer
booreh vinden die van een geheel verba-
zent zamenltel is .)
' In zeer kleine infedten, gelyk de verfchillende
foorten van vier.-vleugelige vliegen
z yn , die de verfchillende foorten der Gallen
van de eikenboomen doen.voortkoomen , is
den angel zeer groot in vergelyking van- de
^grööte van het infect; -de Natuur heeft echter
middel gevonden om ze in het lichaam
der vlieg te verbergen; hy lecht ’er gekromt
en^gedraairm: ^wanneer de vlieg zulks w il,
dóet zy dit werktuig uit haar lichaam voort-
koomen ; z y doorboort met deszelfs punt,
dan eens een blad , dan'weder een knop, en
dan weder een fcheut van den boom , .en zy
lecht een ei in het gat dat z y gemaakt heeft.
Zomtyds maakt eene vlieg dus verfcheide
gaaten na elkanderen, en laat in ieder derzel-
ver een ei achter.
De plaatzen van den boom die gekwetft
z y n , o f het geen het zelfde is , die in welke
eên o f meer eijen gelecht z yn , groeijen fter-
ker als de andere; dé wond fluit fchielyk toe,
en deze plaats zwelt o p : en ’er verfchynt wel
ras een nieuw voortbrengzel o p , ’ t geen niets
anders als de Gal is van welke wy fpreken,
Van deze Gallen zyn eenige ten naaften by
bolrond, en klein, en hebben de groote van de
kern van een kruisbes; andere zyn weder zoo
groot als/riooten; en weder andere zoo groot
als kleine appélen : eenige zyn als fraaye
vruchten gekléurt, en het oog ziet haar voor
wezentlyke vruchten aan : eenige zyn glad,
andere doornachtig ; zommige zyn mét een
zeer wonderbaar hair o f wol bezet, gelyk de
eglantierknoppen; andere gelyken naar kleine
artichokkken ; weder anderen konnen
voor bloemen aangezien worden. De zeli>
ftandigheit van eenige is fponsachtig : men
heeft-’er mede zommige die in' eenige landen
gegeeten wórden , en die men ter markt
brengt. De Reizigers verhalen , dat men te
Conftantinopelen op de' markten Gallen o f
appelen van de Saly verkoopt: zonder dat
men zoo- verre voorbeelden behoeft te zoeken
, zoo weet men dat de boeren die den
omtrek van het bofch van-St. Maur bewopnen,
deze appelen eeten, welke zy van de Aardveil
plukken : zy vinden dezelve zeer goed , en
hebben een i fpeceryachtigen fmaak. Men
moet dezelve vroegtydig plukken voor dat zy
te droog o f vezelachtig worden ; ■ echter is
het niet waarfchynélyk dat zy ooit onder hef
getal der goede vruchten zullen geplaatft
worden : andere zyn veel harder als het
hout. Einde]yk heeft men onder de Gallen
verfcheide föorten , welke van menigvuldig
gebruik in de Konften zyn ; dusdanige zyn
de Galnooten. Zie dit woort.
Het ei dat in de jonge Gal beflooten is ,
groeit ’er zelfs in ; en het is niet dan, na
dat dit ei een vry aanmerkclyke aanwafch
verkrëegen heeft , dat ’er het infeéb uit
voortkoomt, gewoonelyk in de gedaante
van een worm. Dezen worm verandert, in
’ t vervolg- , ’t zy in een twee-vleugelige o f
vier-vleugelige vlieg , ’t zy in een tor ,
volgens het foort tot het welke hy zelfs
bekoort. Na dat. hy zyne laatfte veranderingen
ondergaan heeft , zoo verlaat hy
deze verblyfplaats , alwaar hy zoo nsauw-
keurig voor alle de ongeftadigheden der
lucht befchut was , en die hem het nodige
voedzel verfchaft heeft. Men heeft eenige-
infeében der Gallen, ’ t geen baftaart Rupzen,
en wormen der Torren z yn , welke uit hunne
Gallen te yoorfchyn koomen , wanneer
zy voor de eerftë maal in ftaat zyn om van
gedaante te verwiiïelen.
- Volgens de bepalingen der Natuur, moeten
deze infeében dienen om andere infeében
te voeden. De verflindende vliegen , welke
de verflindende wormen voortbrengen , zyn
met booren 'gewapent welke die van de vliegen',
welke uit de Gallen voortkomen wel opwegen.
De verflindende Vlieg doorboort de
Gallen ,'en lecht een ei in derzelver hollig-
h e it ; hier uit kbomt een worm voort welke
die geene op-eet, die in veiligheit fcheen te
moeten z yn , ineen verblyfplaats die met dikke
en fterke muuren omringt is.
