
lyk in water ontbint, maar'géeiiziiis ontbrandbaar
is, maar ’t geen knapt en gerucht in ’t
vuur veroorzaakt. De Gom is , volgens dee~
zen Schryver, zamengeftelt uit een klein gedeelte
zwavel, dat met aarde , water efi zout
vermengt is ; indiervoegen dat deze zaaken
met elkanderen vereenigt zynde, een flym-
achtige verdikte ftoffe, ofeen lymerig.lichaam,
tiitfflaken , dat voedzaam ,. en tot een wyn-
achrïge gifting bekwaam is , wanneer men het
in water verdunt dusdanigen zyn de Gom.
Adraganth , die van Bajfiora, onze inland-
fche, de Arabifche Gom , enz. Zie deze woor-
dm.M
en geeft mede de naam van Gom-harften
aan de zelfftandigheden die te gelyk.de en*
gènfchappen van de Gommen , en die van de
eigentlyke gezegde Harften bezitten. Zie het
artikel H a r s t ..
De gemeene Harft-Gommen die men indem
Koophandel h e e ft, zyn de Gom Ammoniak,
de Ajfa Foetida o f Duivelsdrek, de Bdellium,
de Êuphorbium,. de Galbanum , de Myrrhe,
de Oppopanax, de Sagapeen Gom, en de
Jfleefchlym, Deze. fappen vloeijen natuurlyk,
o f door infnydingen, uit zekere hoornen , van
welke in,dit Woordenboek,op derzelver by~
zondere naamen. gefproken word.. Het is
noch niet naauwkèurig beflecht , o f de uit*
vloeijing van deze fappen een ziekte der boo-
men i s , wélke haar voortbrengt, o f wel- een
óenvoudigen overvloed van het fap.,
G O M A D R .A G A .N T H * Zie T r a *
GACIN-THA.
G O M .A T O U C H I. Mem geeft dezen
naam aan een broofe en rosachtige gryze zelf-
ftandigheit, die meer een harftachtigen , als
gomachtigen aanheeft. Z y vloeit uit een boom
die Fimpi op Madagaskar genoemt word :
men vind dezelve mede in. het land van Ma-
gellaan. De Indiaanen gebruiken dezelve in
hunne reukwerken:, zy is zeer zeldzaam. Zie
■iet woort W i t t e K an r e l .
G O M A N I M E j o f H a r.s t A n t i f e
Men heeft twee. foorten van Gom Anime;-
een Oofterfche , en een Wefterfche ; deze
twee foorten van Harft worden oneigentlyk
Gom Anime genoemt ; het zyn. wezentlÿke
Harften,. want zy konnen in wyngeeft opge-
|oft worden. De Oofterfche Gom Anime,,
gelykt in zommige opzichten , naar de Myrrhe
; zy geeft een aangename reuk. van zich,..
wanneer, zy gebrand word.. Men bracht dezelve
voormaals uit Ethiopië ; maar zy is-
thans zeer zeldzaam; men gebruikt in derzel-
ver plaats de Wefterfche ,.. o f den, Harft die
men Courbaril noemt..
De Harft Courbaril, o f Wefterfche Harft
Anime , o f de J.oticacica der Braziljaanen ,
heeft een citföenachtige witte.kleur r een aangename
reuk, en verteert ligtelyk , wanneer
zy op glimmende kooien gelecbt word. W y
bekoomen dezelve uit Nieuw Spanje, Brazil;
en van de Amerikaan fche Eilanden ::hy vloeit
uit een boom die in Amerika, onder den naam
van Courbaril bekent is* Dit is een van de
grootfte, en nuttigfte boomen ; zyn hout is^
hart,roodachtig, en uitmuntent tot alle foor—
ten van werken ;.zyne bladeren gelykèn naar.
die van Lauwrier , en zyn by paaren aan dofte
eitjes gefchikt ; zy zyn doorfchynende ,.
en fchynen met gaatjes doorboprt,, gelyk.die
van het St. Jans kruid; zyne bloemen gelyken-
naar die der peulvruchten , trekken op het.
purper, en zyn pyramiedswys by een ge—,
f c h i k t d e vrucht is-een fchede die omtrent
een voet lang i s , zy is met een -fchors bedekt
, welke vry wel met die der kaftanjes;
overeen koomt, en met kleine, vezelen vervult
is , welke in bosjes by een. vergadert,
zyn, en met een geelachtig meel doorzaait is,,
dat een, vry aangenaame fmaak heeft. De
Negers zoeken deze vrucht met drift,, om ’er,-
een foort van brood van te bereiden...
In deze landen maekt men gebruik, van de
rooking van dezen Harft, om de pynen des
hoofts , o f die der andere deelen te genee-
zen, welke door koude aangetaft zyn... Deze.
Harft in. olie o f geeft van wyn ontbonden
is nuttig tegens de jich t, en.zenuuwkwalen.
G O M A R M O N T A K , o f A mmon
ia k ,. dit is .een .fóort van-verdikt fap , dat
een-middel foort tuffchen de Gom, en dem
Harft is. . Z y word zacht onder het behandelen
, en kleverig in de handen. Z y heeft eerft
een zoeten fmaak., die vervolgens bitter
word ; haaren reuk is ftinkender als die van-
de Galbanum. Wanneer men deze zelfftan—
digheit op gloeijende kooien werpt,.ontbrand.,
zy ;• en zy ontbind zich in azyn en warm--'
water.. Z y v lo e it, volgens den Heer Geof—
froi , by wyzen van een melk uit een Zonns^-
fchermswyze p lan t, die in Lybië groeit; de
befte beftaat uit geelachtige traanen. Dit is -
cenkragtig afzettent m id d e ld a t met vrucht:.
in de engborftigheit gebruikt w o rd : en een
'Vermogent óplolfent middel , wanneer men
‘haar op de wennen lecht.
