
Het zelve ontwerp is in de Planten in acht- genomen. De nuttige en gebruikbare ,'* t zy
'Vreemde o f Inlandfche, aangekweekte of wilde, aard o f waterplanten, wortelfchietende o f
opfchuimloopende zyn meteen zekere uitgebreidheit behandelt. Ik heb niet alleen haare ei-
genfchappen in de Geneeskonft bygebracht, haar gebruik totfpyze, o f in deko.nftderEbben-
houtwerkers, de Draaikohft, Schrynwerken., Wagenmaken-, Verwen, en veel anderen, maar
ook het geen haare aankweeking' betreft, met een onderrichting over de omfpitting, wyze
van meften, zaaijen, enten en planten. De woorden. Wynflok, Rike, -Beuke, Populier, Majl-
boom, Meekrap, Weede, Vlas, Hennip, Weide, .Heide, enz. leveren hier van een méenigte
voorbeelden u it , vooral b e tw o o r tZ a ra , alwaar ik de geachtfte.handelwyze-öpgeef, om de
granen te bewaren.
verdienen, ongetwyfelt, een byzondere oplettenheit. Ik heb over alle deze onderwerpen.,
verfcheiden algemeene aanmerkingen verfpreid, welke ook konnen toegepaft worden op de
aankweking der andere bloemen.
Ik heb my gemeenlyk vergenoegt meD=de Planten door-haare aanmerkelykite kenmerken en
haare voornaamfte eigenfchappen aan te duiden, door de woorden Windverdryvent, Tegengif*
tig , Wormdodent, Opflygingkeerent., enz.; maar men zat op het wo on Plant een meer uit-
gebreide verklaring van haare krachten., en een befchryving-der kruidkundige kenmerken vinden.
Het is inderdaat, het geene ons het meeft betreft te weten, wat hulp men van dezelve
verwachten kan, ’ t zy in onze kwalen o f tot ons voedzel. .Dit heeft my ook aangefpoort om
by gelegenheden verfcheide gemeehe bereidingen op te, geven.; als die van den Agarik der
E ik e , Alfemwynen, Genever, Kriek over zee.. Ik verhaal de heilzame uitwerkzelen die in
gevaarlyke en wanhopende ziektens veroorzaakt zyn door het inwendig gebruik van de Dolle-
’kervel, Doornappel, van het Bilzenkmid, _de Tydeloos, enz. „ „
■ Ik geef .de belchryving op van de bereiding van den Indigo, Roukoe, Maniok, Kogellym,
Sagou. Suiker, en Terpentyn. , , , HH fÈS&SmÈ
. ik geef de wyze aan de hand om .de inzameling te doen van de Ladanum, Manna, Dade-
jen, Ö/yven en.Banilfe, Ik toon aanhoemen beft de rypwording van zekere vrugten verhaalt,
gelykde-^jVe«., .enz. . ■ „ ' . . . , ,
Ik verhaal de zonderlinge verfchynfelen die.de Dieren, Planten en Mineralen opleveren.:
de uitwerkzelen van het zoogenaamde Kruidje roer my niet, ds TnlviJcb, en Ketlpeen, enz.
zyn op haare .plaatzeo ge-melt; en ik heb zorge gedragen om aan te wyzen welke voorwerpen
tot de oude o f nieuwe Weereld behooren.
Verfcheide vreemde voortbrengzelen heeft men, die.de Koophandel >ons gemeenzaam-gemaakt
heeft, en die de gewoonte onmisbaar doet z yn : zy zyn voor ons van te veel aanbelang
om de kennis hier van te veronachtzamen.; ik heb gedacht darmen hierom nmt vermaak zouden
leezen.de•wetenswaardige, omfchryvingen van ae Thee, Kojfy, Kakou, Peper, Nagelen.,
Muskaatnoot, Kina.kina, Kachou, Katoen , enz. „ , . .. . r-,
De Befchry vin e der Mineralen is-meede een der wezendlykfte deelen van dit werk. De
Natuur, werwonderlyk in alle haare Ryken., fchynt in het Ryk der Mineralen, haare rykfte
fchatten befloten te hebben. A lle de voortbrengzelen van dit foort verdienen om in t by-
zonder gekent te worden.; ik heb haar meer o f min uitgebreid hefchreven, naar mate hare
eigenfchappen en aanbelang. i . . ... .
ik heb de geachtfte gevoelens:bygebracht over den oorfprong-, vorming en gebruiken dezer
lichamen. Ik heb het tuigwerkelyk geftel der takfehieting o f boomwording aangewezen. Ik
heb den aart doen kennen van den Obfidiaanfchen fteen.,.benevens de Hiftorm en Beichry-
ving der Metalen en halve Metalen, de Turf, de Delffiofen, Bergfteenen en Edele gefteentem.
Ik fpreek van de proeven die men zedert eenige jaaren op de PlatinaIdelpint o_of Juam blanco
gedaan heeft, over de bearbeiding devrMynen, van de Zilvermynen , van het: Steenzout, enz.
