
B E Z O A R D . B E ZO L E . BIBBY.ix6- B ID E T . B IE SLO O K .
geluit Van zich. dat door de harde lichamen
veroorzaakt wo r t, die tot een fteenpunt voor
de vorming van den fteen verftrekt hebben.
Men fchryft aan de Bezoardfteenen, vooral
aan de Oofterfche, groote zweetdryvende
krachten to e : men gelooft dat zy het vergift
uit het lichaam dryven.. De Bezoardfteenen
zyn des te hooger in prys , hoe grooter zy
zyn. Vermits de oprechte Bezoards zeer
duur z yn , zoo heeft men dezelve door konft
nagemaakt. By voorbeelt, de zamenftellin-
gen die Goafcbe o f Malakkafche Steenen ge-
naamt worden, zyn valfche Bezoards. Zie
hier de. wyze op welke men dezelve bereid.
Men .maakt van zeekreeften fdiaaren, oesr
ter fchelpen die op een porfierfteen fyn gewreven
z y n , muskus en gryzen amber,. een
deeg die men tot kleine balletjes vormt, in
de gedaante van Bezoardfteenen., . en welke
men vervolgens met bladgoud bekleed. Deze
bedriegery zou echter nuttig z y n , zoo het
waar is , gelyk men in een Waarneming in.de
Epbémémerides leeft', dat de Bezoards der
Qfjen o f OJfen-fleenen een goudkleur en metaal
ach tigen glans hebben, wanneer men de
eerfte lagen van dezelve afgefcheiden heeft.
Men onderfcheid de valfche Bezoards van
dé waare, wanneer men met dezelve een
ftreek over een ftuk loodwit g e e f t z o o de
ftreep groenachtig geel w o r t i s het een
teeken dat de Bezoard natuurïyk is ; ten
minften heeft men tot heden toe deze eigen-
fchap aair"de door konft gemaakte Bezoards
niet konnen geven.
Men kan mede als.een fóort van Bezoards,
de fteenen die men Kreeften-oogen, de ver-
fchillende foorten van Paarlen en de Hair-
ballen befchouwen. Zie deze woorden..
Van alle de Bezoardfteenen is die van hét
Stekel-Varken de koftbaarfte. Hy is vet en
zeepachtig zoo wel in het aanzien als gevoel,
en van een groenachtige o f 'geelachtige kleur;
men heeft ’er mede die roodachtig en zwartachtig
zyn. Men kan nauwlyks gelooven
hoe hoog dezelve in Holland gefchat worden.
Ik heb een van deze Bezoards , die
de groote van een klein duiven ei' h a d b y
een Jood te Amfterdam gezien, die dezelve
voor drie duizent guldens te koop bood:
Men verhuurt dezelve voor een dukaat daags
aan lieden die gelooven door eeriige befmet-
ting aangetaft te zyn , en. die waanen zich
’fer voor te wachten met dezelve om den hals
te dragen, op dezelve wys als men in Duits—
hand Arendfteenen doet, om de haring te bevorderen;
in, Yrankryk zeüfteencn., om de.
koorts te verdryven , en de jade in Spanje,
om zich voor het graveel te behoeden. Zie
daar een vry aanmerkelyk tafereel, van de
bygeloovigheit en dwaasheden van. het men-
fchelyk vernuft.,
B E Z O A R D (D e.l f b a k ,e of G r a af **
b.a s e , ) een afchverwige fleen, die uit, om
een middelpunt loopende lagen, is zamenge-
flelt, wryfbaar, en van de: groote van een hazelnoot
tot die van een ganzen ei heeft.. In het
middelpunt van dezen fleen ,. ontmoet men
zomtyds eenzandkorl,. een kleine fchelp, o f
een ftuk aardkool.. Een van deze ftoffe heeft
hem tot een noot o f fteunpunt verftrekt, en
met over zachte en half bevochte aarde, te
rollen, is hy dus in groote toegenomen door
rondloopende lagen, die■ even als een opge-
rólt lint om elkanderen leggen. Men vint
dezelve op verfcheide plaatzen naby Mont-
pellier in Vrankryk, en Compoftellain Spanje
: de grootfte heeft men op Sicilië en in de
rivier Dezhuatlari in Nieuw Spanje. .
B E Z O L E , dit is een blaauwachtige
vifch , hy is kleinder als de Levaretus, . en
aanmerkelyk om zyn oogleden , die een fcher-
pen hoek vormen , men vint hem in de Meeren
van Laufanne en Geneve..
B I B B Y , een Amerikaanfche boom, die
de dikte van het dikke van een mans been-
h e e ft, en geen takken ó f bladeren dan aan
deszeifs top. Dezen boom is met doornen
o f punten bezet./ Zyn hout is hard, en zoa
zwart als inkt* Zyne vrucht heeft de groote
van een muskaatnoot, is witachtig en olie-
achtig. De Indianen perfen. dezen olie uit,
van welke zy gebruik, maken'om hunne lichamen
te wryven-,. en mengen ’ër versloffen
onder, met welke zy zich befchilderen.
Wanneer, dezen.boom noch-jong is , maakt
men ’ër eene infnyding in , uit welke een-
zap uitvloeit dat naar dunne melk gelykt, vaneen
rinsachtigem en vry aangenamen fmaak,
dat de Indianen drüiken na dat zy het eeniget-
dagen hebben laaten ruften,.
B I D E T . Dus noemt men in Vrankryk
.een klein foort van Paarden, die men in mee—
nigtè te Ouëiïan in NederBretagne vint: mem
heeft ’ ér van eene verbazende klëinheit ihs
China, en.welkers geftalte. zeer fraai is.
