
KRUI SB EZ « 3S IE NB O OM. KRUISBLOEM.
het water van het geeflige vocht van deze
vruchten doordrongen is , welke als dan alle
haaien fmaak verlopren'hebben. Vervolgens
doet men het in vleffchen, en mengt ’er imker
onder: men flopt haar naauwkeurig to e,
en laat haar dus zoo lang Raan tot dat het
vocht zich naauwkeurig met de fuiker door
de gilling vereenigt heeft, en in een prik-
kelent vocht verandert is dat naar wyn ge-
lykt.
De R oode A a u ï z i e s -so om, Ribes
, h een heefler die met geen doornen bezet
is , en in de bóffchen der Alpen en Pyre-
neën groeit, maar die men gewoonelyk in de
moestuinen, en in de moeshoven aankweekt.
Zyne wortelen zyn getakt, vezelachtig, en
van een zamentrekkende kracht: zyne Rammen
o f takken zyn talryk , hart en bochtig
echter buigzaam , en omtrent v y f voeten o f
daaromtrent hóóg, en met een fchuine fchors
bedekt, Derzelver hout is groen, en bevat
veel merg:, zyne bladeren zyn byna rond,
groen en getant: zyne bloemen zyn in kleine
trosjes by een gefchikt, en welkers voetfleel-
tjes uit den fchóot der bladeren voortkoomen.
Ieder dezer bloemen is uit verfcheide blaadjes
zamengeflelt, welke rooswys gefchikt
en aan de wanden van de kelk vaRgeLecht
zyn. Op deze volgen beziën welke zoo groot
.als geneverbeziën z yn , zy zyn eerR groen,
en worden onder het rypen rood , haafe gedaante
is bolrond, zy zyn met een aangenaam
rinsachtig fap vervult, en bevatten verfchei-
dé kleine zaaden. , Déze beziën zyn de röode
Aalbèziën. Wanneer men 'de Roode Aalbe-
ziënboom verplant, zoo vorderen zy een vette
en wel gemèRe aarde.
Men heeft nóch een ander foort van Aal-
beziënboom , welke witte vruchten voortbrengt
, maar het grootRe gedeelte der Kruidkundigen
befchouwt hem veel eerder als een
verfcheidenheit van den voorigen , dan hls
een wezentlyk foOrt. Zyne beziën worden
' ivitte Aalbèziën .genoemtf zy zyn zoo algemeen
als de roode n ie t, maar zy hebben dezelve
fmaak , en dezelve kracht: zy worden
echter hooger gefchat. De witte en geparelde
Aalbèziën , anders Hollamlfche genaamt,
"beminnen een zeer vochtigen grond : men
plant hen-op zekére afRanden , en mén fnoeit
deze heeflers zeer weinig geduurende de twee
e'erfle jaaren ; maar in de volgende fnyt men
hen .zeer kort af. In ’t algemeen werden dit
foort van boompjes door gewortelde uitfpruitzels,
o f botten die men van oude takken afneemt,
vermeenigtvuldigt.
Men eet de roode en witte Aalbèziën ,
wanneer zy noch aan haare Reeltjes vaflge-
hecht zyn , en zonder eenige bereiding ; o f
men fcheid hen van de Reeltjes a f , en doet
’ er eenige zuiker by, De kinderen en vooral
de jonge dochters welke de bleeke zucht
hebben, en zelfs de vrouwen die van de pica
en malacia aangetaR zyn , als meede de koort-
zige lieden , zoeken deze vruchten met drift,
om haaren xinfen , wynachtigen en aangena-
men fmaak. Men lecht deze trosjes met fuiker.
in ; zonder ’ er de beziën van a f te fchei-
den , op dezelve wyze , als men de karilën
doet: men bekoomt meede een gelei van Aal-
beziën , die zeer bevallig voor- het oog , en
aangenaam voor den fmaak is , wanneer men
derzelver fap met züikër tot een behoorlyke
dikte laat koken. Dit is een confituur welke
men niet alleen by het nagerecht voordient;
maar meedê tot verkwikking , aan de zieken
geeft, en vooral aan die geene welke de koorts
hebben. In de Apothekers winkels , bereid
'men ’ er een firoóp, -of verdikt fap van , met
het uitgeperfie fap der Aalbèziën, tot de dikte
van honing te laten koken.
Een ieder kent de nuttïgheit der roode A al-
'beziën om de gifiing van het bloed te matigen
, en de beweeging der gal te. Rillen : zy
zyn middelmatig zamentrekkende, verRerken
de maag, neemen den afkeer van fpyzen Weg
en verzachten de kwaaien der keel. Z y zyn
nuttig in de brakingen , buikloop , en bloed-
flortingen, in de kwaadaartige koortzen , en
befmettelykeziektens; echter is haar gebruik
fchadelyk wanneer men ’er ontydig van eet,
want het geRadig gebruik der zuuren, is hin-
derlyk aan de maag , verwekt den hoeR , en
is nadeelig-voor de borfl,
K R U I S B L O E M , Poiygalaof:. Dit is
‘ een plant die alomme in de velden , op de
grasryke en bergachtige plaatzen groeit, wel-
. ke niet bebouwt z yn : haaren wortel is houtachtig,
hart, dun , van een bittere en fpece-
ryachtigen fmaak, kisrticver.de , en heeft een
róodachtige kleur, als meede de Reelen , die
v y f duimen hoog, dun, e n v r y v aR z y n , eenige
zyn recht., andere leggen ter aarde , zy
zyn met kleine blaadjes bezet, welke beurtelings
geplaatR zyn, en waar van eenige langwerpig
en fpits , en andere rondachtig zyn :
haare bloemen zyn enkelvoudig, klein, airs-
wys langs de Reelen, van het midden tot aan
KRUISDISTEL,
sde toppen gefchikt, zy hebben eeii blaauWê,
violette, o f purperachtige kleur, en zyn zeldzaam
w i t ; ieder dezer bloemen is , volgens
de Heer de Tournefo-ri , een buis welkers on-
derfte gedeelte toe is , het boven Ite is uitgebreid
, en in twee lippen ingefneeden. Op
deze bloem volgt een vrucht die in twee zaadhuisjes
verdeelt is , welke met langwerpige
zaden vervult 'zyn : deze vrucht is in de kelk
der bloem bevat, en uit v y f bladeren zamen-
geRelt, waar van twee klein , en twee groot
B H • Hni ■. H n
, Deze plant bloeit in het begin van den zoo-
mer: men wil dat zy de minnen, en het v e e ,
wanneer zy ’er vaneeten, veel melk verfchaft.