Ik ontdek aan de L i e f h ebberen,die diepe werkhuizen der Natuur., alwaar het ichynt dat zy
zich voor ons gezicht verbergt, öïn met het.groótfte geheim, .die fchatten te vormen., welke
wv zoo na-yverig zyn om op te fpooren en haar te ontrukken. - '
H et algemeen Tafereel der Natuurlyke Hiftorie is volledig in dit Werk, door de plaats die
,de Hemelfche lichamen in dezelve beilaan, de veranderingen van onzen Aardkloot, duider
'Zee, de Aardbevingen, de Winden, de Uitdampingen , de Vuurbrakende Bergen, de Bewegingen
van den Dampkring, de eigenfchappen der Hooftfiofen, cn alle die gewichtige enver-
wonderlyke Verfchynfelen, in Welke de Natuur zich in den luifter van haar vermogen, en in
•al de pracht haarer Majefteit, vertoont. . , ^ t
De beoefenaars der Natuurlyke Hiftorie hebben deze kennis aan de Natuurkundigen over-
Gelaten^maar men zal my dank weten dat ik dezelve hier te rug vordere, als een der xchoon-
fte deelen van het ontwerp dat ik my vöorftelle om te vervullen.
Dit is het algemeen denkbeelt van het Werk dat ik'het Gemeen 'aanhielde, ik kan my vleyen
ö - “ * • ........................ • * ■ Met den eerften opflach ......
jHiffioriie’,by een te verzamelen en te Sefehryven, en“een juifte fchets te geven vanyde ,
werp , van het oogehblik af. dat het . uit de handen van de Natuur voortkomt, tot dat in c
welk de menfeh het tot zyn gebruik bezicht, o f ’ er zyn verblyf mede opfiert.
'Deze Verzameling kan de Beminriaren die de Natuurlyke Hiftorie beoefenen willen tot een
getrouwe Leidsman ftrekken, zoo ook hen welke de fchoone Kabinetten met vrucht bezichtigen
willen waar'in men de voortbrengzelen van alle Landen ontmoet. Deze verzameling
kan, in velen opzichten, befchouwt worden als een Verhandeling over de Drogeryen, Land-
bóuw, - Hovenier skonft, Koophandel, Konften en Natuurkunde., vermits men lederVoorwerp
in dezelve befchouwt in.het nut dat men van ’t zélve trekt in de Geneeskonft.., t Gemeene leven,
de Landbouw, Konften en Handwerken* _ ,
Dit is het aandoenlykfte Schouwfpel voor een dankbaar hart, dat de Schepper in zyn wcr-
iken weet te pryzen^en voor een ieder die nakr Wetenfchappen tracht.^ De'Geleerde zal indit
dat men niet, zonder zich fchuldig te maken, een onyerfchillig aanfehouwer zyn kan, van
• de goederen die de Voorzienigheit, met zoo veel fykelykbeit, op onze yoetftappen ftrooit.
Ik heb getracht nuttig en leerzaam en van belang te z yn ; en het is met zonder oneindige
nafporingen, een langduurigen -arbeid,, en aanmerkelyke .pogingen,- dat ik heb konnen noo-
pen ‘het oogmerk te'bereiken dat ik my liad voorgeftelt. „
Ik heb gebeurteniiTen, der Hiftorie van de Natuur , ontleent uit de Gefchriften der beroem-
Ite Waarnemeren zoo oude als nieuwe, en uit de Verhaalen der geloofwaardigfte Reizigers
van alle Volken. Ik heb de Franfche en Vreemde Maandfchriften, de Gedenkfchriften der
•Akademien, en een groot getal andere Werken, en Verhandelingen over allerlei foorten van
-onderwerpen doorzocht. Ik heb vooral de ondervinding geraa'dpleegt; ik heb bezichtigt, ik
heb een vergelyking gemaakt, ik heb. befchreven het grootfte’gedeelte der voortbrengzelen
van de Natuur, ’ t zy in de verfcheide verzamelplaatzen die wy dagelyks onder het oog heb-
‘ben ’t zy in die welke ik zelfs byeenverzamelt heb tot de betoging van myn onderwys in de
Natuurlyke Hiftorie, en tot eigen gebruik, ’t zy volgens de aanmerkingen die ik gele^enbeit
- g^had heb om te konnen maken op myne-reize, in de Franfche Landfchappen, en verlcneide
Geweften van Europa. Ik heb , uit de overeenkomft der foorten en geflachten, verfcheiden
fcheïde doorluchtige Geleerden, die-, tans de Godfpraken en Uitleggers d i^ ^m u r zym.^
•Dit Werk is dan niet alleen een Woordenboek, maar een B E R E D E N L K L 1N 1 WU U K -
D E N B O E K , een aaneengefchakelde, beredeneerde, vergelykende en geregelde Ontledi-
glng van de geheele Natuurlyke Hiftorie. In eén woört, myn oogmerk is geweeft om ee-n
volledige aaneenfchakeling zamenteftellen, der Gefchriften over alle de voorwerpen die de
>Natuur vertoont, en ik heb dezelve in een Alpbabetifcbe order gefchikt, alleen tot gemak
-der wëetgierigen.
A L P H A -