De menigte der vreemde wormen, die in
de Gallen voortkoomen, de verfcheidenhe-
denvan hunne foorten , en defchoone vliegen
die zy voortbrengen, zyn noch mede wezentlyke
wonderen. ’Er koomen uit de Gallen
meer vliegen v o o r t, die haare geboorte aan
Vreemde wormen verfchuldigdt zyn ,. als ’er
van die geene uit voorkoomen welke haaren
oorfprong van. de natuurlyke bewoonders
ontleenen..
Onder deze verfchillende foorten van Gallen
bieden eenige ons alleen een groote
holligheit aan, in welke verfcheide infeében
met elkanderen leven en groeijen ; o f verfcheide'
veel kleinder holligheden, welke met
elkanderen gemeenfchap hebben.. Het inwendige
van eenige andere is in verfcheide
celletjes v e rd e e ltd ie zomtyds meer als hon-
dert in getal zyn , en zomtyds maar drie ó f
v ier, die alle door een affchutzel van elkanderen
gefcheiden zyn. Eindelyk heeft men
in de holligheid van anderen , fchoon vry
groot zynde , maar een eenig infeéb. Men
befpeurt dat een Gal noch doordeinfeében bewoont
word, wanneer men ziet dat het nergens
doorboort is. De infeéten van zekere
Gallen zyn zoo< klein dat men dezelve alleen
door middel van een vergrootglas gewaar
worden; kan.
G A L L E N der E i k e n b o o m e n ,
o f V a l s che G a l l e n . - De appelen en
druiven der Eikenboomen , zyn , volgens
de Natuurkundigen , uitwaflen die door het
fteken van zekere muggen voortgebracht
worden., welke ’er hunne eyeren in leggen
die wormen voortbrengen : deeze uit-*
waflen zyn. zamentrekkende.. Zie G alt
K o o t .
G A L L E N CH^ar-s t a c h t i g e 2 der .
P y n b o m e n . Deeze Gallen vint men het
geheele jaar door op de jonge takken der
Pynboomen. Z y hebben een eironde gedaante
, een witachtige bemorfle kleur, en
zyn omtrent een duim lang: zy worden bruin
Wanneer zy oud worden. Deze, Gallen zyn
van een harftachtige zelfftandigheit, want zy
konnen in wyngeefl; opgeloft worden. Men
vint inwendig in dezelve een kleine rups die-
zig met de harftachtige zelfftandigheid van
den tak voed die onder de Gallen beflooten
is. Z y gewennen zich aan deezen harft, en
wederftaan de reuk van den wezentlyken olie-
van terpentyn die men ’er uittrekt; daar in
tegendeel alle andere rupzen ’er ten einde van
twee o f drie minuten door fterven. Deze
waarnemingen zyn van den Heer Geer, en
ingevoegt in de Gedenkfchriften die aan de
Franfche Koninglyke Academie der Weten-
fchappen aangeboden zyn.
G A L N O O T . Een foort van dop die
men by wyze van een uitwafch op de Eikenboomen
in de Levant v ind, zy worden door
een foort van infeéb voortgebracht ’ t geen ’er
zyne eyeren in lecht , enz.. Deze Galnooten
werden door de Vollers, Lederbereiders,:
Hoedemakers,^ Verwers, enz., gebruikt. Zie
het artikel E i k e n b o o m , en. het.woort.
G a l l e n .
G A M A I C U . Deze naam geveit de Indianen
, dan ééns aan een ftuk van een delf-
baare madrepora , dan weder aan een fteen-
achtige y en ronde zamenftremming , die ge-
lykvormig aan de Sfalagmiten , en Ooliten is.
Zie deze woorden. D e Indiaanen fchryveii'
aan de Gamaïcuverwonderenswaardige krach-'
ten toe.
G A N S , Anfer. Dit is een zeer zwelg-
zuchtige watervogel, welkers voeten gepalmt
zyn , en van welke men verfcheide. foorten
onderfcheid.. W y zullen hier de Hiftorie
van de Tamme Gans befchryven , en alleen
de byzonderheden van de andere foorten op-
géeven, welke wild zyn.,
I , De T am m e G A N S , Anfer vulgat i n
dit is een vogel die aan een ieder bekent is :
hy is kleinder als de Zwaan , maar grooter
als de Eendvogel: hy weegt tot tien ponden
wanneer hy gemeft is .- zyne lengte y van het
einde van-den bek tot aan. die der. pooten ,,. is
drie voeten; zyne vlucht is meer als-vier en
een. hal ven. voet;; de. bek. is. tw.ee en eenhalve
duimi