zelve is waar van men de KafjJ’èn Schors be-
koomt, die een verfchillende fmaak heeft ?
Qzie dit ivoost) , maar die wanneer by op Ja-
maika geplant was., veel verandert-is. Deze
boom werd thans mede in hetland van Ma-
gellaan aangekweekt , alwaar hy , gelyk- op
Madagaskar Fitnpi genoemt word. Het is
mede dezelve, uit welke de gom Alouchi vloeit.
In het land van Magellaan brengt dezen boom
om zyne takken, een fchors voort, die Schors
van Winter ,' Cortex Winterranus , genoemt
w o rd , naar de naam van die geene welke de?-
zeive het-eerfte in het jaar 1567 ontdekt heeft,,
wanneer hy, in hoedanigheit van Scheeps Kapitein
, met FramCois Draak, in zyne beruchte
Reistogt, hier aanlande. De Inwoonders*
van het Land aan de Straat van Magellanus,
zyn altoos van dit tegengift voorzien, om.
zich voor de toevallen te behoeden -, welke
die geene overkoomen die van het vleefchder
Zee-Leemxen gegëeten hebben. '{Zie dit ivoor t.)-
Hierom noemen zy deze fcliors^ Ouvsrgelyke-
iyke Schors. Men verkoopt haar zomtyds mede
onder, den naam. van Schors van Cargo*
cjojtin.
De witte Kaneel werd door de-bewoonders
van Jamaika, in plaats van peper en kruidnagelen
in.de fpyze gebruikt: haar gebruik is
Ichadelyk. voor die geene welke een galachtige
en heete gefteltheit hebben. Men lecht
dezelve in wanneer zy noch-groen is; en alsdan
bedient men-’er zich met-nut tegens het
S.corbut van.,
! C h i N ee s ch e,JK a N-E ex.. In China groeit
op eenige Bergen een foort van Kaneel, die
een graauwé kleur heeft, fchoon zy veel dikker
en minder welriekende als die van ’Cylon
is , echter zoo goed is en in een zoo groote
meenigte voortkomt, dat men in China de
Kaneel van Cylon ontbeeren kan.,
K r u i d n a g e l K a n e e l o f Z wa -rte
K a n e e l , S chors v a n den K ruid—
N A G E L B O O M , K r U I D N A G E L H O U T , o f
K r a b b e n h o u t , Canella Caryophillata. Dit
is een fchors die gelyk de Kaneel gerolt is;
maar veel groover, uitwendig graauwachtig,
Inwendig bruin , zwartachtig-, en even als-
verroeft is ; z y heeft een ligtc kruidnagel reuk:
haare fmaak is veel bytender en koomt byna
met die der kruidnagelen over een , Tgeen
haar, doch oneigentlyk, de naam van Kruidnagel
Schors heeft doen geeven; want zy komt
van den boom niet voort, aan welke de kruidnagelen
groeijen ; maar van een en anderen ,
die men thans noch niet kent , en die op de
Eilanden. Cuba en Madagaskar groeit, als mede
in Brazil, op Cayenne , en in de zuidely—
ke Landfchappcii van Guyane en Maranhon..
De Indianen noemen haar in hunne, taal Ra-
vendjara. De Portugeezen geeven deze S.chors
de naam van Canella Garofanata : zy is de
grondflag van hunne gemengde fpecereijen.
Eenige bedriegelyke lieden , vervalfchen dc
geftampte kruidnagelen met deze Schors , die
veel goedkoper is. De boom van welke men
de - Kruidnagel - Kaneel bekoomt , brengt,
vruchten voort welke de groote van galnoten
, en een kruidnagel reuk en fmaak hebben
; ’t geen hen Kruidnagel moten o f Nooten,
van Madagaskar heeft doen noemen. De In-
diaanen noemen hen Vara avendfara. De.
Schors ,.en deze vruchten zyn hooftverfter-
kende, niaagverfterkende, en konnen gebruikt
worden om de fpyze welfmakende te maken.
In- deMatiere.Medicale werd van deze fchors,.
onder den naam van Kruidnagelachtige Kajjie
gewag gemaakt...
De Heer de la>. Cóndamine z e c h t d a t de
vrucht van het Krabbenhout ten naaften by de:
groote van een o ly f heeft, en dat zy tot het
zamenftellen van verfcheide fterke dranken
in Engeland .en Italië gebruikt word-,
K A N —K A N ,: deezen n-aam geeven de
Ethiopiers en verfcheide Reizigers , aan de
Civetkat. Dc Negers van Guinee ‘, noemen
haar Kaftor , en de Portugeezen Gato de A F
galia. Zie C i v e t k a t .,. ,
K A N N A : dit is een wortel' die aan de
Kaap-de Goede Hoop groeit. De Hottentot-
ten zoeken denzelven met drift.. De..Vader
T^cAzr^ vooronderftelt, dat dit de Gens-Eng
der Chineezen is ; inderdaat heeft hy ten
naaften by dezelve eigenfehappen. De Hot-
tentotten ,. die hem kaauwen , gevoelen ’er
dezelve uitwerkzelen wan, als de Turken van
den Opium. QHifiorifcke Refchryving der. ,Rei~
zend).,
K A N T H O U T ; - dit is een ligt, Ipous^
achtig, zacht, eenigzins witachtig, eii zeer
- aanmerkelyk hout. Op de Philippynfche en
Manillifche Eilanden , op welke deze boo-
men wallen , vind men tuflehen de fchors en
het- fpint,. een netswyze tuffchen-fchors, die
naar kant gelykt : het zamenweefzel fchynt
door een gevlochten te zyn. De vrouwen
van de Manillifche Eilanden maken van deze.
kant tot fluyers gebruik.
