
3&
tam gelyk de jonge geitjes r men plaatft herr
in het getal der küische dieren , om dat de
mannetjes alleen met hunne wyfjes leven*
B e Gemfen hebben twee gevaarlyke vyan-
dên in de L o s w e l k e de Zwitzers echter
byna geheel uitgeroeit hebben, en in dat foort
van Arenden, *t geen men Lammer -Geij'ers
o f Lammer -Gieren noemt. Zie op bet vjoort
A r end , de wyze van welke dezen verfchrik-
kelyken vogel zich bedient om, hen te ver-
iaflchen.
De Heer Altman, die een hefchryving van
de Zwitzerfche dieren in *t- licht gegeeven
h e e ft, önderfcheid twee foorten van Gem-
fen i te weeten d a t, van ’t welke wy ge-
fproken hebben , en een ander dat kleinder
en roodachtiger is , dat altoos de ongenaak-
baarfte bergen bewoont, en nooit in de va-
leijen n ed e rk o omtd e ze laatfte zyn in den
zoomer vet , en hun vleefch is vry goed tot
ipyze*.
Men fchryft aan de gat der Gemfen , de-
kracht toe om de vlakken der oogen te ver-
dryven, en om de Nyctalopia o f N'acbthlind-
heit te geneezen , een foort van ziekte in welke.
het gezicht zich indiervoegen by het ondergaan
der zon verzwakt , dat de lieden die
hier aan onderworpen zyn ,. niet genoeg zién,
ko-nnen om hunnen weg te vinden*
Het bereide vel der Gemfen is buigzaam
en zëer warm, men maakt *er kouflèn, hand-
fchoenen , broeken, enz. van. Dit vel heeft
hét groóte voordeel dat het met zeep kan ge-
waflen worden zonder iets van zyne hoeaa-
mgheit te verliefên ; de vellen der geiten
bokken, rheen , en fehapen, konnen op dezelve
:wys bereid worden als het kamoesle-
der , en werd onder denzeLven naam verkocht*.
G E N E V E N B O O M , J e n e v e r -
b o o m , Juniperus. Deze • heefler die zom-
tyds ter hoogte van een boom opfchiet , is
byna een ieder bekent, vermits hy door geheel
Europa wafcht zoo web in de Zuidely-
ke als Noordelyke landen ,. in de bofichen-,
op de heiden, en op de bergen*, Hy is wild
ér. aangekweekt, groot o f klein , vruchtbaar
Of onvruchtbaar, tam of'wild*
Onder de foorten van Geneverboomen die
de Kruidkundigen optellen , heeft men twee
algemeen e en voorname; dë Gemeene heeft er;-
achtige Geneverboom; en de Gemeene Ge.nev.er—
boom, die tot een boom opfchiet.
De heeft er achtige Geneverbootn. vind menal—
©xnme % zyn, ftara. verheft, zich zomtyds te r
hoogte van v yL o fze s voeten ^ zyn fchors te'
roodachtig , zyn. hout is .zacht en lich t: en.
wannper het naauwkeurig droog is , heeft het
een ligte roode kleur , en. geeft een aangename
narftreuk van zich». De Schrynwerkers;
maken .’er een. menigte fraye werken van..
Deszelfs bladeren zyn fpits ,. fmal ,.ftevig
ftekelig , altoos groen , doorgaans drie aan
drie , om een knoop geplaatft : men herkent
gemakkelylc dezen, heefter aan. den r e u ltz y -
ner bladeren, wanneer zy tuffchen de vingeren
verplet worden. De raannel.yke en.
vrouwelyke bloemen koomen. op verfchillen-
de plaatzen voort; men ziet op.de eene kleine
katjes in de maanden. April en Mey : der
vrouwelyke bloemen die uit kelken zonder
helmftyltjes zamengeftelt. zyn , vertoon en
zich op andere plaatzen; op deze volgen bolronde
beziën , welke een..olieachtig' en fpe-
eeryachtig vleefch, bevatten , dat een harft-
achtige fmaak heeft. Deze beziën noemt men
Geneverbeziën.. Dit foort van Geneverbootn,
groeit zelfs op. de onvruchtbaarfte plaat-
zen.
De Duitlchers gebruiken de Geneverbeziën
menigvuldig in hunne keukens om dn
fpyzen welfmakende te maken; in andere-
landen, werden, zy zeldzaam anders als tot
geneesmiddelen gebruikt. D e ziehtbaarfte-
krachten van de Geneverbeziën , zyn een
maagverfterkende, windbrekende en pisdry-
vende eigenfchap. Eenige lieden.hebben,he£;
uittrekzel van de Geneverbeziën,, de Tberid—
kei. der Landliedbn -genoemt, om deszelfs;
vergift wederftaande krachten.. Anderen vullen
eën vat met Geneverbeziën en gedroogde-
pruimen o p , en willen dat het water dat men
van derzelver aftrekzel overhaalt , zeer goed:
is- om, de engborftigen , verligtenis. tn ver-
fthaffen. .
Men kan van de Geneverbeziën een- zeer
heilzamen en onkoflbaaf.cn drank te zamen—
flellen, dit is den Geneverwyn.;; men kan dezelve
Wyn der arme lieden noemen , en het.
is- een nuttig geneesmiddel voor de Ryken*.