B I E S L O O K , Ccepula. Een m o e sk ru id ✓
welkers purperachtige bloemen in kleine :bos-
B I E Z E N . B I L S E N K R U ID .
jea by een gefchikt zyn; het brengt een mee-
nigte bladeren voort, die naar grasfeheutjes
gelyken, men fnyd dezelve gelyks dp aarde
a f, en welke men tot toekruid by de faiade
eet. Men onderfcheid drie foorten van Bieslook,
het Portugeefcbe Bieslook, het groots
■ Engelfche Bieslook , en het kleine Bieslook;
zy verfchillen alleen van. elkanderen in de
groote der bladeren.. De wortel van het
Bieslook is een verzameling van kleine bolletjes,
gelyk die der chalotte: het Bieslook
heeft een veel fynder fmaak als de gemeene
ajuin; men. maakt van dezelve koorezels om
de tuinbedden in de moeshoven,.
.B I E T o f BiKT y voRTE L , zie B e e t .
B I E Z E N , ^Gemeene}, yimcus Lcevis.
De fteelen. en bladeren van dit foort van
Biezen, zyn dunner en broffer, en derzelver
punten zyn zoo fcherp niet als die der fcherpe
o f gepunte Biezen: .de bloemen komen
in loffe troffen te voorfchyn. Deze plant is
zeer gemeen inde moeraffen: zydient, gelyk
de fcherpe.Biezen ,. tot. bindzels , matten,
enz...
Waarnemingen omtrent de Biezen1. -
In ’t algemeen zyn de fteelen der Biezen
groen, en rond ;,- z y zyn weinig, o f niet, met
takken en-bladeren bezet,. en groei jen- in ’t
water o f na by die geene welke ftilftaan.
De Zee-Biezen , die men Spaanfche Hane~
kammekens noemt , groeijen op de Heiden
en onvruchtbaarfte velden-, zelfs zonder dat
men haar zaait; maar die welke, van zaad.
voortkooipcn zyn veel beter: men geeft de
eene en. andere foort gehakt en geftotën aan
het vee. Men moét de Biezen,, gelyk,mede,
het R ie t , by fchoon weder affnyden , en
dezelve geduurende twee o f drie dagen overeinde
laten ftaan, om te droogen. Men bedient
zich mede van de Biezen om daken te
dekkendekmatten korven en diergelyke
zaken te maken. Het grootfte gedeelte der
Biezen verkrygen de dikte van een duim,
wanneer men. haar .drie jaaren zonder affnyden
laat groeijen., Men- moet het zaad in
Maart zaijen, te gelyk met eenige andere
kleine zaaden, en haar- in de volgende maand
Augitftus inoogften.- Yie. H e id e -, en. H a-
MEOMMEKENS..
B I L S E N K R U I D , Uyo/cyamus, een.
plant.die een. fterke en, onaangename reuk.
heeft, die het hooft zwaar doet worden, en
van welke men twee voorname foorten in
de"winkels onderfcheid.
Het zwart en geel Bilfenkruid, Hyofcya-
mus niger vulgaris , groeit in de velden,
langs de wegen , in den omtrek der Dorpen,
enz., het heeft een dikke , gerimpelde
, lange, getakte , uitwendig bruine en
inwendig witte wortel : hy fchiet getakte,
wollige fteelen uit die omtrent een voet lang
zyn:. zyne bladeren zyn menigvuldig, breed;-
zacht in ’t aanraken, kattoenâchtig, van een
yrolyk groen, die aan hunne randen diep
ingefneden zyn, en van een fterke en Hinkende
reuk, voornamentlyk wanneer zy tus-
fchea de handen gewreven worden : hun zap
maakt het blaauwe papier rood: de bloemen
zyn aan de fteelen in lange airen gefchikt,,
haare kleur is een mengfèl van. geel. en purper
;• ieder derzelver vormt ,- volgens de.
Heer Tour ne fo rt, een klokje dat onregelmatig
in v y f deelen -ingefneden is ’t geen
door een kelk onderfteunt word, dat de gedaante
van een beker heeft.. O-p deze bloem;
volgt een vrucht, die in dé kelk verborgen-
i s , deze heeft de gedaante van een ketel,
in twee, afdeelingen gefeheiden , op welke'-
een dekzel geplaatft is dat nauwkeurig fluit.-
Deze vrucht is- inwendig met verfcheide
kleine zaden-vervult, die afchverwig, ge—
ront, gerimpelt,. platachtig, van een lym-
achtige fmaak, en verdoovende reuk zyn.
Plet wit Bilfenkruid>, Hyofcyamus albus
verfchilt van het voorige, hier. in , dat het
veel klein der en minder getakt is ; deszelfs-
bladeren zyn veel- zachter, en veel.wolliger
o f kattoenachtiger : zyne bloemen en zaden
zyn wit en veel kleinder: het groeit'voornamentlyk
in de warme, landen , in Vrank—
ryk in de omliggende ftreken van Orange,
langs de Rhône..
Het grootfte gedeelte der Schryveren, onderricht
zynde dat het inwendig gebruik van
het Bilfenkruid, vooral van het zwarte, een
fchrikverwekkendè ontftcltenis in de diere-
lyke huishouding veroorzaakt, als - mede geweldige
benaauwtheden , en zelfs de dood
aan de dieren die ’er van eeten, dringen fterk
aan om hetzelve alleen uitwendig te gebruiken,
uitgezonden het zaad. Het Bilfen—
kruid in een pap opgelècht, is verzachten! en-
oploffent, verzacht de fcherpe vochten, en‘=
geeft een flaapverwekkendé en verdoovende-
waafem van z ic h d ie gelyk de mankop doet .:
flapen..
B 3.1 | |