K A O L I N , Terra calcarèa Chinenjis. Dit
Is een gemengde j witte, meelachtige, gruis-
-achtige , en glansryke aarde, en van welke
■ men zich in China in het zamenitel van het
alom bekende porcelyn bedierit, en die men
■ met de Petuhtfé vermengt.
P ° ° r dë ontlediging dié w y van de Chinee-
lche Kaolin gedaan hebben , zoo hebben wy
geziendat het meelachtige gedeelte kalkachtig
-is; dat de glinHerende Hippen Mica zyri ; de
.graisachtigë gedeeltens zyn kleine kriflallen
wan Quartz , en het zamenhechtende gedeelte
, is van een kléiaardachtige natuur. W y
•hebben een meenigte diergelyke aarde op de
•lagen van Granit ontmoet, die men in groot
en klein Hertrey naby Alençon vind. Mo-
gelyk dat deze Kaolin niets anders als een gemeen
foort van vermengde granit is ; men ge»
bruikt dezelve in het Land van Alençon, om
potten en grof aardewerk té bakken. Op on-
■ ze Reizen door Bretagne , Duitfchland , en
•Zwitzerland , hebben w y mede Kaolin ontmoet
die naar die van Alençon gelykt. Deze
-aarde werd door PZalierius , porcelyn mergel
gènoemt: ten minHen heeft zy veel overeen-
Lomffi met die geene van welke dezen Schry-
wer onder dezen naam fpreekt.
K A P E L , zie V l in d e r .
K A P O E N , zie H a a n .
K A P P E R B O O M , Capparis. Dit is een
Klein boompje waar van twee foorten zyn , het
-éene heeft doornen en het andere niet, het
ifchiet in Arabië tot de hoogte van een boom
op. Zie het werk van Gasper Buuhin. W y zui-
ien hier maar alleen van den doornaclitigcn
Kapperboom fpreken. Deze heefler o f plant
ure een dikke en lange wortel heeft-, is kruipende
; zyne takken zyn een weinig ttochtw
én met kromme doornen bezet, zy fchieten
ter hoogte van vier voeten op; zyne bladeren
zyn rond, een halve duim breed en bitter
; zy liaan beurtelingfch aan de takken :
op de plaats op welke de Heekjes met de takken
vereenigt z yn , merkt men twee kleine
gekromde doornen op. De bloemen zyn w it,
en vormen roosjes van'vier bloembladen": zy
komen uit den fclioöt der bladeren voort ,
bloeijen in Juny , en maken een bevallige
yertoomng : op de bloem volgt een vrucht:
dte de, groote van een o ly f , en de gedaante
van een peer heeft. Men kweekt den Kapperboom
vooral in Provence naby Toulon,
aan Vermits hy zeer aandoenelyk voor de
koude i s , zoó leid men hem alléén tegens latten.
bp , en bedekt hem des winters met een
weinig meft; hy word door zaad en afzetzels
vermeenigtvuldigL De Kappers welke men
op de tafels voordient, zyn de knoppen van
de-Kapperboomen die men inzamelt voor dat
zy ontluiken, en in azyn inlecht: de kleinfte
knoppen verfchaffen de Kapucynen Kappers,
dit zyn de rynfte en vastfte : de groote knoppen
verfchaffen zachte en groote Kappers. In
I rovence zamelt men dezelve zonder keuze
m , en wanneer zy gekonfyt zyn , fcheid men
door middel van een zeef dé kleinfte van de
andere foorten, dit zyn de befte en de dunfte,
De Kappers moeten een fchoone groene kleur
hebben , maar men moet acht geven dat zv
Jiet geen koperroeft befmet zyn , ’t geen
hen fchadelyk voor de gezondheit maakt:
want dikwyls doen de lieden die dezelve ver-
koopen , hen in kopere vaten met azyn wee-
ken, die met het kooper aan te grypen groen
word en de Kappers kleurt; zomtyds werpen
zy mede eenige Hukken kooper in de zuurs
vochten, in wélke men de kappers in maakt,
om hen deze groene k-ieurteverfchaffen • deze
ge vaarlyke handelwys Helt men mede in ’t werk
tot de bereiding van de agurretjes van S t. Omef
^ Vlaanderen. Men lecht de jonge vruchten
-mede in, welke men agurretjes Van den Kap-
Pperhoom noemt. Men bediende zich voormaals
inceiugvuldig van de fchors der wortelen van
■ jjJ , P-E^rboom , als een krachtig afzettent
middel: deszelfs gebruik is zedert eenigen tyd
afgefchafc gewceH ; tot de tyd wanneer de
Heer Ironcbm zich in Parys ophield, die dezelve
weder in gebruik gebracht heeft om de
opitygingen te geneezen. De bereiding van
deze fchors beilaat hier in dat men dezelve
naauwkeurig zuiv’e r t , en van de wortelen af-
•Ichetd, en ter rechter tyd droogt. Haare kleur
is graauwachtig geel; zy is moeijelyk te ver-
breeken , vermits zy van een vailer zelfHan-
dtgheit, en zoo taai als leder i s : de bladeren
en knoppen van den Kapperboom werden nut-
tig tegen het fcorbut gefchat.
a ’ dit is ecn vrucht die
op de Mamllifche Eilapden groeit, die een
reuk als kweepeëren heeft, en van welke men
■ een.mtmuntent konfyt maakt.
. K A R A N N E , Caranna: dit is een harit
die het weinig gebruik vry zeldzaam heeft doen
worden: deze zelfïlandigheit, die dan eens
bard , en dan eens kleverig i s , heeft een
zwartachtige groene kleur, een reuk als fene-
mek , en een pekfmaak, zy is brandbaar en
*‘ zz met