G O M B O O M , Arbor Chibou : dit is een
groote Amerikaanfche boom , die dus ge-
uaamt word om de groote meenigte gom die
hy uitgeeft : men onderfcheid ?er twee foor-
ten van; de eerfte werd witte , en de andere
<roode Gomboom genaamt.
Het hout van den witten Gomboom is hart
*en w i t ; zyne bloemen zyn klein , wit , en
-in troffen aan de toppen der fteelen , by een
gefchikt; zyne vrucht is zoo groot als een
o l y f , byna driekant, in den beginne groen-
•achtig , en werd vervolgens bruinachtig ;
haar vleefch is zacht, en met een lymachtige
•en witachtige ftoffe , vervult.
De roode Gomboom , die op de drooge
«n onvruchtbaare plaatzen van Güadaloupe
gro eit, heeft - mede een zacht en witachtig
hout, maar dat van weinig duur is , en fchie-
lyk v e r ro t; het is met een dikke en groenachtige
fchors , en met een dun en rosaehtig
vlies bedekt, ’t geen zich ligtelyk laat af-
fcheiden :zyne takken zyn zeer uitgebreid, en
•aan het boven einde met bladeren bezet,
welke in bóffen by een gefchikt zyn, en naar
die van den Effchenboöm gelyken, doch
Tiiet getant zyn , en een dónkere groene kleur
hebben: zyne bloemen zyn gelyk die van den
voorigen , troswys , en w i t : op dezelve
volgt een vleezige vrucht, welke naar die der
piftaffen ge lykt, en harftachtig i s , en een
zeer harde noot o f pit bevat.
De Vader Plumier w i l, dat deze Gomboo-
men, van onze Terpentynboome-n, niet ver-
fchillen , als alleen, in de fchikking van hunne
bloemen , die uit geen helmftyltves be-
'ftaan.
Het is een aanmerkelyke waarneming, dat de
Gomboomen van de Senegal , inderdaat niet
meer als een gom in den zoomer, uitgeeven ,
welke men onder den naam van Senegalfibe
Gom verkoopt: zie dit woort. Daar in tegendeel
de Amerikaanfche Gomboomen alleen
maar een "harft voortbrengen, Mogelyk
hebben deze Gomboomen maar een fchyn-
baare overeenkomft met elkanderen , en men
moeft- miffchien de Amerikaanfche veel eerder
Harfiboomen noemen, In der daat, de
gewaande Amerikaanfche Gomboom, geeft,
met of-zonder infnydingen , een witachtige,
■ en lymerige harft u i t , welke met de terpen-
cyn overeen ftemt, w y bekoomen dezelve in
kleinevaatjes, en in groote breede bladeren
gewonden , die op een gróoteri boom groei-
Jeu , die Cacbibou genaamt word , en in dit
land wafcht : hier uit is de naam van Cachi-
hou Gom o f Harft, voortgekoomen. De Ame-
rikaanen en Wilden gebruiken deze bladeren
tot verfcheide zaaken , en voornament-
lyk om de fpecerei korven te bekleeden, ten
einde om te beletten dat ’er de lucht niet indringt
: zy branden veeltyds dezen harft, in
plaats van olie. Men wil dat eenige Kooplieden
dezen harft onder de gom Elemni,
en zelfs onder de gom Anime , en gom Ta-
camahaca mengen. Zoo. de harft van den
Amerikaanfche Gomboom een gom wa s , zoo
zou deze bedriegelyke vermenging, onmoge-
iyk zyn.
De harft van den Amerikaanfche Gomboom
is goed tegens de roode loop , en het
graveel; men neemt dezelve in een brok gelyk
de terpentyn in , ten gewichte van een
vierendeel loots : uitwendig gebruikt is zy
zenuuwfterkende. De bladeren van den
Amerikaanfche Gomboom , werden wond-
helende gefchat.
G O M C A N C A M U M , Caucamutn i
'dit is een zeer zeldzaame harftgom: zy fchynt
uit een toevallige by een vergadering van verfcheide
foorten van gommen en harften, zanten
geftelt, welke by een gepakt zyn : men
heeft ’er deelen in , welke gelyk den amber,
een geelachtige kleur, en een reuk als de
gom-lak hebben , z y fmelten öp het vuur ,
o f ontbranden aan een kaars. Een ander gedeelte
is Zwartachtig, onzuiver, en kanvoor
een gedeelte gefmolten worden , wanneer zy
een vry lieffelyken reuk van zich geeft. Een
derde en vierde gedeelte zyn witachtig , en
geelachtig, en fmelten in het water. Men
befpeurt^er ftukjes hout en fteenin, die ’er
even als ingelaft zyn. Vermits de inzameling
van de Gom Cancamum niet gedaan kan worden,
dan wanneer het geval de zeelieden dezelve
doet ontmoeten, welke de rivieren in
Afrika o f Amerika , ópvaaren ; zoo heeft
men redenen om te denken , dat zy van de
verfchülende foorten van boomen voort-
koomt , welke aan de oevers van deze rivieren
waffen , en dat de verfchülende -zappen
die ’er uitvloejen , in het water vallen , en
elkanderen toevallig ontmoeten , en zamen-
ftremmen , voor dat zy verhart zyn. Men
fchat deXancamum Gom zeer hoog tegens de
tandpyn.
A aa 2 GOM