Hy word van zes fchepels Geneverbeziën „
en drie o f vier handen vol alfem zamenge--
ftelt; men- laat dezelve -geduurende een maand,
in hondert pinten water aftrekken,, vervolgens
giet men. het water zuiver af; dezen wym
is des te aangenamer hoe ouder, hy is*. Dit
vocht zou noch beter zyn., zoo ik denke „
zecht den Heer Dubamel, wanneer men-Jèr.~
het zap by voegden dat natuurlyk uit het Suikerriet
v lo e it ,, en zoo- men het op-de zelve:
wy s behandelde ,* gelyk. men het. fap der Sapirmtte
1iette in Kanada doet. Zie D enn e bo om.
De Rataffia die van het -aftrekzel der Geneverbeziën
in Brandewyn gemaakt word,
is een uitmuntent maagverfterkent geneesmiddel.
Men brand het hout en de beziën van den
Geneverbootn in de Gafthuizen en kamers
der zieken, om ’er de kwade lucht uit te
verdryven*
De Boomsivyze Geneverboom verfchilt van die
geene van welke w y fpreken , door zyne
hoogte, dié voor ’t overige verfchilt volgens
de plaatzen op wélke hy groeit. Men zecht
dat hy in Afrika de hoogfte boomen evenaart:
deszelfs hout is kort en vaft, en werd tot gebouwen
gebruikt. Men önderfcheid dezen
boom van den Cederboom, niet alleen door
zyne vruchten , maar ook mede. door zyne
bladeren , die enkelvoudig en plat zyn ,
daar in tegendeel de bladeren dér Cederboo-
men, naar die van den Cyprefiehboom gelyr
ken.M
en kweekt den grooten Geneverboom in
de wjtrme Landen aan, gelyk in Italië, Spanje
en Afrika. Uit dezelve vloeit natuurlyk,
o f door infnydingen die geduurende de hitte
, in de flammen gemaakt wo rd, een harft
die men Vernis ó f Scmdrak der Arabieren ,
noemt.
Alle de foorten van Geneverboomen geven
een zoo fchoonen harft nietuit: dehoog-
geachtfte, is die welke uit heldere, blinkende
en doorfchynende traanen beftaat, welke
te gelyk wit en zuiver zyn ; wanneer men
deze in goeden voorloop van brandewyn laat
ontbinden, bekoomt men een vernis. Deze
vernis is zeer wit en luifterryk; maar zy is
zeer teder en barft ligtelyk. Om haar meer
lichaam te geeven, mengt men ’er gomlak en
een weinig gom clemui onder: deze vernis is
dan veel bellendiger, maar zy verheft te gelyk
een gedeelte van haare doorfchynentheit.
De Sandarak tot poeder gebracht zynde, dient
om het papier te verniffen, vooral op plaatzen
alwaar men genoodzaakt is geweeft om
het fchrift weg te fchrappen.
Men heeft een foort van Geneverboom in
-Languedoc , die roodachtige beziën voort-
•brengt, welke een aangename fmaek hebben;
men haalt zyn hout in een kromhals over, en
trekt er dus een olie uit die een onaangename
reuk heeft, die de Paardefmits voor de
fchurft en fweeren der paarden gebruiken»
Men noemt ‘dezelve Oleum Bardinum. Deze
'wezentlyke olie is in de Zuidelyke Landfchappen
van Vrankryk zeer in gebruik voor
de uitwendige gebreken der dieren, en vooral
in de fchurftheit o f pokken der fchaa-
pen.
v Men kweekt in Engeland met een goeden
uitflag de Geneverboomen van Virginië en
de Bermudes Eilanden aan : zy fchieten ter
hoogte van v y f en twintig voeten op , en
groeijen zeer fchielyk , na de vier eerfte jaa-
ren, wanneer men alle zorgvuldigheden voor
dezelve in achtgenomen heeft. Deze boomen
zyn tegens de geftrengfte koude van deze
luchtftreek beftant. Het hout van dit foort
van Geneverboomen trekt op het ro o d , en
vloeit over van een harft die een zeer lieffe-
lyken reuk heeft.
Men .vereert gewoonelyk het hout van de
Geneverboomen, en vooral dat van de Bermudes
Eilanden, met den naam van Cederhout
, fchoon men in Engeland andere houten
van dezen naam h e e ft, die van andere
zeer .verichillende boomen voórtkoomen ,
welke uit Amerika oorfpronkelyk zyn ; het
is echter van het hout, van dit foort van
Geneverboomen, dat men in Engeland ver-
fcheide foorten van huisfteradeh te zamen-
ftelt. De duuring van dit hout, gaat die van
alle andere houten te boven , men moet dit
mogelyk aan de bitterheit van zynen harft
töefchryven , welke het voor dé aanvallen
der wormen befchut. Men gebruikt het in
Amerika om koopvaardyfehepen te bouwen j
het is verdrietig dat het niet mede tot oor*
logfehepen kan gebruikt worden , want het
is zoo breukig dat het op de eerfte kanon-
Ichoot barft.
G E N E V E R B O O M C G r o o t e ) ,
uniperus major, baccd rufefbente. Dit foort
van Geneverboom is zeer gemeen in Languedoc,
hy ondericheid zich van de anderen
door zyne hoogte en de groote van zyne rosachtige
vruchten, welkers fmaak zoo krachtig
niet is. Men trekt uit deszelfs hout,
door middel van een kromhals , een olie van
eên onaangenamen reuk, welke in de Ge-
neeskonft om te zuiveren gebruikt word: die,
van welke de Hoeffmits zich bedienen , om
de fchurft der paerden te geneezen , is een.
foort van harft, die uit de oude pynboomen
in de Noordfche Landen getrokken, word ,
wanneer men dezelve verbrand om ’er andere
voortbrengzelen uit te trekken , welke
wy op het woort Pynbem, zullen aanwy-
zen
Y y * G EN E t