Men leeR , in de Memoriën van de Akade-
mie der Wetenfchappen van Parys , voor het
jaar 1739, verfcheide proefneemingen van
den Heer Duhamel, om de krachten der Po-
hgala, tegens het pleuris , en den vloed der
•borfl te onderzoeken. Het fcbynt uit zyne
■ nafporingen te blyken , dat men deze plant,
-onder dat foort van planten plaatzen moet,
welke een infnydcnde borflzuiverende kracht
bezitten. Haar afkookzel bevordert de borfl-
zuivering , en verdunt het verdikte bloed.
Men kan deze plant, zegt de Heer Duhamel,
die zeer gemeen is , niet te veelvuldig in dit
foort van ziektens gebruiken , te weeten in
de pleuris en ontfleking der long. De Ouden
kroonden de maagden met. de bloemen van
deze plant, wanneer men ommegangen om
de akkers deet , om van den Hemel een ry-
,ken oogft der aardvruchten af te fmeeken. ..
K R U IS D I S 'T E L , Eryngium* Deze
plant groeit menigvuldig in de velden , en
langs de weegen , op zandachtige plaatzen,
en aan de oevers der zee ; zy heeft een wortel
die een voet lang is,de dikte van een vin-
:ger heeft , en zacht is ; in ’t midden bevat hy
ee,n harde koort o f zenuuw ; hy is uitwendig
...zwartachtig, inwendig, witachtig, en beeft
een zoetachtigen fmaak; hy fchiet een ge voorde
Reel u it , die een en een half voet hoog,
. met een wit merg vervult, en in ’ r ronde met
takken omzet i s ; haare bladeren Raan beurtelings.,
zy -zyn breed; glad, groenachtig,
eenigzins fpeceryachtig , aan beide zyde zeer
diep'in Rrookjes ingefneeden en in hunne uit-
fnydingen met ronde punten bezet; de toppen
der Reelen zyn met een groot getal doornachtige
hoofden bezet, welke witachtige bloemen
onderfleunen, deze zyn uit v y f rooswys
■ gefchjkte blaadjes zamengeflelt: opdezebloe-
I, D e e l ,
KRUISKRUID. 633
men volgen dubbelde en eironde zaaden,welke
platachtig aan de zyden zyn , met welke
zy elkanderen raken , en bo.1 en gegroeft aan
de andere zyde; onder deze hoofden Raan de
bladeren welke in het ronde uitgefpre.id, ge-
flreëpt, ipits, en doornachtig zyn. Wanneer
deze. plant ryp is , zoo word zy doof het geweld
van den wind uitgefcheurt, en over het
veld verfpreid : alle haare deden werden in
de GeneeskonA gebruikt, vooral de wortel
die pisdryvent, en nuttig tegens het graveel
is , hy verwekt de maandflonden , en ip o o r t.
tot liefde- aan: men konfyt hem ,'en geefthem
benevens het zaad in , om de onmacht te ge-
neezen ; hy behoort tot de v y f kleine afzettende
wortelen , welke die. van het hondsgras,
den kapperboom , de meekrap, prang-
wortel, en kruisdiflel zyn : de v y f groote afzettende
wortelen zyn die van de eppe , alper-
giën, venkel, peterfeliè; en muisdoorn. Ziè~
ieder dezer .woorden.
Men heeft noch een foort van Zee-Kruis-
diftel, Eryngium Marinum , dat gemeenelyk
op de zuidelyke en noordelyke oevers der
zee groeit. Z y heeft veel overeenkomfl met
de voorige door haare hoofden , bloemen en
zaden; maar zy verfchilt ’er door haare Reelen
van, welke naar de aarde omgekromtzyn,
als meede door haare bladeren , welke rond,
niet ingefneeden , en zeer doornachcig aan
haare randen z y n , zy gelyken eenigzins naar
die der maluwe, haare wortelen zyn vleczig
en welriekende: zy worden, tot een conferf
gebruikt zynde hooggefchat tegens de tering
en om tot het verras fpel op te wekken. 7
K R U I S E N M U N T , zie M ü n t e . .
K R U I S H A A I o f B a LANSVISCH,Z/e
H A M E È V I S CH,
K R U I S K R U ID , Senecio: deze plant
heeft geene merkbaren reuk ; zy wafcht alomme
in de velden, langs de weegen , in da
wyngaarden, in de tuinen, en op de zandachtige
plaatzen , welke voor de zon blootge-
Relt zyn: haaren wortel is klein en vezelachtig
: zy fchiet een o f twee Reelen u it , welke
omtrent een voet hoog, rond, gegroeft, hol,
getakt, en eenigzins wolachtig zyn , zy zyn
met langwerpige , getande , en beurtelings
Raande bladeren , van een donkere groene
kleur bezet, op de toppen komen bloemen in
troffen voort , welke uit halve bloempjes za-,
men geftelc z y n , welke Rerren vormen , en
L 111 geil